Het is als met slagroom eten - het is heerlijk, maar in één keer heb je er schoon genoeg van. Zo is het ook met Amerikaanse aandelen. Tot voor kort smulde vrijwel iedere zichzelf respecterende internationale belegger ervan. Maar nu keert iedereen zich er vanaf. De reden? Hoogtevrees.
Uit de jongste peiling van Bank of America Merrill Lynch onder fondsmanagers blijkt dat zij hun enthousiasme voor Amerikaanse aandelen in snel tempo verliezen en uitwijken naar lager gewaardeerde Europese en Japanse aandelen.
Hoewel in de discussie nog maar beperkt vermeld, is de reden voor de behoedzaamheid onder meer gelegen in de signalen die voortkomen uit twee belangrijke marktindicatoren: de zogenoemde Warren Buffett indicator en de Shiller P/E.
Warren Buffett Indicator
’s Werelds rijkste belegger Warren Buffett mag graag zijn favoriete waarderingsindicator vermelden om duidelijk te maken of aandelen nog aantrekkelijk gewaardeerd zijn of niet. Zijn Warren Buffett indicator vergelijkt de waarde van de aandelenmarkt met het bruto binnenlands product. Als de waarde van de aandelenmarkt groter is dan het bbp, is dit een reden om voorzichtig te zijn.
Dat is op dit moment het geval. De indicator - marktkapitalisatie versus bruto binnenlands product - staat in de Verenigde Staten op 128. In 2008 werd een stand van ongeveer 118 bereikt en werd een koersdaling van meer dan 50 procent ingezet en rond 2000 was zelfs sprake van een stand van 153 procent en volgde een forse koersval.
Probleem is dat de oude waarderingsmodellen niet meer goed werken. Dat komt door het beleid van kwantitatieve verruiming dat centrale banken hebben ingezet om de een depressie zoals in 1929 te voorkomen. Een gevolg van het beleid is dat aandelen het vrijwel over de hele linie sinds 2009 zeer goed hebben gedaan, maar fundamentals spelen daarin geen rol meer.
Opkoopprogramma en buy backs
De zeer sterke performance op de aandelenmarkten is een gevolg van het opkoopprogramma van de centrale banken, waarmee liquiditeit in de markten wordt gepompt en een inkoopbeleid van aandelen door bedrijven is ingezet dat zonder precedent is. Door dit laatste is sprake van een zeer sterke groei van de winst per aandeel, wat echter onhoudbaar is. Zonder deze zogenoemde buy backs zou een meerderheid van de S&P-bedrijven minder dan 10 procent winstgroei zien, zeggen analisten.
De Warren Buffett indicator maant tot behoedzaamheid. Analisten waarschuwen dat deze indicator alsook de zogenoemde Shiller P/E wijzen op lange termijn negatieve rendementen. Historisch ligt de Warren Buffett indicator op een gemiddelde van 85 procent.
De Shiller P/E staat op 27,3 procent, wat 64,5 procent hoger is dan het historisch gemiddelde van 16,6 procent. Alleen in 1929 en in 2000 was de ratio hoger dan op dit moment het geval is. Toen werden niveaus van 44,2 procent bereikt.
Weliswaar hebben de bovengenoemde indicatoren vooral betrekking op Amerikaanse aandelen, maar als het tot een koerscorrectie in de VS zou komen dan leert de geschiedenis dat alle markten snel worden meegetrokken.