De toenemende concentratie in aandelenmarkten is een fenomeen dat onder beleggers tot steeds meer consternatie leidt. De groeiende dominantie van Amerikaanse bedrijven op de wereldwijde aandelenmarkt, het oplopende gewicht van de technologiesector in de belangrijkste beursgraadmeters, met de hegemonie van een kleine groep high-profile aandelen verenigd in de zogenaamde Magnificent Seven als belangrijkste exponent van deze trend, blijft beleggers fascineren. Toch lijken de eerste barsten in de suprematie van dit collectief van zeven beursparels zichtbaar te worden.
De rol van technologiebedrijven in de wereldwijde marktindexen heeft een behoorlijke vlucht genomen, vooral in Amerika. In het afgelopen decennium groeide het gewicht van de technologiesector in de S&P 500 index van bijna 16 procent naar 30 procent per eind maart 2024. In de MSCI Japan index steeg het aandeel van de sector van 11 procent naar 16 procent, terwijl technologieaandelen 8 procent beslaan van de MSCI Europe index, een toename van 5 procentpunt ten opzichte van mei 2014. Daarmee komt, vooral in de VS, de piek ten tijde van het hoogtepunt van de dot.com zeepbel uit het jaar 2000 langzaam in het vizier toen de technologiesector 35 procent van de S&P 500 index uitmaakte.
Er zijn echter wel belangrijke verschillen tussen het huidige glorietijdperk voor de sector en de hype van toen. Hoewel er in de huidige markt ook voorbeelden zijn van doorgeschoten euforie, zijn de huidige sentimentbepalende bedrijven in de technologiesector dominant in hun markt, zeer winstgevend en beschikken ze over een uitstekende balans. De hegemonie is dan ook toe te schrijven aan sterke fundamenten en financiële superioriteit, waarbij zelfs de sterk opgelopen rente sinds 2022 geen spelbreker was, in tegenstelling tot de impact die dit had op verlieslatende, risicovolle disruptieve technologiebedrijven.
De concentratie in aandelen is wellicht wat beleggers momenteel het meest bezighoudt. Het gewicht van de tien grootste aandelen in de S&P 500 index, waarin zes van de zeven “magnifieke” aandelen in vertegenwoordigd zijn, is opgelopen van 17,5 procent in mei 2014 naar 32,5 procent per eind april 2024. De weging van de exclusieve club van zeven - Microsoft, Apple, Alphabet, Amazon, Nvidia, Meta, en Tesla - bedraagt 29 procent per eind april, waarmee de marktkapitalisatie van de groep groter is dan van alle bedrijven in de sectoren industrie, defensieve consumentengoederen, energie, basismaterialen, nutsbedrijven en vastgoed die deel uitmaken van de S&P 500. De marktkapitalisatie van deze formidabele kolossen is ook de totale gezamenlijke beurswaarde van bijvoorbeeld de aandelenmarkten van Japan, Canada en het Verenigd Koninkrijk overstegen.
Met een gemiddeld rendement van 107 procent in 2023 hebben de Magnificent Seven een buitenproportionele invloed gehad op de beursprestaties van de Amerikaanse aandelenmarkt. Hoewel de langetermijnvooruitzichten voor de smaakmakers van 2023 onveranderd gunstig zijn, is er wel divergentie te zien in de bedrijfsprestaties en daarmee de koersprestaties. Zo noteren Nvidia, Meta, Amazon en Alphabet allen koerswinsten van tenminste 20 procent in het lopende jaar, maar blijft Microsoft daar met bijna 10 procent koerswinst wat van verwijderd. Dat is nog altijd beduidend beter dan Apple en vooral Tesla, dat in de eerste vier maanden van 2024 ongeveer een kwart van de beurswaarde verloor door afnemende vraag naar elektrische auto’s, druk op de verkoopprijzen, en toenemende concurrentie van Chinese autobouwers. Daarmee lijkt de groep beursfenomenen uiteen te vallen en zijn prijsmomentum en marktdominantie stilaan te verliezen.
