
Een voetbal- of hockeyclub sponsoren of doneren aan een goed doel. Financiële instellingen in Nederland dragen op verschillende manieren een steentje bij in ruil voor meer naamsbekendheid. ‘Sponsoring doe je vooral vanuit persoonlijke interesse, niet vanuit de gedachte dat het echt wat oplevert.’
Oud-optiehandelaar Marcel Wallaart was op zoek naar meer naamsbekendheid toen hij vorig jaar Quintessence Vermogensbeheer oprichtte. Hij kwam toen uit bij het Nederlandse dameshockeyteam boven de 35 jaar, dat meedeed aan het WK in Zuid-Afrika. ‘Ik ken een van de dames en weet dat alle vrouwen in het team een carrière en gezin hebben en de tijd moeten vinden om op hoog niveau te hockeyen’, stelt Wallaart. ‘Ik zag hierin discipline en vastberadenheid en daarin kon ik een parallel trekken met beleggen.’
Wallaart besloot het team te sponsoren. Onderdeel van de afspraken was het organiseren van een evenement en diverse sponsoruitingen op social media. Daar rolde een paar nieuwe klanten uit. Wallaart stelt dat het voor Quintessence financieel gezien een goede deal was. ‘Ik ben met veel mensen uit verschillende beroepsgroepen in contact gekomen.’
Wallaart heeft geleerd dat sponsoring ook wat flexibiliteit vergt. Zo werd online content soms later geplaatst dan afgesproken. ‘Dat is ook lastig als de focus van een team volledig op een toernooi ligt. Dan denk je er niet over na dat er op social media nog een post van de sponsor moet komen. Dat is begrijpelijk.’
Vijf tot tien clubs
Vermogensbeheerder Valuedge pakt sponsoring klein aan, maar heeft wel meerdere projecten lopen. Dit jaar sponsort de vermogensbeheerder vijf tot tien clubs. ‘We willen gezien worden, zonder dat we het er te dik bovenop leggen’, stelt oprichter Renco van Schie, die onder meer de lokale rugbyvereniging en zeilclub sponsort. Valuedge neemt bovendien businesslidmaatschappen af bij de golfclub. ‘We spelen er zelf en we komen daar de ondernemende klant tegen. Het is vaak een makkelijke manier om met nieuwe mensen in gesprek te komen. We krijgen best veel waarde voor het geld.’ Ook helpt de vermogensbeheerder klanten weleens aan sponsoring.
Het bedrag van sponsoring bepaalt Van Schie aan de hand van de voorziene exposure. ‘We sponsoren voor enkele honderden euro’s aan golfballen en dan worden we twintig weken lang genoemd in het golfmagazine. Een bord bij de rugby hangt er het hele jaar. We kijken naar hoe vaak we worden genoemd en wat we ervoor betalen, maar we hebben er geen vaste rekenformule voor.’
Van Schie vindt sponsoring een toegankelijkere manier om mensen te helpen dan via goede doelen. De overheid wil graag dat vermogende particulieren meer gaan bijdrage aan goede doelen. ‘Dan wordt er weleens gezegd of vermogensbeheerders niet een grotere rol moeten spelen door klanten die richting op te duwen. Maar een klant adviseren om duizenden euro’s te schenken aan een goed doel, kun je al snel zien als bemoeienis met hoe die klant zijn leven lijdt en hoe hij zijn geld uitgeeft. Dat vind ik vrij ver gaan.’
Geld voor zorg
Fondsmanager Simon van Veen van het Sustainable Dividends Value fund kijkt niet zozeer naar sponsoring, maar vindt het wel belangrijk om op een andere manier een bijdrage te leveren. Sinds 2020 is hij bestuurder van het Mr. Roelsefonds, een fonds waarin geld zit van mensen die een deel van hun vermogen nalieten aan de zorginstelling waar zij zijn overleden. De opbrengsten uit het fonds moeten ten goede komen aan de mensen die nu te maken hebben met langdurige zorg in de het Gooi- en Vechtstreek. Er worden onder meer duofietsen van gekocht of leerscholen opgezet voor de verdere opleiding van personeel in verzorgingstehuizen. Door zijn financiële kennis aan te wenden voor het beheer van een pot vermogen, hoopt Van Veen een bijdrage te kunnen leveren aan de zorg en aan mensen die daarvan afhankelijk zijn.
Van Veen kwam bij het Roelsefonds terecht, omdat zijn vrouw als psycholoog in de zorg werkt. ‘Dan krijg je thuis best veel mee over wat er goed en minder goed is geregeld in de zorg’, stelt hij tegenover Investment Officer. Waar zijn vrouw dag in dag uit een bijdrage levert aan de samenleving, heeft Van Veen soms het idee dat hij juist het omgekeerde doet door vermogende klanten nog meer geld te laten verdienen. ‘Uiteraard beleggen we met het Sustainable Dividends Value op een duurzame manier en helpen we bedrijven aan financiering, maar dat is van een andere orde van grootte dan iemand die zijn hele leven werkt in de gezondheidszorg.’
Niet direct beleggingsideeën
Van Veen stelt dat zijn werk aan het Mr. Roelsefonds hem een netwerk buiten de financiële sector heeft gebracht en dat hij daarmee bewuster is geworden van wat er zich buiten die muren afspeelt. ‘De financiële sector is vooral erg met zichzelf bezig. Dat is wellicht ook logisch, omdat er op de beurs altijd wel wat te doen is. Maar ik denk wel dat het belangrijk is om ook bewust te zijn van de wereld daarbuiten. Sommige dingen zijn nu eenmaal relevanter dan wat we in de financiële wereld doen.’
Van Veen stelt in korte tijd veel te hebben geleerd over de medische sector, mede dankzij vele gesprekken met biotechbedrijven. ‘Het zijn niet direct bedrijven waarin het Sustainable Dividends-fonds zou investeren, want er wordt vaak geen winst geboekt en geen dividend uitgekeerd, maar het is ontzettend leuk om met deze bedrijven te spreken en te sparren, ook als dat voor ons beleggingsfonds niet direct beleggingsideeën oplevert.’
Van Veen zou op termijn sponsoring ook kunnen overwegen. ‘Mijn oudste zit op hockey, dus het sponsoren van een hockeyteam zou een eerste stap kunnen zijn. Zelf ben ik gek op schaatsen, dus een bord langs de schaatsbaan lijkt mij ook leuk.’
Van Veen heeft ‘geen idee’ wat hij daarvan mag verwachten. ‘Sponsoring doe je om meer naamsbekendheid te krijgen, maar ik denk dat het organiseren van veel bijeenkomsten met interessante sprekers uiteindelijk de beste optie is. Sponsoring doe je vooral vanuit persoonlijke interesse, niet vanuit de gedachte dat het echt wat oplevert.’