Het invoeren van een provisieverbod brengt grote veranderingen in de markt van beleggingsadvisering teweeg. Het brengt de belangen van klanten en adviseurs op één lijn, wat de kwaliteit van de dienstverlening ten goede moet komen, en heeft grote veranderingen in het productlandschap tot gevolg.
Vooral goedkope indexproducten en totaaloplossingen zoals profielfondsen en fund of funds profiteren van een provisieverbod voor beleggingsdiensten.Het aantal adviseurs in een land neemt er vaak door af en de marges van fondshuizen komen erdoor onder druk te staan. En de klant? Die is niet per se goedkoper uit, zo blijkt uit een onderzoek van de Fondsnieuws-redactie.
India
India geldt als voorbeeld van hoe het niet moet. Het land kende een systeem waarbij bij het aankopen van een fonds direct een percentage van de inleg werd ingehouden ten gunste van de adviseur.
Met ingang van augustus 2009 mocht dit nagenoeg van de ene op de andere dag niet meer. In de jaren daarna nam de instroom in aandelenfondsen dramatisch af. Deels had dat met het provisieverbod te maken, maar deels had het ook te maken met het feit dat het verbod samenviel met de financiële crisis. Mensen kochten liever goud dan dat ze hun geld in beleggingsfondsen staken.
Het aantal geregistreerde distributeurs in India is sinds het verbod ook flink afgenomen: van 50.000 naar 8000 tot 10.000, vertelt Bob Hendriks, hoofd retail van BlackRock Nederland, een van ’s wereld grootste assetmanagers die ook in India actief is. (In deze cijfers telt een bank als Citibank als één registratie.)
Volgens Hendriks kent India net als Nederland een systeem van ‘open architecture’. De afgelopen jaren zijn distributeurs echter fors minder fondsen gaan aanbieden. ‘Dit heeft de druk op kleine spelers vergroot,’ zegt hij.
Maar ook de grote fondshuizen hebben volgens hem last van margedruk. Doordat in India alleen de instapfee verboden werd en niet het betalen van een commissie op zich, ontstond er druk op de fondshuizen om distributeurs ergens anders uit te vergoeden.
Hendriks: ‘Als gevolg daarvan gaven fondshuizen in het eerste jaar dat iemand in een fonds zat soms de volledige managementfee aan de distributeur. En omdat een groot deel van de adviseurs in India niet gereglementeerd is, wordt sterk op prijs geconcurreerd om hun loyaliteit te winnen.
Dit jaar zijn er echter nieuwe regels van kracht geworden die de weg vrijmaken voor wél gereglementeerde beleggingsadviseurs.
Hendriks: ‘Hun aantal groeit nog niet heel snel, maar er lijkt een heel nieuw soort financieel adviseur op te staan, die de provisiegedreven “hit-and-run”-achtige adviseurs naar de achtergrond zal drukken.
Australië
In Australië moeten mensen zelf beleggen voor hun pensioen. Het is verplicht hierover onafhankelijk advies in te winnen, vertelt Christian Pellis, wereldwijd hoofd distributie van Amundi Asset Management.
Als gevolg hiervan is een reusachtige markt ontstaan, voegt Mark Oliver, hoofd retail bij BlackRock in Australië, eraan toe. ‘De particuliere beleggersmarkt in Australië beslaat omgerekend zo’n 1.100 miljard euro, het merendeel hiervan zit in individuele pensioenplannen.’
Om de pensioenvoorziening te verbeteren heeft de regering twee hervormingspakketten doorgevoerd. De ene wordt ‘Stronger Super’ genoemd, de andere ‘The Future of Financial Advice’ (FoFA).
De FoFA bevat de aankondiging van een provisieverbod (een werkelijk verbod is er dus nog niet), een verplichting voor adviseurs om in het belang van hun klant te handelen en de regel dat adviseurs hun klanten iedere twee jaar een volledig overzicht van alle kosten moeten geven, waar de klant vervolgens mee moet instemmen, aldus Pellis.
De nieuwe regels zijn sinds juli dit jaar van kracht. Veel adviseurs zijn volgens Oliver daarvoor echter al overgestapt op een model waarin klanten direct moeten betalen voor advies.
Een van de onderdelen van Stronger Super is de introductie van zogenoemde ‘My Super’-fondsen. Dit zijn simpele lage kostenfondsen waaraan de toezichthouder een aantal voorwaarden heeft gesteld. De fondsen moeten bijvoorbeeld twee keer per jaar een volledig overzicht van hun posities publiceren.
Sinds de hervormingen is volgens Pellis de vraag naar goedkope producten, zoals indexfondsen en ETF’s, in Australië toegenomen. Daarnaast komen er steeds meer My Super-fondsen op de markt. Die laatsten nemen in pensioenplannen vaak de plek in van actief gemanagede fondsen.
