Michele della Vigna, Goldman Sachs
i-JBp43kw-L.jpg

Waterstof zal een hoofdrol spelen in de energietransitie en daardoor volop kansen bieden voor beleggers. Het blijft echter wel zaak om de diversiteit van de waterstofmarkt niet te onderschatten.

Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerd rapport van Candriam: “Hydrogen power - Enabling a virtuous decarbonisation loop”. De asset manager stelt dat de sector momenteel de wind in de zeilen heeft en dat dit momentum nog niet voorbij is.  

De recente overheidsmaatregelen om het potentieel van waterstof als energiebron van de toekomst onder de aandacht te brengen, hebben de prestaties van bepaalde waterstofaandelen een sterke boost gegeven. Sommige koersen zijn de afgelopen twaalf maanden zelfs verdrievoudigd. 

Vincent Compiegne, hoofd ESG investment & research bij Candriam, licht dit toe: ‘Overheden, beleggers en sectoren zetten alles op alles om het Parijse Klimaatakkoord te respecteren. Daarom moeten we alternatieve energie-oplossingen bedenken die onze wereldwijde inzet om een koolstofarme economie te worden kunnen versterken. Waterstof zal niet de enige manier worden om CO2-neutraal te worden, maar voor specifieke sectoren zoals staal- en cementproductie kan het leiden tot minder energie-intensiteit in vergelijking met traditionele bronnen. Bovendien is uit ons onderzoek gebleken dat technologische vooruitgang en dalende kosten voor hernieuwbare energie waterstof op de kaart hebben gezet als een aantrekkelijke langetermijnkans voor beleggers.’

Waterstofmarkt uiterst divers

Het rapport benadrukt echter ook dat de waterstofmarkt zeer divers is en dat langetermijnbeleggers in de eerste plaats aandacht moeten besteden aan de omvang van de potentiële waterstofmarkt en in welke ontwikkelingsfase verschillende projecten zich bevinden.

Afhankelijk van de manier waarop de technologieën worden gebruikt en de vereisten in de verschillende sectoren, bevinden waterstoftechnologieën zich namelijk in uiteenlopende ontwikkelingsfasen. Zo zijn er bijvoorbeeld toepassingen voor treinen die nu al worden getest, maar zijn ook andere die op zijn vroegst pas over twintig jaar economisch haalbaar zijn. Dit geeft beleggers de mogelijkheid om te diversifiëren tussen verschillende projecten, tijdshorizons of businessmodellen.

Net als Candriam beschouwt ook Goldman Sachs Global Investment Research (GIR) waterstof als de belangrijkste aanjager van de energietransitie. Michele della Vigna (foto), hoofd commodity equity research, doet al meerder jaren onderzoek naar de economische gevolgen van klimaatverandering en in het bijzonder voor de energiesector. Hij is één van de auteurs van de uitvoerige studie “Carbonomics: The Future of Energy in the Age of Climate Change”. 

Belangrijke rol bij aanstaand economisch herstel

In een recent paper stellen Della Vigna en zijn mede-auteurs dat schone energietechnologieën een belangrijke rol zullen spelen bij het aanstaande economisch herstel. Op basis van de door hen ontwikkelde Carbonomics-kostencurve schatten zij in dat schone technologie het potentieel heeft om 1.000 à 2.000 miljard dollar per jaar aan investeringen in groene infrastructuur te stimuleren en wereldwijd 15-20 miljoen banen te creëren door middel van publiek-private samenwerking, zoals bijvoorbeeld “The Green Deal”.

‘Hernieuwbare energie zal naar schatting in 2021 het grootste uitgaventerrein in de energiesector worden en voor het eerst in de geschiedenis olie en gas overtreffen. Dit wordt gedreven door de kapitaalkosten die steeds verder uiteenlopen: tot 20 procent voor langetermijnolieprojecten en 3-5 procent voor hernieuwbare energiebronnen’, wordt in het rapport geschreven. 

Door de toenemende betrokkenheid van de kapitaalmarkten bij klimaatverandering is er volgens Goldman Sachs GIR sprake van een seismische verschuiving in kapitaalallocatie. Want hoewel veel beleggers denken dat de huidige focus op decarbonisatie voortkomt uit opgelegd beleid, zijn de beleggers volgens Della Vigna juist zelf de drijvende kracht door hun toenemende aandacht voor duurzaamheid en klimaatverandering. 

Historisch keerpunt

‘We bevinden ons nu op een historisch keerpunt waarop beleggers compleet andere kapitaalkosten gaan rekenen voor CO2-intensieve bedrijven. Dit maakt het voor deze bedrijven moeilijker om hun bedrijfsactiviteiten gefinancierd te krijgen en dit heeft ook een negatief effect op de mogelijkheden om nieuwe waterstofprojecten te financieren. Zo ontstaat er als het ware een vicieuze cirkel waarin energie-investeringen steeds meer richting koolstofarme technologieën stromen en CO2-intensieve bedrijven steeds meer in het nadeel raken’, zegt Della Vigna in een gesprek met Fondsnieuws.

De divergentie zal volgens hem bovendien alleen maar toe blijven nemen. ‘Zowel beleggers als de maatschappij blijven gefocust op CO2-reductie en dat zie ik in de toekomst ook alleen maar groter worden.’

Betekent dit dan het einde voor de traditionele energiereuzen? Integendeel volgens Della Vigna. ‘De grote energiebedrijven kunnen juist bijdragen aan de energietransitie. Met hun omvang zijn zij bij machte om te investeren in complexe energietransitieprojecten.’ Projecten die volgens hem evengoed moeten kunnen profiteren van lage kapitaalkosten. ‘De grote oliebedrijven worden hierdoor immers bredere energiebedrijven en olie is nu al goed voor minder dan 50 procent van hun omzet.’

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No