Paul Schofield
i-WWzbQ85-XL.jpg

Verantwoord beleggen zonder rendement in te leveren kan door na een schifting op basis van zachte ESG-criteria vervolgens op basis van harde financiële prestaties te selecteren.

Dit zeggen de Britse fondsmanagers Paul Schofield (foto) en Jeremy Kent van Allianz Global Investors in een gesprek met Fondsnieuw.

Good cop, bad cop

Voor het Allianz Global Sustainability fonds beleggen ze op basis van best-in-class, ofwel alleen in de beste in de sector, waar het gaat om factoren van environmental, sustainable en governance (ESG), ofwel milieu, duurzaamheid en behoorlijk bestuur. Alleen de bedrijven die het best scoren binnen hun sector komen in aanmerking voor opname in de portefeuille.

Kent richt zich op dit haast kwantitatieve deel van het proces. Daarnaast probeert hij met engagement, via communicatie met bedrijfsbesturen en met gebruikmaking van stemrecht, bedrijven zover te krijgen dat zij hun beleid verbeteren op elk van de drie ESG-terreinen.

Schofield is de man die zich meer bezighoudt met de definitieve selectie van aandelen. Hier komt zijn 18 jaar aan beleggingservaring als actieve manager van pas. Hij knikt naar Kent: ‘Hij is de aardige van ons twee, ik ben de harde kapitalist. Het is een beetje good cop, bad cop.’

Het resultaat mag er zijn. Zo toont Schonfield aan de hand van een slide in zijn presentatie. Op 1, 3, 5 en 10-jaarsbasis deed de portefeuille, die nu zo’n 1,4 miljard euro omvat, het beter dan zowel de Dow Jones Sustainability World Index als de MSCI World Total Return Index. Over de afgelopen drie jaar kwam het rendement van het fonds op 15,3 procent, tegen 12,3 voor de duurzaamheidsindex en 13,1 procent voor de gewone wereldindex.

Best-in-class

De focus op de best-in-class betekent dat het fonds niet werkt met een lange uitsluitingslijst, zoals bijvoorbeeld het ASN Duurzaam Aandelenfonds. Goed, munitie en tabak worden als niet duurzaam gezien, maar de banken die bedrijven in deze sectoren financieren niet automatisch ook. ‘Ook in een duurzame wereld zijn banken nodig’, aldus Schofield.

Wel is opvallend dat bedrijven in Europa doorgaans veel bewuster omgaan met hun omgeving. Dit komt ook tot uitdrukking in hun bovengemiddelde scores op alle drie de criteria. De Verenigde Staten steekt alleen qua governance gunstig af, terwijl Japan op alle vlakken matig scoort. Verder springen Latijns Amerika en Afrika en het Midden-Oosten er redelijk uit.

En Nederland doet het zelfs binnen de Europese context nog goed, wijst Schofield. DSM, Akzo, Philips en Shell vallen vaak in de prijzen als het gaat om het zetten van ‘groene’ standaarden. Alle 50 aandelen uit de AEX en AMX worden door AllianzIG gevolgd. ‘En zeer waarschijnlijk zal Nederland overwegen worden in portefeuille.’

Europese banken

Sectoren die om vergelijkbare redenen een groot gewicht in portefeuille hebben zijn technologie, telecom, energie, gezondheidszorg, maar ook bijvoorbeeld financiële diensten. Schofield noemt Cisco Systems, Hewlett-Packard, Microsoft, Vodafone. Hij heeft een voorkeur voor Europese banken, omdat die meer aan duurzaamheid doen.

Achteraf kan, aan de hand van de door bedrijven zelf aangeleverde data, worden nagegaan hoe de portefeuille scoort op zaken als CO2-emissies en waterverbruik. In alle sectoren en met name in de energiesector scoort de portefeuille beter wat betreft water. Ook de uitstoot van broeikasgassen is lager, vooral voor de sectoren energie, nuts- en grondstoffenbedrijven.

De fondsmanagers schatten dat de markt voor duurzaam beleggen rond de 1 biljoen euro groot is. AllianzGI is een betrekkelijk grote speler met 23 miljard euro in beheer- en adviesmandaten. Het van oorsprong Duitse fondshuis beheert 4 miljard in aandelen, 11,3 miljard in obligaties en 2,5 miljard in groene geldmarktfondsen.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No