Mark Willemse, Cardano Group
i-jBPrJPH-L.jpg

‘Positivisme wordt altijd beloond. Want wat goed is voor het bedrijf, is goed voor de bonus. Hetzelfde geldt voor centrale banken. Die zeggen met betrekking tot inflatie dan ook: niks aan de hand. Dat normaliseert binnenkort weer. Ze zullen nooit zeggen: “we zitten over twee jaar nog in de ellende.” Dat vinden mensen namelijk niet fijn te horen.’

Het is Jeroen van der Hoek, risk manager van Cardano Nederland, die dit zegt naar aanleiding van de vraag waarom centrale banken en pensioenfondsen elkaar in de greep houden met hun positieve aannames. Pensioenfondsen gebruiken ALM-modellen en die vereisen dat fondsen een visie hebben op wat de toekomst brengt. En markten gaan dan bijna altijd omhoog. ‘Maar dat is wishful thinking. Daar gaat het fout, dat maakt financiële instellingen kwetsbaar’, vult Mark Willemse (foto), partner van Cardano, zijn collega aan.

Willemse: ‘Daarom is Cardano vaak de spelbreker op ieder feestje. Wij houden namelijk iedere klant voor om in meerdere scenario’s te leren denken. Daarbij zijn wij niet blind voor hoe goed het kan gaan, maar ook niet voor hoe erg fout het kan gaan. Feit is dat de meeste mensen een positieve bias hebben naar de toekomst. Onze rol is dat wij ook de zwarte kant bij onze klanten op het netvlies krijgen.’ 

‘Pensioenfondsen hadden veel balansrisico’ 

Cardano is groot geworden onder Theo Kocken, de oprichter en visionair van het bedrijf. Hij had in zijn eerdere werkzaamheden bij ING Bank gezien hoe belangrijk het is om de risico’s op de balans bij een financiële dienstverlener in beeld te krijgen. Van der Hoek: ‘Hij zag dat pensioenfondsen toentertijd nog aardig gekapitaliseerd waren, maar dat ze heel veel risico op de balans hadden. Dat was veel meer dan ze aan konden en daarom wilde hij dat risico met allerlei instrumenten omlaag brengen.’ 

Bij pensioenfondsen hield dat - inmiddels al weer 20 jaar geleden - in dat er nog vooral werd gepraat over de linkerkant van de balans, die van de beleggingen, en veel minder over de rechterkant van de balans: de verplichtingen. ‘Gechargeerd gezegd: de linkerkant was eigendom van de CIO en de rechterkant was van de actuaris. Vaak zag je in vergaderingen dat de CIO, die voor de linkerkant van de balans stond, het meest aan het woord was. Pensioenfondsen waren in die tijd veel meer op de beleggingen dan op de verplichtingen gericht’, vertelt van der Hoek (foto). 

Jeroen van der Hoek, Cardano, Risk manager

Maar dat veranderde gaandeweg in de institutionele wereld in Nederland, vertelt hij, mede dankzij het pionierswerk van Kocken op het terrein van LDI, zijnde de verplichtingen van het pensioenfonds. ‘Nu behoort dat tot de “hard wire” van de sector, maar 20 jaar geleden was dat niet zo.’ 

Inmiddels is er sprake van een veel meer geïntegreerde visie van het pensioenfondsbestuur op de rol die het heeft. Volgens van der Hoek en Willemse heeft vooral het in 2007 ingevoerde Financieel Toetsingskader (FTK) daar een essentiële rol in gespeeld. ‘Besturen denken inmiddels veel integraler, holistischer ook. Daarbij hebben de bestuurders een gezamenlijke visie ontwikkeld op de doelstellingen en het beleid’, oordeelt Willemse. 

Vroeger gingen pensioenfondsen in een 1-op-1 relatie aan de slag met banken voor het afsluiten van derivatentransacties. Maar dat veranderde, mede doordat Cardano een inkoopbureau oprichtte voor derivaten en namens meerdere pensioenfondsen en verzekeraars transacties ging afsluiten. Daardoor konden lagere kosten en betere voorwaarden worden bedongen. Een volgende slag in de professionalsering kwam toen fiduciaire managers namens meerdere partijen mandaten gingen afsluiten. Van der Hoek en Willemse denken, met verwijzing naar Theo Kocken, dat Cardano in dat professionaliseringsproces een belangrijke rol heeft gespeeld. 

