De waarderingsverschillen tussen aandelen onderling in opkomende markten, maar ook in Europa, zijn in historisch perspectief groot. Beleggers die daarop inspelen zouden daar de komende twee jaar van kunnen profiteren.
Dat zegt Rick Lacaille, global chief investment officer van State Street Global Advisiors (SSGA), in een gesprek met Fondsnieuws.
‘In opkomende markten heb je aan de ene kant Russische aandelen waarvan de koerswinstverhouding zeer laag is, en aan de andere kant van het spectrum aandelen uit de technologiesector, zoals Alibaba, en die voor dagelijkse consumentengoederen’, aldus Lacaille.
In Europa zijn het de bedrijven met stabiele resultaten die duur zijn, terwijl banken en cyclische bedrijven een veel lagere koerswinstverhouding hebben. ‘Wij denken dat die waarderingsverschillen zullen afnemen. Een advanced bèta of een actieve beleggingsstijl kunnen daarvoor geschikt zijn om op in te spelen.’
Hoewel het sentiment ten aanzien van opkomende markten onder druk staat, ziet Lacaille daar dus zeker nog beleggingsmogelijkheden.
‘Economisch bewijs van hervormingen pakt vaak goed uit voor beleggers, zowel in de aandelen- als de obligatiemarkt. India, Indonesië, Mexico, maar ook China zijn daar goede voorbeelden van. Soms loopt de markt wat vooruit op de effecten van hervormingen, zoals wellicht in India, maar het blijft ook voor 2015 een interessant beleggingsthema’, aldus Lacaille.
Vooral small caps kunnen daarbij interessant zijn, zegt hij, omdat deze bedrijven over het algemeen meer blootstelling hebben aan de binnenlandse markt.
Zorgen over China
De zorgen in de markt dat China mogelijk een harde landing van de economie te wachten staat, zijn volgens het Lacaille overtrokken. De stimuleringsmaatregelen worden volgens hem juist onderschat. ‘Er is zelfs weer sprake van kredietcreatie. En voor bankaandelen geldt dat er al heel wat slecht nieuws is ingeprijsd.’
Voor wie het geduld kan opbrengen en een behoorlijke hoeveelheid volatiliteit kan verdragen, liggen in deze markten kansen. ‘Maar je neemt altijd risico. Net zo goed dat je in mijn ogen het risico loopt te veel te betalen voor consumentenaandelen.’
Als het gaat om het benoemen van aantrekkelijke markten, stelt hij dat je daar altijd vanuit een breed gediversifieerde portefeuille naar moet kijken. Om die reden is hij dan ook nooit fan geweest van de BRIC’s als beleggingsthema.
Europese aandelen
Wat Europa betreft, kan de vlag nog niet uit. Qua herstel van de winstgevendheid is het mogelijk wel de meest interessante regio, maar als belegger moet je er wel een lange adem voor hebben. Maar dit jaar zal de groei niet boven de 2 procent uitkomen, met flinke regionale verschillen bovendien, verwacht Lacaille.
Hoewel aandelen als beleggingscategorie door hem worden overwogen, is hij neutraal ten aanzien van Europese aandelen. De VS blijven overwogen, ondanks de scherpe neerwaartse bijstelling van de verwachte winstgroei. Dit is mede gestoeld op de toename van de consumentenuitgaven die de economie stutten en de winstgevendheid van bedrijven op een hoog niveau zal houden.
Buitengewone tijden
Voor de obligatiemarkt zijn het volgens de cio buitengewone tijden. ‘Over twintig jaar zullen we beslist met verwondering terugkijken op deze tijd, net zoals we ons terugkijkend niet meer kunnen voorstellen dat in 1982 de rente op tienjaars Deens staatspapier 22 procent bedroeg. Lacaille vindt het extreem ruime monetaire beleid gerechtvaardigd nu de markten nog altijd in de helende fase van deze buitengewoon zware crisis zijn.
Door de zeer lage vergoeding op obligaties met een hoge kredietwaardigheid, zoeken beleggers naar meer rendement. Bijvoorbeeld door het hogerop in de yield curve te zoeken of door op te schuiven naar hoger renderende categorieën, zoals high yield-obligaties, in vastgoed of zelfs dividendaandelen.
Risicobudget
De CIO waarschuwt echter beleggers die de keuze hebben om uit staatsobligaties te stappen om eerst goed te bepalen wat hun risicobudget is, door onder meer limieten te stellen aan de maximum drawdown en volatiliteit. Daarmee voorkomen ze dat ze onverwachts posities moeten afbouwen en hun beleggingsdoelen moeten bijstellen.
Is er ruimte om een deel van de portefeuille te verruilen voor hoger renderende beleggingen, dan adviseert Lacaille om naar de creditmarkt te kijken. ‘Met een iets wat aantrekkende groei van de wereldeconomie dit jaar, zal de default rate naar verwachting niet stijgen. Een verkrapping van de spreads verwacht ik echter evenmin, maar als belegger pak je dan wel een mooie vergoeding.’
Beleggers in de high yield markt dienen wel oog te hebben voor de kwaliteit van nieuwe uitgiftes, daar het aantal met schuld gefinancierde overnames toeneemt. Dit is nu echter nog een klein deel van de markt, net als de obligaties die zijn uitgegeven door bedrijven actief in de schalie-industrie, waarvan de inkomsten sterk onder druk zijn komen te staan door de gedaalde olieprijs.
Op de wat langere termijn zou het herfinancieringsrisico kunnen toenemen, doordat de rente naar verwachting zal oplopen en bedrijven met hogere lasten te maken krijgen. Dit is echter een ‘slow burning’ effect.
Staatsobligaties van landen als Duitsland volledig weren uit een gespreide portefeuille raadt hij niet aan. ‘De waarde van deze beleggingen kan nog altijd toenemen, helemaal als de Europese economie plotseling in elkaar stort. Dergelijke obligaties zijn dan een belangrijk verzekeringsinstrument.’