ML_2_tcm_86-252045.jpg

Voeding is een grote megatrend, en nog te weinig bekend bij beleggers. Voeding en technologie hangen nauw samen. ‘We staan in oog met een nog grotere dreiging’, stelt Belfius.

In november 2022 werd het Belfius Equities Innov=Eat fonds (ISIN-code: BE6333898896) boven het doopvont gehouden met Belfius Bank als distributeur, Belfius Investment Partners als beheerder en Candriam als investment manager. Het aandelenfonds belegt in bedrijven die bijdragen tot de duurzame productie van (voldoende) voedsel en/of die gezonder voedsel leveren. Dit themafonds, dat valt onder artikel 9 van de SFDR, is het negende toekomstfonds bij Belfius. Investment Officer sprak met fondsbeheerder Marie Lannoy (foto) om ons de nieuweling toe te lichten.

Waarom lanceert u dit fonds precies nu?

Marie Lannoy: Naast uitdagingen zoals de opwarming van de aarde, de energiecrisis en afvalverwerking staan we oog in oog met nog een andere grote dreiging, namelijk voedselonzekerheid. Afgelopen zomer was een wake-up call. Het bleek duidelijk dat Rusland en Oekraïne vitale voedselleveranciers waren voor velen, voornamelijk voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat was zeker het geval toen de graanprijzen deze zomer hun top bereikten. Gezondheid voor iedereen, duurzaamheid van onze landbouwgrond, afbouw van het gebruik van pesticiden en droogte zijn belangrijke elementen die vragen voor structurele oplossingen. In vele gevallen bestaan die oplossingen al en is het ons doel om te investeren in de bedrijven die inzetten op innovatie die meehelpt, op een verantwoordelijke en duurzame manier, aan de ontwikkeling ervan.

Kan de lancering van het fonds in een ruimere strategie van Belfius worden geplaatst?

Marie Lannoy: Zeer zeker. Belfius en Candriam zijn pioniers in investeringen die inzetten in de afbouw van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen, de ontwikkeling van een circulaire economie, innovatie in de gezondheidszorg en welzijn. Dit fonds is een logische nieuwe stap zowel vanuit een ethisch als financieel standpunt. Met Belfius Equities Innov=Eat breiden we trouwens ons aanbod aan toekomstfondsen verder uit: thematische beleggingsfondsen die inspelen op de grote uitdagingen van de samenleving en tegelijk naar een mooi financieel rendement streven. We doen dat al enkele jaren, en zowel onze rendementen van onze beleggingsoplossing als het commercieel succes bewijzen dat we de juiste keuzes maken. 

Waarom ziet u de voedingssector de komende jaren zo sterk groeien?

Marie Lannoy: Enkele megatrends liggen aan de basis van de wereldwijde voedingsuitdagingen en de verwachte groei voor de toekomst. Alleen al door de verwachte bevolkingsgroei tot 2050, wordt een stijging van de vraag naar voedsel verwacht van 60 procent. Uit onderzoek blijkt ook dat 35 procent van de bevolking geen voedselzekerheid zal kennen en dat de helft een ongezonde levensstijl zal hebben. Aan de stijging van de vraag zal moeten voldaan worden met een gelijkblijvend aanbod van hulpbronnen zoals landbouwgrond en watervoorzieningen. Het productieproces wordt ook meer en meer onder druk gezet door wijzigingen in het klimaat (droogte, vrieskou, overstromingen, …). Al die elementen leiden ertoe dat we een sterke groei verwachten in de voedingssector. 

Hoe ver staan we al in de weg naar efficiënte en gezondere voedingsproductie?

Marie Lannoy: We merken dat het al ‘top of mind’ is bij heel wat bedrijven om een stap te zetten in de richting van een efficiëntere en gezondere voedingsproductie. Sommige bedrijven ontwikkelen technologie en digitale oplossingen die positief bijdragen tot productiviteitsstijging. Andere bedrijven zetten quota’s of targets naar voor in productherformuleringen om hun productenaanbod gezonder te maken. We zien ook een grote focus op kwaliteit en kwaliteitstesten van het proces en de producten. Op vlak van afval en voedselverspilling, momenteel gaat nog ongeveer een derde verloren tussen producent en consument, zijn ook al belangrijke stappen gezet met bijvoorbeeld het ontwikkelen van verpakkingen die de inhoud langer vers houden zonder er bewaarmiddelen aan toegevoegd moeten worden. Er is wel nog een lange weg te gaan. Als we de productiviteit in het proces willen blijven garanderen, maar minder gebruik mogen maken van hulpmiddelen zoals meststoffen om de biodiversiteit en de landbouwgrond te beschermen, zullen nog extra investeringen nodig zijn. 

GRaf

In uw beleggingsproces is de eerste fase een thematische screening. Wat moeten we daaronder verstaan?

