Illustratie: De Beeldleveranciers
i-rLmhqpj-XL.jpg

Sinds april dit jaar kunnen dga’s niet langer in hun eigen zaak pensioen opbouwen. Dit zijn de andere opties.

Zo’n 160.000 directeur-grootaandeelhouders hebben pensioen in hun eigen bv opgebouwd. Nu dat niet meer kan, moet de dga die pensioen wil opbouwen dit op een andere manier doen. Wat doen vermogensbeheerders, verzekeraars en andere financiële partijen om hem of haar in de nieuwe situatie te helpen met de opbouw van pensioen?   

Een belangrijk aandachtspunt voor de dga, zegt Peter Ronteltap, directeur marketing bij Zwitserleven, zijn de aanvullende risico’s. ‘Veelal bouwde hij in zijn bv pensioen voor zichzelf op. Daarnaast verzekerde hij het nabestaandenpensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bij een verzekeraar. Nu hij stopt met de opbouw van pensioen in zijn bv, moet de dga zijn pensioenverzekering aanpassen. Het is zaak om goed te kijken wat er dan met het nabestaandenpensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid gebeurt. Als deze dan komen te vervallen, kan de dga overwegen deze risico’s op een andere manier af te dekken.’ 

Volgens Marcel Wallage van PensioenVizier, gevestigd in Sneek en Amsterdam, ligt de bal in eerste instantie niet bij de financiële instellingen, maar bij financieel adviseurs, pensioenadviseurs en financieel planners. ‘De meeste dga’s hebben het redelijk gehad met financiële producten. Zij hebben vooral behoefte aan integraal financieel advies over hun oude dag. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar wat officieel “pensioen” heet, maar ook naar zaken als de waarde van de onderneming, beleggingen en vastgoed.’ 

Bedenk daarbij dat veel dga’s toch al jaren geen pensioen in eigen beheer meer opbouwden. Dat was onaantrekkelijk geworden door de lage rente en de steeds strengere regels van de Belastingdienst. Bovendien werd het pensioen in eigen beheer door veel, zo niet de meeste, dga’s niet in de eerste plaats gezien als een pensioenvoorziening, maar als een extra aftrekpost.

Dga’s die wel een alternatief voor het pensioen in eigen beheer zoeken, zullen soms een pensioenverzekering met een uitgebreide dekking afsluiten. Maar velen zullen de voorkeur geven aan een combinatie van oudedagsvoorzieningen. Denk aan een lijfrente in combinatie met een overlijdensrisicoverzekering; of een sobere pensioenverzekering, om een minimuminkomen te garanderen, in combinatie met beleggen in box 3 voor de extra’s. 

De uiteindelijke keuze zal niet alleen worden bepaald door het fiscale voordeel en de mate waarin de dga de risico’s van voortijdig overlijden en van arbeidsongeschiktheid wil afdekken — de traditionele overwegingen. De huidige dga kijkt meer dan voorheen ook naar kosten en flexibiliteit.   

De dga die een oudedagsvoorziening wil opbouwen heeft nu nog de volgende opties: 

Lijfrente

U mag jaarlijks geld opzijleggen voor een lijfrente bij een bank of bij aanbieders als Brand New Day, ZZP Pensioen, BrightPensioen en sinds kort ook DeGiro. Verzekerde lijfrentes of lijfrentepolissen worden nauwelijks nog aangeboden. Wel hebben de meeste verzekeraars speciaal om bancaire lijfrentes te kunnen aanbieden een bank opgericht, zoals Aegon Bank en Nationale-Nederlanden Bank.

U kunt bij sommige aanbieders alleen sparen, maar het meest logisch is dat u het geld belegt. Alleen dan bouwt u een behoorlijk pensioen op. Bij de spaarvariant houdt u niet eens de inflatie bij. De jaarlijkse inleg voor een lijfrente wordt gemaximeerd door de zogeheten jaarruimte.   

Pensioenverzekering

Dga’s kunnen, net als andere werknemers, pensioen opbouwen bij een pensioenverzekeraar. Een dergelijke verzekering moet aan andere eisen voldoen dan een lijfrente en is per definitie levenslang. Voordeel van een pensioenverzekering is dat alle risico’s — overlijden, lang leven en arbeidsongeschiktheid — in één keer kunnen worden afgedekt. 

Gerrit-Jan Doorneweerd van Doorneweerd Pensioenadvies uit Amsterdam ziet langzamerhand dat verzekeraars de dga herontdekken. Jarenlang hield de dga het geld liever in de bv en sloot bijna niemand meer een pensioenverzekering af. ‘Dga’s bouwden vaak vooral pensioen in eigen beheer op vanwege het belastingvoordeel. En adviseurs verloren soms uit het oog dat pensioen draait om het afdekken van risico’s en niet om het behalen van maximaal fiscaal voordeel. Ik verwacht de komende tijd echter dat de vraag naar pensioenverzekeringen weer zal toenemen.’

Vermogensopbouw in de bv

Veel dga’s bouwen vermogen op in hun bv. Zij beleggen het geld dat niet nodig is voor hun onderneming en dat zij ook niet in privé nodig hebben. Bij een laag rendement is beleggen in de bv voordeliger dan beleggen in privé, waar het vermogen in box 3 wordt belast. Bovendien zijn verliezen in de bv aftrekbaar, net als de kosten voor het vermogensbeheer. 

De dga die belegt in zijn bv doet er goed aan vooraf een plan te maken. Om de geldstromen overzichtelijk te houden, kan de dga overwegen om een aparte beleggings-bv op te richten.  

Vermogensopbouw in privé

Hiervoor geldt hetzelfde als bij vermogensopbouw in de bv. Alleen als het rendement na aftrek van de kosten op lange termijn hoger is dan ongeveer 3 procent (het exacte percentage hangt af van de omvang van het totale vermogen in box 3) is het voordelig om in privé vermogen op te bouwen. Is het verwachte rendement lager, dan is het voordeliger om in de bv te beleggen. 

PPI

De dga kan (nog) niet terecht bij een premie pensioeninstelling, oftewel PPI. Dat is een instelling die uitsluitend pensioen opbouwt en niet uitkeert. Daarvoor moet u op de pensioendatum naar een verzekeraar. ‘Maar’, zegt Herman Kappelle, hoogleraar pensioenrecht en directeur van Aegon Adfis: ‘Het is naar verwachting een kwestie van tijd voordat de PPI ook voor de dga een toegelaten verzekering wordt.’   

Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van juni.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No