Het vergrijzend profiel van Nederland maakt dat beleggers defensiever zullen gaan beleggen. Dat maakt dat er meer oog zal zijn voor solide beursgenoteerde bedrijven die dividend uitkeren.’
Dat zegt Pim van Vliet, die samen met Arlette van Ditshuizen de zogenoemde conservative equities strategieën bij Robeco beheert.
Van Vliet is een van de managers die een masterclass verzorgen op het Fondsevent op 26 september in Mediaplaza in Utrecht en is bestemd voor beleggingsadviseurs. De vierde editie gaat over ‘Connectivity’.
Van Vliet heeft na zijn promotie aan de Erasmus Universiteit jarenlang onderzoek bij Robeco gedaan en kwam daarbij tot de conclusie dat de Sharpe ratio als kompas ook voor aandelenselectie heel aantrekkelijk is.
‘Je kan hetzelfde rendement behalen met minder risico’, zegt van Vliet.
Absolute risico
‘Het absolute risico is lager, maar de afwijkingen van de marktwaarde gewogen index zijn groot. Dus het is maar hoe je risico bekijkt, sommige benchmarkers vinden onze aanpak juist riskant.’
Inmiddels beheren van Vliet en Ditshuizen drie fondsen: Robeco Global Conservative Equity fonds, het Robeco European Conservative Equities fonds en het Robeco Emerging Markets Conservative Equities fonds.
Met deze strategie, waarnaar volgens topman Roderick Munsters veel vraag is, beheert de Rotterdamse vermogensbeheerder nu meer dan een 1 miljard euro. De strategie is in 2006 geintroduceerd.
De strategie onderscheidt zich volgens van Vliet door een systematische aanpak op basis van een aantal beleggingsregels.
Constructie portefeuille
Bij de constructie van de portefeuille is de benchmark niet het uitgangspunt, maar wordt naar een lage beta gestreefd.
Deze aanpak wordt ook wel ‘low-volatility’ of ‘minimum variance’ beleggen genoemd wat met name onder institutionele beleggers sterk in opkomst is.
‘Met deze strategie keren we als het ware weer terug naar vroeger. We kijken met name naar het neerwaartse risico afgezet tegen het opwaarts potentieel. Daarbij houden we aandelen lang aan en voeren we weinig transacties uit’, zegt van Vliet.
Van Vliet erkent dat dit overeenkomsten heeft met wat waardebeleggers doen en waarmee hij zich als fondsmanager verbonden voelt.
Waardebeleggen
‘In de crisis van 2002/2003 kwam waardebeleggen er als winnaar uit, maar in 2008 en de jaren dertig van de vorige eeuw ‘liet waardebeleggen juist zijn lelijke kant zien’.
De lelijke kant van waardeaandelen, dat neerkomt op het toenemende risico tijdens diepe recessies, maakt dat van Vliet waarde aandelen met een te hoog risico niet wil hebben.
Historische volatiliteit
Om die selectie te maken, kijkt hij naar de historische volatiliteit, probeert hij het bedrijfsspecifieke risico te minimaliseren en zoekt hij naar lage beta aandelen. ‘Hierbij is dividend een stabielere waardefactor dan bijvoorbeeld de koerswinst-verhouding’, oordeelt van Vliet.
Zo bepaalt het dividendrendement de laatste honderd jaar meer dan de bulk van het aandelenrendement - alleen in de jaren negentig was dat anders.
Dividendrendement
Toch, als het risico te hoog is, dan willen van Vliet en Ditshuizen het aandeel niet in portefeuille. Het fonds opkomende markten streeft daarom naar een hoog, maar niet maximaal dividendrendement van 5 procent per jaar en het europese fonds van 4 procent.
Sinds oktober 2006 is er zo’n 20 procent minder verlies geleden voor de wereldwijde strategie.
Absoluut vs relatief risico
‘Dat komt omdat wij naar absoluut risico en niet naar relatief risico kijken, zoals de markt doet. Het fonds kan volgens van Vliet in een sterk stijgende markt wel achter blijven, maar haalt de markt op lange termijn in als er onderweg zich zijwaartse of dalende markten zich voordoen.
Volgens van Vliet zouden beleggers in hun aandelenportefeuille 33 procent moeten reserveren voor deze categorie van laag-risico aandelen.
Meer achtergronden over het Fondsevent zijn te vinden op www.fondsevent.nl