Bankaandelen hebben sterk geprofiteerd van de verzekering die ECB-president Mario Draghi vorig jaar afgaf dat hij er alles aan zou doen om de euro te redden. ‘Het is de vraag of de koersstijgingen die van deze uitspraken het gevolg waren terecht zijn geweest.’
Dat zegt Jeremy Whitley, hoofd Europese aandelen bij Schotse asset manager Aberdeen, in een gesprek met Fondsnieuws.
Whitley is een stock picker, die zich niet laat leiden door een macrovisie, maar op zoek is naar kwalitatief goede bedrijven die hij begrijpt.
Banken
Banken behoren echter niet tot die categorie, legt hij uit. ‘Banken zijn heel moeilijke bedrijven om te analyseren. Ze houden zich met zoveel bezig en bevatten veel risico. Natuurlijk is de regelgeving toegenomen en zijn de balansen korter geworden, maar of dat ook betekent dat hun winsten groeien? Nou, nee.’
‘Wij selecteren alleen heel stabiele bedrijven die een verstandig beleid voeren. Dat kun je saai noemen, maar wij willen gewoon rustig slapen ’s nachts.’
Dat hij niet enthousiast is over banken, wil overigens niet zeggen dat hij helemaal geen financials bezit. ‘Wij beleggen in Schroders, de Britse asset manager. ‘Dat is echt een heel goed bedrijf.’ Daarnaast is hij ook positief over verzekeraars die voet aan de grond hebben in opkomende markten. ‘Daar zit echt nog een enorm groeipotentieel.’
Overheidsbemoeienis
Niet enthousiast is hij over luchtvaartmaatschappijen, de automobielindustrie en telecombedrijven. Die hebben te veel te maken met overheidsbemoeienis, vindt hij.
‘Wij houden van bedrijven die goed zijn in wat ze doen en op tijd innoveren. Dus niet van bijvoorbeeld Blackberry. Dat bedrijf gaat echt nergens naartoe.’
Momenteel stroomt er volgens Whitley vooral veel ‘easy money’ Europa binnen. ‘Dat is geld dat binnenkomt omdat de beurzen stijgen, niet omdat beleggers kiezen voor kwalitatief goede bedrijven.’ Als gevolg hiervan blijft het fonds dit jaar iets achter bij zijn benchmark.
Per eind september stond het Aberdeen Global European Equity Fund stond dit jaar tot nu toe voor aftrek van kosten op een ytd 13,09 procent, tegen 13,40 procent van de benchmark (FTSE Europe).
Whitley: ‘Wij maken ons echter geen zorgen. Wij verliezen liever minder in tijden van neergang dan dat we elke rally meepakken.’
Over drie jaar gezien behaalde het fonds een gemiddeld jaarlijks rendement van 11,86 procent, tegen 9,48 procent van de benchmark.
Heel goede bedrijven
Ook nu zijn er volgens Whitley in Europa echter nog genoeg heel goede bedrijven te vinden ‘met goede concurrentieposities en heel intelligente eigendomsnetwerken’.
‘Neem Unilever. Doordat het Nederlands is, is het ook heel concurrerend in Indonesië. Doordat het ook Brits is , is het bedrijf ook groot in India, een voormalige Britse kolonie. Lukt dat, dan moet je heel goed zijn, je moet immers ook concurreren met lokale bedrijven.’
Een ander voorbeeld van een heel goed bedrijf dat hij noemt is Schindler Holdings, een Zwitsers bedrijf dat liften maakt.
‘Het bedrijf heeft maar 4 concurrenten, waarvan er 3 uit Europa komen. Terwijl als je denkt aan de wereldwijde trend urbanisatie, je je realiseert dat als er heel veel liften nodig zijn. Nu wordt in China natuurlijk alles nagemaakt, maar dit bedrijf maakt al 150 jaar liften, dat haal je niet zomaar in. Bovendien wil je voor een goede betrouwbare lift graag wat meer betalen.
Pricing power
Ik denk dat pricing power de komende vijf jaar aan belang zal winnen. Het is namelijk heel waarschijnlijk dat de inflatiedruk zal toenemen. Centrale banken hebben de afgelopen jaren veel geld in de markt gepomp, dat moet er ergens een keer uitkomen. Als je als bedrijf geconfronteerd wordt met hogere kosten, is het heel belangrijk dat je in staat bent, zelf ook je prijzen te verhogen.’
Het Aberdeen European Equity Fund is een high conviction fund. Het belegt in een kleine veertig bedrijven. ‘Daarnaast zijn er nog zo’n 50 bedrijven die we interessant vinden, maar waarvoor we wachten op een goed instapmoment’, zegt Whitley. ‘Kwaliteitsaandelen zijn nog momenteel relatief duur.’
Kwaliteit boven waardering
Kwaliteit gaat voor Whitley echter boven de waarderingen. ‘Natuurlijk probeer ik niet te veel te betalen, maar dat is meer omdat ik het neerwaarts risico wil beperken’, zegt hij.
‘Risico is voor mij dat ik iets voor kwaliteit heb aangezien, terwijl dat het niet is of dat ik te veel voor iets betaald heb.
Wij gebruiken de benchmark alleen om ons rendement tegen af te zetten, niet om bedrijven uit te selecteren. Ik heb controle op welke bedrijven in onze portefeuille zitten, niet op welke bedrijven in de benchmark zitten’, aldus Whitley.
Weinig transacties
De tracking error van het fonds ligt momenteel op 3 procent. Dat is voor het fonds aan de lage kant. Over het algemeen ligt hij tussen de 3 en de 9 procent, aldus Whitley.
Het fonds handelt relatief weinig. ‘Wij zien ons zelf als mede-eigenaren van bedrijven en dat voor de langere termijn en zo stellen we ons ook op. Wij stappen niet even snel in om weer weg te zijn als het even tegenzit. Wij kunnen de raad van bestuur veranderen als we willen, maar als we ergens kwaliteit ontdekken dan geven we bedrijven ook de tijd.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
Citibank: Europese bankaandelen dichtbij keerpunt