Mifid II veroorzaakt ingrijpende veranderingen in de vermogensbeheersector. Bij de privébanken is iedereen druk in de weer - van de informaticadienst en de compliance officers tot de beheerders en de klantenverantwoordelijken.
De nieuwe richtlijn treft vooral het vermogensbeheer dat in een gepersonaliseerde klantenservice voorziet, vertelt Vincent Delfosse, Head of Investment Products & Advisor bij Deutsche Bank Belgium aan Investment Officer. ‘We kunnen ervan uitgaan dat in bepaalde kleine structuren deze zeer gepersonaliseerde vorm van vermogensbeheer zal verdwijnen omwille van de investeringen in informatica die de regulering vereist.’
Zware procedurelast
Wat de profilering van de klant betreft, is er geen grote revolutie gaande in vergelijking met de eerste versie van Mifid, ook al zijn sommige voorschriften strikter. Toch is voor het verloop van het adviseringsproces een aantal bijkomende stappen toegevoegd die de procedurelast verzwaren, ziet Delfosse.
‘De beheerder moet absoluut zeker zijn dat de klant zich in de doelgroep bevindt die hij adviseert. Deze doelgroep dient te worden bepaald door de uitgever van het fonds. Daarbij dient ook de raadgever de impact van zijn advies op de samenstelling van de portefeuille te verantwoorden.’
Bovendien moet een verslag van het onderhoud met de klant worden opgemaakt en dienen de telefonische gesprekken te worden bewaard. Bij ieder voorstel moet er ook op worden toegezien dat de klant transparantie krijgt over de kosten die de transactie met zich meebrengt, voegt Delfosse toe.
‘Het gaat hier niet alleen om een overzicht van de kosten, maar ook om het aantonen van de impact die deze kosten zullen hebben op de prestaties van het product. Het verzamelen van al deze gegevens voor elk advies dat aan iedere klant wordt verleend, veronderstelt dus een enorme investering qua tijd en informaticatools.’
Afstand of verschuiving
Delfosse: ‘In deze context kunnen we verwachten dat sommige actoren - en dan vooral de kleinste - voor een keuze staan. Ofwel voeren ze deze adviesactiviteit af, ofwel wordt de activiteit voorbehouden voor de meer kapitaalkrachtige klanten en afgevoerd voor de kleinere portefeuilles. Anderzijds kan worden geopteerd voor standaardadvies.’
De nieuwe regels vormen ook een barrière voor nieuwkomers in de sector; er is een aanzienlijke infrastructuur nodig om deze dienstverlening te kunnen geven, zegt Delfosse. ‘Vermogensbeheerders kunnen anderzijds bij hun klanten aansturen op vrijblijvend advies, wat in zeker opzicht minder vereisten stelt omdat het een gesprek, een beheermandaat en minder regelmatig advies inhoudt. Naar aanleiding van Mifid II zal de vermogensbeheersector in België zeker een aantal veranderingen ondergaan.’