Amerikaanse toezichthouders hebben de regels verruimd die bedoeld waren om beleggingsfondsen en trackers te beschermen tegen beleggers die snel en massaal willen uitstappen.
Afgelopen week besloot de Amerikaanse toezichthouder op de markten, de SEC, dat fondsen en trackers snel genoeg geliquideerd kunnen worden om beleggers hun inleg uit te keren als zij willen uitstappen vanwege bijvoorbeeld stijgende rente en dalende prijzen (zogenoemde redemptions).
De toezichthouder leek met de maatregelen voor te sorteren op een toekomstige verhoging van de rente, waardoor beleggers ‘oude’ obligaties willen verkopen voor ‘nieuwe’ met een hogere coupon. In dat geval zou er sprake kunnen zijn van een massale verkoopgolf, wat met name obligatiefondsen in liquiditeitsproblemen zou kunnen brengen.
De lage rente heeft bijvoorbeeld er ook toe geleid dat beleggers in meer risicovolle obligatie- en creditproducten zijn gestapt die liquiditeitsproblemen zouden kunnen krijgen bij een dergelijke rente-ontwikkeling.
In de Amerikaanse regelgeving is nu bepaald dat beleggingsfondsen beleggers binnen zeven dagen hun inleg moeten terug betalen, maar de praktijk is dat ze dat sneller doen.
Lees het persbericht van de SEC
In de nieuwe regels zijn nu verschillende klassen vastgelegd: van zeer liquide tot illiquide beleggingen. Fondsen moeten een bepaald percentage aan cash aanhouden om beleggers binnen drie dagen te kunnen uitkeren.
Eerdere regelgeving bepaalde dat fondsen een range moesten aanhouden van tussen de 3 en 30 dagen waarin ze het opgevraagde geld van hun klanten uitkeren. Volgens Factset waren die bepalingen met zoveel uitzonderingen omgeven dat het de obligatiemarkt compleet stil zou kunnen leggen.
Beleggingsfondsen en ETF’s moeten uiterlijk 1 december 2018 aan de nieuwe regels voldoen.