Marie Lannoy: In een eerste stap creëren we met behulp van artificiële intelligentie een lijst van mogelijke kanshebbers voor een plaats in het universum. Daarna volgt een thematische screening waarin we de omzet en investeringen van bedrijven analyseren en op zoek gaan naar de link met ons thema, ofwel de efficiënte en duurzame productie, ofwel het aanbieden van gezonde voeding of alternatieve proteïnen. Afhankelijk van het product of dienst waaruit het bedrijf hun omzet haalt, worden andere zaken gescreend. Gaat het om een voedingsbedrijf dan analyseren we hun productenaanbod, hoe gezond de producten zijn of welke targets naar voren worden geschoven om de producten gezonder te maken. We analyseren ook of het bedrijf eventueel al producten heeft moeten terugroepen en welke acties ondernomen zijn om dat te voorkomen in de toekomst. Hebben we te maken met een bedrijf dat we kunnen linken aan een efficiënte en duurzame productie, dan willen we begrijpen hoe hun innovatieve producten een verschil kunnen maken ten opzichte van de huidige manier van werken. 

 

Hoe bepaalt u de ESG-screening en over welke ESG-score moeten bedrijven beschikken om in aanmerking te komen?

Marie Lannoy: Als eerste onderdeel wordt geverifieerd dat bedrijven, voor ze kunnen opgenomen worden in het beleggingsuniversum van het fonds, moeten voldoen aan het ESG-beleid van Belfius, weergegeven door de Transition Acceleration Policy. Candriam heeft een intern gespecialiseerd team dat volledig gefocust is op ESG-screening. Zij hebben een standaardproces waarin ze analyse doen naar de bedrijfsactiviteiten en de belanghebbende van het bedrijf alsook kijken ze na of het bedrijf voldoet aan het globale compact van de Verenigde Naties. Elk bedrijf krijgt een score van 1 tot 10. Voor ons fonds hebben we ervoor gekozen om enkel de bedrijven toe te laten die voldoen aan score 1 tot 5. Voor de bedrijven die bij de beste helft van de ESG bedrijven (1-5) zit doen we een extra screening op thematisch relevante en soms wat controversiële topics zoals het gebruik van suiker en zout, productie en consumptie van rood vlees, genetisch gemanipuleerde organismen, het terugroepen van producten en het gebruik van meststoffen.  

Welke bedrijven komen in aanmerking om van de megatrends in voeding te profiteren en een superieure omzetgroei neer te zetten? 

Marie Lannoy: We bekijken het thema vanuit twee standpunten. Langs de ene kant zijn we geïnteresseerd in bedrijven die een positieve bijdrage leveren in het productieproces. Dat zijn bijvoorbeeld bedrijven die technologische oplossingen ontwikkelen om het planten van zaden efficiënter te laten verlopen. Die bedrijven ontwikkelen software waardoor de boer heel accuraat kan planten op de beste afstand van elkaar, net diep genoeg onder de grond, om de output te maximaliseren. Voedselverspilling is ook een belangrijk aspect in het werken naar een efficiënte voedselketen, vandaar kijken we ook naar bedrijven die actief zijn in het produceren en ontwikkelen (recycleerbare) verpakking van voedsel. Langs de andere kant focussen we op gezonde voeding. Heel wat bedrijven doen aan productherformuleringen om de hoeveelheid suiker, zout, of vetten te beperken en zo een voedzaam en gezond aanbod te kunnen aanbieden. Om deze producten gezonder te maken, maar toch eenzelfde smaak en textuur te laten behouden, zijn ingrediënten of alternatieve supplementen nodig. 

U wil een portefeuille tussen de 40 à 70 namen. Is het potentiële beleggingsuniversum groot genoeg daarvoor?

Marie Lannoy: Aangezien we een ruime en gedetailleerde thematische screening doen en daarboven op enkel de beste bedrijven selecteren op basis van ESG-score, is ons beleggingsuniversum ietwat beperkter dan voor andere fondsen, maar het is nog altijd breed genoeg om tot een goed presterend fonds te komen en de nodige flexibiliteit te hebben om aanpassingen te doen indien nodig. 

 

Waar vindt u vandaag de meeste waarde in uw beleggingsuniversum? 

Marie Lannoy: De portefeuille belegt in een wereldwijde selectie van aandelen verspreid over meerdere sectoren. Het merendeel van de bedrijven vinden we terug in de industriële sector, materialensector of de voedingssector gezien de thematische insteek van het fonds. Die sectoren worden verder aangevuld met bedrijven uit de gezondheidszorg waar we vaak bedrijven terugvinden die voedingstesten en kwaliteitscontroles uitvoeren. Ook vullen we aan met bedrijven uit de technologiesector, waar we de bedrijven terugvinden die een grote focus hebben op het ontwikkelen van digitale oplossingen voor de (duurzame) landbouw. 

GRaf

Van Farm to Fork is een programma van de EU. Toch is slechts 33 procent van de portefeuille in Europa belegd. Zijn er ondanks de inspanningen te weinig opportuniteiten in Europa?

Marie Lannoy: Aangezien de uitdagingen voor de voedselsector wereldwijd zijn, hebben we ervoor gekozen om het fonds te spiegelen aan de benchmark MSCI World AC. Zo beheren we een gediversifieerde portefeuille met een wereldwijde focus. Daarnaast zijn er zeker ook bedrijven in ons universum die gevestigd zijn buiten Europa, maar een groot deel van hun omzet uit Europese landen halen. 

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No