Steeds meer beleggers zijn op jacht naar factor-premies. Maar aandelen die goed scoren op een veelvoud van factoren kunnen in een multi-factor portefeuille juist beter beperkt worden.
Dit zegt Benedikt Henne (foto), co-chief investment officer van Allianz Global Investors’ kwantitatieve aandelenteam, in een gesprek met Fondsnieuws.
Best Styles
Hennes team beheert de Best Styles-fondsen van het Duitse huis in de overtuiging dat met factoren als waarde, kwaliteit en momentum extra rendement te behalen is. Toch zijn aandelen die op meerdere kenmerken hoog scoren volgens hem niet altijd de beste keuze.
Deze aandelen komen op de radar van managers met verschillende kwantitatieve strategieën. ‘Aandelen die op alle factoren goed scoren, hebben vaak hun “run” al gemaakt’, aldus Henne. ‘Dan is er geen outperformance meer te verwachten.’
Zo kunnen managers die zich richten op factoren als waarde en momentum dezelfde aandelen najagen. ‘Er kan dan een overlap ontstaan in portefeuilles. Zo’n aandeel kan makkelijk “overbought” raken.’
Diversificatie
Beleggers die zich richten op meerdere factoren, zoals in een multi-factor benadering, lopen bovendien het risico van te grote concentratie in hun portefeuille. Volgens Henne is dit wat er rond 2007 mis ging met veel van de toen verkrijgbare factor ETFs, die al vóór het uitbreken van de kredietcrisis slecht begonnen te doen.
Rond die tijd ging het ook bergafwaarts met quant-fonds Global Alpha van Goldman Sachs, dat nota bene gerund werd door de ‘ontdekker’ van de momentum-factor, Mark Carhart.
Toen de markt vervolgens aan zijn brede daling begon, bleek echt hoe slecht gediversifieerd deze factor-fondsen waren. Correlaties gingen richting de één en de meest overbought aandelen vielen het hardst.
Superstocks
Dit was een leermoment voor beleggers als Henne. ‘Wij beleggen niet te veel in dergelijke “superstocks” en kopen liever in plaats van een aandeel dat op beide factoren goed scoort één momentum en één waarde-aandeel.’
Maar het streven naar diversificatie gaat verder. Henne: ‘We behouden volledige diversificatie.’ Niet alleen wat betreft individuele factor-blootstelling, maar daarnaast ook op wat Henne macro-kenmerken noemt als defensief en cyclisch.
‘Het loont niet om altijd is cyclische waarden te zitten’, aldus Henne. Sterker, zo wijst hij, een neutrale positie in zowel cyclische als defensieve aandelen helpt om risico’s te beheersen.
Aan de hand van een grafiek toont hij het resultaat. De lijn van de Best Styles-portefeuille vertoont een relatief stabiele stijgende lijn. De MSCI World en indices als waarde, momentum, hoog dividend, smallcap en minimale volatiliteit kronkelen er omheen.
Multi-factor
Uiteraard had een belegger met perfecte timing het beter gedaan. Zo deed minimale volatiliteit het goed in de krach van 2008. Erna gaf deze strategie echter veel van de outperformance weer weg.
Omdat er tijden zijn waarin de ene factor het beter doet dan de andere, moeten beleggers of een hele lange horizon hebben of doen ze er goed aan een multi-factor benadering te kiezen, betoogd de Allianz-manager.
Omvang
Het belegd vermogen dat samenhangt met de Best Styles-strategieën is sinds de crisis ruim verdrievoudigd tot meer dan 20 miljard euro. Het grootste fonds is het Best Styles Global Developed fonds met een omvang van 6,5 miljard dollar.