Adviseurs die onder het nationaal regime vallen worden geconfronteerd met het feit dat er geen level playing field is als het gaat om de fiscale behandeling van de beleggingsrekening. Nationaal regimers vragen om een aanpassing in de wetgeving.
De ongelijke fiscale behandeling betreft het advies dat gegeven wordt in box I en box II en in box III van de aangifte. Bij advies in box II (aanmerkelijk belang in een vennootschap) en box III (inkomsten uit sparen en beleggen) kan het advies volledig onafhankelijk worden gegeven en kan een beleggingsportefeuille worden geconstrueerd met verschillende fondsen van diverse asset managers.
Wordt de advisering echter gedaan over de box I-rekening van een klant (inkomen uit arbeid en eigen woning) dan ontstaat er een probleem, zegt Michiel van Vugt van het Fondsenplatform (onderdeel van NNEK) dat vorige maand een voorlichtings- en discussiebijeenkomst organiseerde met adviseurs die onder het nationaal regime vallen.
Geen onafhankelijk advies mogelijk
‘Door een weeffout in de wet kan dan namelijk geen onafhankelijk advies worden gegeven en moet worden gekozen uit fondsen van één aanbieder’, zegt van Vugt. ‘Een kwalitatief goed beleggingsbeleid is daarmee al zeer lastig als het niet onmogelijk is. Er wordt dan veelal uitgeweken naar verzekeringsoplossingen, maar dit is vaak ongewenst.’
In de nieuwe Europese regelgeving, Mifid II, over beleggingsadvisering, is bepaald dat advies onafhankelijk moet zijn. Als producten of diensten echter van één partij wordt afgenomen, dan is dat geen onafhankelijk advies in de ogen van de toezichthouder. Adviseurs moeten klanten dan laten weten dat zij geen onafhankelijk advies geven.
In het geval van advies in het kader van box I moet dan een beleggingsverzekering worden bemiddeld. Maar die is in de ogen van Van Vugt besmet, terwijl het geen ideaal product is om vermogen op te bouwen. Idealiter wordt een verzekering gebruikt om een risico af te dekken en als een rekening om vermogen op te bouwen, aldus van Vugt.
Weeffout
Tijdens het debat stelden in de zaal aanwezige adviseurs als financial planners dat er sprake is van een weeffout die hersteld moet worden worden om kwalitatief en box-onafhankelijk advies te kunnen geven.
Het nationaal regime is van kracht sinds 2008 en geldt voor adviseurs die adviseren over financiële instrumenten en orders doorgeven, zoals beleggingsfondsen. Wie onder het nationaal regime valt kan beleggingsdiensten verlenen zonder dat men over een Mifid-vergunning hoeft te beschikken.
Onder het nationaal regime vallen 3.000 adviseurs. Van hen maken volgens NNEK 200 ook daadwerkelijk gebruik hiervan. Sinds de invoering van het nationaal regime in 2008 zijn 75 nieuwe vergunningen aangevraagd.
Dit is het derde en laatste deel in een drieluik over financiële dienstverleners die onder het Nationaal Regime vallen.
Meer achtergronden over dit thema op Fondsnieuws: