Citi-econoom Willem Buiter, die naar Nederland kwam voor de elfde editie van Fondsevent, maakt zich zorgen over de gezondheid van de wereldeconomie. ‘Europa, en vooral de eurozone, is kwetsbaar’, zegt hij in een interview met Fondsnieuws.
De wereldeconomie lijkt het op het eerste gezicht redelijk goed te doen met een groei van meer dan 3 procent. Maar wie verder inzoomt, zoals econoom Willem Buiter al meer dan 30 jaar doet, ziet dat achter de eerste aanblik een ‘risicovolle, gevaarlijke wereld’ schuilgaat. De kans is aanwezig dat op enig moment een van de drie machtsblokken – de VS, China en Europa – van de klif valt, zegt Buiter.
De man die begin dit jaar zijn in 2010 ingenomen positie van hoofdeconoom van de Amerikaanse Citigroup opgaf om speciaal adviseur te worden, ziet voor de wereldeconomie twee situaties die snel kunnen escaleren. In de eerste plaats zijn dat de handelsconflicten, waarvoor president Trump het vuur heeft aangewakkerd. Daarnaast maakt Buiter zich zorgen over de opkomende markten, waarbij vooral de situatie in Argentinië, Turkije en Venezuela snel verslechtert.
Begin dit jaar ging Buiter er in een interview met Bloomberg nog van uit dat het handelsconflict tussen China en de VS beheersbaar was. ‘Maar het is veel verder geëscaleerd dan ik gehoopt en verwacht had’, erkent Buiter. Hij wijst erop dat de handelsconflicten die Trump gestart is in de Verenigde Staten veel breder worden gedragen dan men in Europa geneigd is te denken.
Niet alleen speeltje van Trump
‘Het is niet alleen een speeltje van Trump. Vele anderen, onder wie ook veel vooraanstaande economen, vinden dat de Verenigde Staten de laatste 50 jaar garant stonden voor een wereldomspannende architectuur van multilaterale akkoorden en organisaties. Maar die architectuur wordt ondermijnd door China, dat een zeer eenzijdig spel speelt waarin het aan de ene kant maximaal toegang heeft tot buitenlandse markten, maar aan de andere kant de deuren tot de eigen markt gesloten houdt.’
Buiter verwacht dat de uitkomst van de belangrijke tussentijdse verkiezingen voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, in november, geen effect zal hebben op Trumps handelsbeleid. ‘Hij zal vasthouden aan zijn confrontatiebeleid, waarin hij gericht zal blijven op het sluiten van bilaterale handelsakkoorden in plaats van multilaterale. Want de oude, door de wereldhandelsorganisatie WTO gereguleerde wereld, waarin bijvoorbeeld Malta gelijke rechten heeft als de Verenigde Staten, die steunt hij niet meer.’
Op de suggestie dat de VS met hun confrontatiebeleid een vlucht naar voren maken, omdat de machtsbalans in de wereld verschuift, antwoordt Buiter stellig: ‘Nee, daar heeft het niks mee te maken. Het is gewoon de reflectie van de mate van macht die je als land hebt en van een perceptie hoe de wereld van finance en handel werkt. Trump benoemt wat iedereen al langer weet, maar nog niet eerder benoemde: de visie van de VS en China op de wereld is als het verschil van dag en nacht.’
Chinezen buigen niet
Wie zal in dit tot een prestigestrijd verworden handelsconflict als eerste buigen? De Chinezen zeker niet, stelt Buiter. ‘Die hebben meerdere redenen om niet op de knieën te gaan. Een daarvan is dat ze willen voorkomen dat het beeld in de wereld ontstaat dat zij chanteerbaar zijn’, zegt Buiter.
De econoom, die Nederlandse wortels heeft en via de Londense School of Economics en de Bank of England bij Citigroup belandde, wijst erop dat de Verenigde Staten aanvullend 200 milard dollar aan importheffingen heeft opgelegd en dat er dan over en weer vergeldingsmaatregelen volgen. Het zal volgens Buiter een handelsconflict zijn, dat beide landen zal schaden, maar ook de wereldeconomie. Hij verwacht geen recessie ten gevolge van deze handelsoorlog, maar wel een serieuze groeivertraging.
Voor de markten zijn de gevolgen niet eensluidend. Sommige sectoren die concurreren met buitenlandse bedrijven op de Amerikaanse markt profiteren, terwijl exportgedreven Amerikaanse bedrijven juist hard getroffen kunnen worden. Buiter verwacht vooralsnog niet dat deze handelsconflicten ook tot de volgende beurscrash zullen leiden. Maar het is evident dat de volgende crisis voorgeprogrammeerd is, zegt Hij. Alleen weet hij niet waar en wanneer deze zal plaatsvinden.
Zoals de meeste economen en marktstrategen, is Buiter vooral bezorgd over ‘de buitensporige schulden’ waarvan nu overal in de wereld sprake is. ‘Dat is een groot verschil met 2008, toen de problemen zich vooral bij banken en huishoudens afspeelden. Nu zijn de staatsschulden in vrijwel alle ontwikkelde markten fors opgelopen ten gevolge van de reddingsoperaties.’
Recessie in 2020
Europa blijft, net als voorheen, kwetsbaar. Dat geldt volgens Buiter vooral voor de eurozone. En er is nog maar weinig fiscale en monetaire munitie die bij een volgende crisis - waarvan volgens hem in 2020 sprake kan zijn - kan worden ingezet.
Buiter bestrijdt de opvatting dat het kwantitatieve beleid van centrale banken assetprijzen kunstmatig heeft verhoogd. ‘Nee, dit is gebaseerd op fundamentele gronden. Prijsstijgingen zijn ook niet slecht, het geeft de kracht van economieën weer. Maar iets anders is dat prijsstijgingen bubbels veroorzaken en de financiële stabiliteit kunnen ondermijnen. Daarbij komt dat stijgende assetprijzen tot grotere vermogensverschillen leiden, maar dat kunnen overheden in beginsel met fiscale maatregelen aanpakken.’
Buiter vindt niet zozeer de toenemende inkomensverschillen in de wereld een probleem, maar het feit dat de gemiddelde salarissen al jaren en soms zelfs decennia niet meer stijgen in de westerse wereld. ‘Dat veroorzaakt populisme, maar ook een anti-immigratiesentiment, nationalisme en xenofobie.’ Buiter: ‘Mensen maken zich niet zozeer druk over de inkomensverschillen, maar over de aanhoudend lage groei van hun inkomen. Zij maken zich zorgen over hun pensioeninkomen en dat hun kinderen het minder goed zullen hebben dan zij.’
Het populisme speelt vooral in de Verenigde Staten en Europa. Buiter verklaart dit door te wijzen op culturele, sociale en economische factoren. ‘De globalisering gaat door. In China, India en Afrika zijn ze er enthousiast over. Zelfs in Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Japan zijn ze dat. Het zijn landen die te ver weg liggen om naartoe te zwemmen. Daarom hebben ze ook minder immigratiedruk dan andere landen’, zegt hij.
Luiheid en desinteresse
‘Zet je daar de VS en Europa tegenover, dan steekt vooral Europa schril af. Het populisme komt daar ook voort uit het feit dat er helemaal geen geloofwaardig en competent integratiebeleid wordt gevoerd. Immigranten succesvol integreren is een serieuze aangelegenheid. Je moet zorgen dat ze de lokale cultuur leren kennen en de taal goed leren spreken om “ghettovorming” te voorkomen.
Het feit dat Europa daar niet succesvol in is, heeft niets te maken met tolerantie of liberalisme, maar gewoon met luiheid en desinteresse. Het kost veel tijd, aandacht en middelen om als gastland tot een succesvolle integratie te komen. Het is hoogste tijd dat Europa daar een serieus begin mee maakt.’
Dit artikel staat in het Fondsnieuws-magazine dat woensdag 26 september verschijnt. Op het Fondsevent van maandag 24 september ging Buiter in zijn key-note vooral in op de lessen tien jaar na Lehman Brothers.