Oliver van BlackRock ziet de beweging naar goedkope producten ook, en signaleert verder dat adviseurs in Australië op zoek zijn gegaan naar waar hun toegevoegde waarde zit.
Als gevolg daarvan besteden zij de fondsselectie vaker uit of kiezen ze bijvoorbeeld voor fund of funds. Een ander deel biedt toegevoegde waarde door te zoeken naar de goedkoopste beleggingsoplossing voor klanten en weer een ander deel is eigen beleggingsproducten gaan aanbieden, zegt hij.
‘Vergeet bovendien niet dat beleggingsadviseurs in Australië de laatste tijd moesten opboksen tegen rentetarieven van zo’n 6,5 procent.’
Verenigd Koninkrijk
In het Verenigd Koninkrijk geldt sinds begin dit jaar een provisieverbod voor al het nieuwe geld waarover geadviseerd wordt. Het verbod is opgenomen in de ‘Retail Distribution Review’ (RDR).
In april volgend jaar wordt het verbod ook van kracht voor nieuw geld dat belegd wordt via execution only-platforms. Voor het geld dat al in fondsen zit, mogen adviseurs vooralsnog provisies blijven ontvangen. Ook beheer blijft in het Groot-Brittannië buiten schot.
In Brussel wordt echter gewerkt aan de Europese Richtlijn Mifid II. Deze Richtlijn bevat een verbod op provisies voor onafhankelijke adviseurs en voor discretionair beheer. Via deze weg zal het provisieverbod in het Verenigd Koninkrijk (VK) misschien uiteindelijk toch ook voor alle bedieningsconcepten gaan gelden, zoals in Nederland het geval zal zijn.
In het VK is de invoering van het huidige verbod gepaard gegaan met hogere eisen aan adviseurs. Wie adviseur wilde blijven, moest met goed gevolg een examen afleggen. Mede als gevolg van de nieuwe regels is het aantal beleggingsadviseurs flink afgenomen.
Waren er in 2008 nog zo’n 85.000 beleggingsadviseurs, inmiddels zijn dit er nog zo’n 32.000, blijkt uit cijfers van Fidelity. ‘Grote banken als HSBC, Barclays en Santander zijn helemaal gestopt met het geven van beleggingsadvies’, aldus hoofd productontwikkeling Ed Dymott van Fidelity Worldwide Investment. ‘In plaats hiervan bieden zij nu op internet totaaloplossingen aan.’
Net als in de andere landen verwacht de Britse assetmanager Schroders dat ook in het Verenigd Koninkrijk druk op de marges van fondshuizen zal ontstaan als gevolg van het provisieverbod.
‘Het is moeilijk deze druk nu al te kwantificeren, want we zijn nog maar elf maanden op weg’, zegt James Rainbow, hoofd UK Financial Institutions & StrategicAccounts bij Schroders.
‘Een van de redenen waarom we wel druk verwachten is dat de prijzen van fondsen traditioneel bepaald werden door de fondshuizen. Zij bepaalden ook hoeveel zij adviseurs wilden betalen voor hun service.
Nu is het precies andersom. Adviseurs bepalen hoeveel zij willen hebben voor hun service en welke producten ze tegen welke prijs willen afnemen. Zij kunnen nu zeggen: wil je meedoen, dan moet je prijs omlaag.
Verder kijken adviseurs nu bewuster waar hun toegevoegde waarde zit; het selecteren van fondsen besteden ze vaker uit. Ook dat geeft neerwaartse druk op de prijzen omdat fondsselecteurs volumekorting kunnen eisen.’
Rainbow vervolgt: ‘Adviseurs besteden vaker zaken uit om zich beter op de relatie met de klant te kunnen toeleggen. Je ziet een trend richting multi-assetfondsen, fund of funds en discretionair beheer. Daarnaast neemt de vraag naar ETF’s toe.
Door ook met goedkopere producten te werken, houd je de totale kosten vanje beleggingsdienstverlening laag.’
Net als in India is echter wel de vraag in hoeverre dit een gevolg is van het provisieverbod. ‘In Frankrijk neemt de vraag naar totaaloplossingen en ETF’s ook toe en wij hebben geen provisieverbod’, zegt Pellis van Amundi.
‘Mensen willen gewoon weten waar ze aan toe zijn’, zegt wereldwijd hoofd distributie Jonathan Wilcocks van de Britse asset manager M&G. Hij is erg te spreken over de intentie van RDR, maar wijst erop dat beleggen in fondsen voor Britse retailbeleggers duurder is geworden.
Vooral de platforms en de adviseurs hebben volgens hem hun kosten verhoogd. ‘Platforms vragen in plaats van 25 basispunten nu tussen de 15 en 60 basispunten en adviseurs vragen niet de 50 basispunten die ze eerst kregen, maar 60 of 70 en soms zelfs 100 basispunten. Het provisieverbod heeft de prijzen dus opgedreven.’