Het beleggingsklimaat kan er de komende twee jaar wel eens beduidend anders uitzien dan de afgelopen twee jaar, denkt Edwin Wierda van Wierda Vermogensbeheer. Voor hem is dat reden Noord-Amerikaanse aandelen een onderweging te geven in de portefeuille en weer te kijken naar Europese waardeaandelen.
‘We zien veel partijen verder opschuiven richting Amerikaanse aandelen, maar wij zijn Europa nog niet vergeten’, stelt Wierda in gesprek met Investment Officer.
‘Had ik twee jaar geleden de keuze gemaakt om meer in Amerikaanse tech te gaan, dan was dat ongetwijfeld een betere keuze geweest, maar met de situatie in de wereld en de visie die ik heb, voel ik mij goed bij de huidige verdeling van de portefeuille.’ De vermogensbeheerder uit Assen en Laren belegt vooral in beursgenoteerde largecaps wereldwijd, waarbij de accenten wat meer komen te liggen in Europa in plaats van Noord-Amerika.
Dat het beleggersklimaat er in de komende twee jaar anders uit zal zien dan in de afgelopen twee jaar, heeft volgens Wierda met meerdere factoren te maken, waaronder waarderingsverschillen in aandelen, het politieke klimaat in Noord-Amerika versus Europa en de marktverwachtingen. ‘Het is een enerverende tijd, zeker ook in de beleggingswereld’, aldus de vermogensbeheerder, wijzend op onder meer de recente aanslag op Trump, de wereldwijde computerstoring, en een omslag van het sentiment. ‘Ik ben wat voorzichtiger geworden.’
Europa spotgoedkoop
De winstverwachtingen in de VS liggen volgens Wierda nog steeds “vele malen hoger” dan in Noord-Europa. ‘Als een Europees bedrijf de verwachtingen niet kan waarmaken, dan is er geen man overboord. Als Nvidia aangeeft dat de omzetgroei dit jaar niet 45 procent, maar 40 procent zal zijn, dan hebben beleggers wel een probleem.’
Wierda noemt Europese aandelen over het algemeen “spotgoedkoop”, maar het momentum is ver te zoeken. ‘De aandelen zijn goedkoop, maar als niemand ernaar kijkt heeft het niet zoveel zin. Toch wil ik als waardebelegger Europa nog niet verlaten. Ik zie veel kansen, maar belangrijker, ik zie ook minder risico’s.’
Wierda vindt de markten er rustig bijliggen, ondanks de onzekere factoren die boven de markt hangen. ‘De gemiddelde belegger heeft in de laatste tien jaar zoveel gekke dingen gezien, met 2018, coronajaar 2020 en uiteindelijk ook 2022. Tot nu toe kwam het iedere keer weer goed. Iedere daling ging gepaard met een herstel. Dat geeft beleggers rust en overtuiging om bij een slechte dag te blijven zitten of zelfs om bij te kopen.’
Toegenomen kosten drukken op sector
Het beheerd vermogen van Wierda Vermogensbeheer groeit volgens de oprichter nog steeds gestaag en bedraagt momenteel ruim driehonderd miljoen euro. Nieuwe klanten komen vooral van de grootbanken vandaan. ‘We hebben zeker een paar jaar lang geprofiteerd van de negatieve verhalen rondom grootbanken, over onder meer de slechte bereikbaarheid en de continue in- en uitstroom van accountmanagers. Ik denk dat een aantal grote banken inmiddels de zaken wat beter op orde heeft.’
Zelf loopt Wierda tegen de toegenomen kosten aan, vooral gerelateerd aan wet- en regelgeving en het contact daarover met depotbanken. ‘De depotbanken doen precies wat ze wordt opgedragen vanuit de wet- en regelgeving, zonder daarbij stil te staan over de impact daarvan op de sector.’
Wierda vervolgt: ‘Ik denk dat je van de top van banken als InsingerGilissen, Saxo Bank of Van Lanschot Kempen mag verwachten dat ze ook weleens tegen de AFM of DNB zeggen: tot hier en niet verder. Ik vraag mij af of de depotbanken weten dat ik twee tot drie mensen in dienst heb die alleen maar bezig zijn om hun problemen op te lossen. Ik denk dat we hierin wat zijn doorgeslagen.’
Als gevolg van de toegenomen kosten, denkt Wierda dat het voor kleinere partijen in de markt moeilijk is om het hoofd boven water te houden. Daar zitten wel partijen bij met “te lage fees”, stelt de vermogensbeheerder. ‘Daarmee hebben ze zichzelf destijds volledig klemgezet. Zo’n beheervergoeding kun je nooit meer verhogen, want dan raak je klanten kwijt. Het is een fout die veel vermogensbeheerders in het verleden hebben gemaakt, om de kosten voor klanten zo laag mogelijk te houden om klanten te winnen. Uiteindelijk zijn klanten op zoek naar goede resultaten, een goede service en een fijn gevoel. Ze zijn bereid om daar ook voor te betalen.’