Zo lijkt er voorzichtig een einde te komen aan de zeven-eenheid die sinds mei 2023 beleggers het hoofd op hol deed slaan. Wall Street zal er echter geen probleem mee hebben om voor de overgebleven toppers een nieuwe geuzennaam te bedenken, of een nieuwe beursparel toe te voegen om het volgende pakkende acroniem te creëren. Groepen waarin populaire aandelen verenigd zijn, hebben echter vaak een korte levensduur en een aantrekkelijk narratief. Dat gecombineerd met uitstekende rendementen is doorgaans een recept gebleken voor teleurstelling op langere termijn.
De strategieën die prominent op Morningstar’s radar verschijnen, beschikken naar het kwalitatieve oordeel van de fondsanalisten over een solide beheerteam en een gedegen beleggingsproces. Of worden deze kwalificaties toegedicht op basis van een algoritme dat beleggingsfondsen beoordeelt op basis van hetzelfde raamwerk als de fondsanalisten? In deze editie belichten we een fonds dat voldoet aan deze criteria binnen de Morningstar categorie Aandelen Sector Technologie.
Het Polar Capital Global Technology Fund verdient dankzij een High op People en een Above Average op Process een Morningstar Medalist Rating van Gold voor de I Income fondsklasse. De strategie wordt beheerd door een van de sterkste en best toegeruste gespecialiseerde technologieteams in de markt. Lead manager Nick Evans (sinds 2008 betrokken) en comanager Ben Rogoff (sinds 2013) zijn zeer bekwame beleggers met een schat aan ervaring en expertise in de sector. Hun ervaring in combinatie met een team van topmensen om hen heen ondersteunt onze overtuiging.
Het team is van mening dat de innovatieve aard van de technologiesector het mogelijk maakt om aanzienlijke waarde toe te voegen door ontwrichtende nieuwe technologieën vroeg te identificeren en de bedrijven te vinden die het best geplaatst zijn om te profiteren van deze opkomende thema’s, terwijl ook de “blue-sky” speculatiefase vóórdat omzet wordt gegenereerd, wordt vermeden. Ze geloven dat deze op groei gerichte aanpak hen in staat zou moeten stellen om te profiteren van belangrijke technologische ontwikkelingen. Beleggers kunnen daarom onderwegingen verwachten in sommige van de grote gevestigde technologiebedrijven die volgens het team bedreigd kunnen worden door nieuwe technologiecycli.
De aanpak probeert kernthema’s en doorbraakpunten in technologie te identificeren en zo groepen aandelen te vinden die waarschijnlijk de winnaars zullen zijn. Het team gaat op zoek naar bedrijven met hoge toetredingsdrempels, prijszettingsvermogen, hoge groeipercentages en robuuste balansen (meestal netto contanten), met andere woorden: het vermijdt speculatieve bedrijfsmodellen die nog niet zelf-financierend zijn. Vaker wel dan niet vindt het team hogere groeivooruitzichten lager in de kapitalisatieschaal en daarom is er meestal een overweging in mid- en small-cap aandelen.
Hoewel de resultaten die over de laatste drie kalenderjaren gemeten zijn wat tegenvallen, is de belangrijkste oorzaak van deze underperformance de structurele onderweging van de grootste indexcomponenten: Apple en Microsoft. Mochten de twee megacaps ondermaats gaan presteren ten opzichte van het bredere technologie-universum, dan zal deze tegenwind transformeren naar een krachtige meewind.
https://lh7-us.googleusercontent.com/Fk0Bv0Q5Q4Dovwm-VyF0bAvtM3Im3bXJEY…” width=”624” />
Jeffrey Schumacher is directeur manager research bij Morningstar Benelux. Morningstar analyseert en beoordeelt beleggingsfondsen op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Morningstar is een van de kennispartners van Investment Officer en kijkt elke vrijdag analytisch naar een specifieke categorie beleggingsfondsen.