Scenariodenken voor robuuste portefeuille 

Cardano helpt als risicomanager pensioenfondsen en verzekeraars ook bij het in kaart brengen en beheersen van balansrisico’s. In de kern doet het dat door zijn klanten voor te bereiden op toekomstige ontwikkelingen. In dat kader zet Cardano bestuurders aan om in scenario’s te denken - soms wel tot vijf toe -, waarbij geldt: hoe extremer hoe beter dat is om tot ‘robuuste’ portefeuilles te komen. 

‘Het is heel belangrijk dat je in zo’n proces bestuurders zelf slecht aflopende scenario’s laat ontwikkelen. Want er zijn veel grijstinten van heel slecht en alleen als bestuurders ze zelf bedenken, worden ze zich bewust van wat er allemaal kan gebeuren’, stelt Willemse. ;We vragen bestuurders eigenlijk een premortem uit te voeren.’ 

‘Het is goed dat bestuurders, die verantwoordelijk zijn voor de pensioenen van miljoenen mensen, begrijpen wat Kocken ooit heeft gezegd: ‘de aanname van de rationale mens staat los van de werkelijkheid.’ 

Willemse zegt daarover: ‘ons vertrekpunt bij Cardano is de erkenning dat je als mens niks weet. Wat je weet, staat namelijk niet in verhouding tot wat we niet weten. Er zijn miljarden mensen op de wereld, die emotioneel zijn en op grond daarvan irrationele besluiten nemen. Voorts is er een onwaarschijnlijk ingewikkeld ecologisch systeem, met allerlei chemische processen. En dat werkt allemaal op elkaar in. Er is, kortom, zoveel dat gebeurt, we kunnen het gewoon niet bevatten. Waar iets toe leidt? We weten het gewoon niet. We kunnen misschien een week vooruit voorspellen, maar laat staan drie maanden of langer.’

‘Mens is een dier met een reptielenbrein’

Terugkijken heeft volgens Willemse ook weinig zin, omdat de geschiedenis geen voorspeller is van de toekomst. ‘De mens is een dier. Ons doen wordt vooral bepaald door ons reptielenbrein. Dat is het oudste deel van ons brein en dat zorgt dat we reageren op gevaar en behoud van onze veiligheid. De keuzes die we maken, rationaliseren we daarmee vooral achteraf. Met andere woorden: de mens is totaal niet rationeel en dat geldt ook voor zijn modellen. Ook die zijn subtoptimaal.’ 

Dat maakt dat modellen die gebaseerd zijn op de mens als rationeel wezen en op resultaten uit het verleden niet realistisch zijn. Het zijn in de opvatting van Willemse neo-klassieke economische modellen, maar daar kan je geen beleggingsbeleid op baseren. ‘Want die zijn nu juist gebouwd op de aanname dat de mens rationeel is en de wereld een mechanisch proces. Maar dat is niet zo. Dat betekent dat je die modellen voor concreet en robuust beleggingsbeleid terzijde moet leggen, en uiteindelijk alleen kunt varen op scenarioanalyse. Zonder kansberekening. Je hebt namelijk helemaal geen basis om waardevolle berekeningen te maken. “Robuust” is een balans die zich houdt in extreme scenario’s.’

Concluderend zegt Willemse: ‘De neo-klassieke economische modellen hebben in zijn algemeenheid hun geloofwaardigheid verloren. Dat komt omdat het neo-liberalisme is gebaseerd op markten waarvan men denkt dat zij het maatschappelijk leven volledig kunnen reguleren, omdat er altijd sprake is van evenwicht doordat de markt zichzelf kan corrigeren. Men denkt dat extremen in zo’n zelfregulerende markt niet plaatsvinden. Maar dat is juist wél het geval. Zonder regulering is er onvoldoende beheersing van extreme ontwikkelingen en externaliteiten. En dat betekent dat ons neo-liberalisme begrenzingen nodig heeft. Met andere woorden: wat de markt niet oplost, dat moet je niet aan de markt overlaten.’  

Dit is de tweede aflevering van een serie over risicomanagement bij financiële dienstverleners. Het eerste interview in deze serie was met Arjen Pasma, chief risk officer bij PGGM.  

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No