Beleggingscommissies van pensioenfondsen hebben een enorme professionaliseringsslag gemaakt. Toch blijft er in de huidige beleggingsomgeving en met het oog op toekomstige uitdagingen ruimte voor verbetering. Deze verbeteringen spitsen zich toe op vier rubrieken: opzet & focus, kwaliteit, denkwijze en effectiviteit.
Beleggers hebben de afgelopen decennia geprobeerd om de kapitaalmarkten in formules en getallen te vatten. Moderne inzichten tonen echter steeds vaker aan dat deze eenzijdige blik niet voldoende is. De kapitaalmarkten reageren op de acties van diverse groepen Zelfs binnen deze groepen zijn er grote verschillen in strategie en gedrag waar te nemen. Het Thinking Ahead Institute (TAI), opgericht door Willis Towers Watson, heeft onderzoek gedaan naar wat een beleggingsorganisatie (zoals een pensioenfonds) succesvol maakt.
Opzet en focus
Veel beleggingscommissies verzanden in ellenlange discussies over de financiële markten of de kwartaalprestaties van de geselecteerde managers of fondsen. Hoewel deze onderwerpen zeer interessant zijn en voldoende stof tot discussie opleveren, is dit gegeven de beperkte hoeveelheid tijd die bestuurders hebben niet erg efficiënt. Een beleggingscommissie zou zich in eerste instantie vooral moeten richten op strategische onderwerpen.
De afstemming van de beleggingsportefeuille op de doelstellingen van het fonds zou het primaire aandachtspunt moeten zijn. Hierbij gaan de fondsdoelstellingen veel verder dan alleen rendement en risico. Doelstellingen met betrekking tot ESG zijn hier een voorbeeld van. Aanpassingen in het beleid dienen dan ook vanuit meerdere perspectieven te worden bezien. Dit is bij uitstek een activiteit waarbij de beleggingscommissie het voorwerk voor het bestuur zou moeten doen.
Meer algemeen gesteld is het TAI van mening dat fondsen dieper zouden moeten nadenken over hun delegatiemodel. Wie doet wat en vooral ook waarom? Ontstaan er belangenconflicten door deze verdeling? Een goede taken- en verantwoordelijkheden-matrix verdeelt activiteiten over de meest geschikte partijen.
Een belangrijke taak van veel beleggingscommissies blijft het toezicht op alle processen en resultaten van de partijen die betrokken zijn bij het beheer van de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds. Dit vraagt om een diep begrip van bestaande en nieuwe beleggingsstrategieën om voldoende tegenwicht te bieden richting beleggers en adviseurs.
Kwaliteit
De kwaliteit van een beleggingscommissie staat of valt met de kennis, kunde en betrokkenheid van haar leden. Dit vraagt om permanente educatie van de leden die verder gaat dan theoretische kennis. Een succesvolle beleggingscommissie bestaat daarnaast uit leden die over de breedte kunnen meepraten maar ook hun eigen specialistische kennis meebrengen. Het team moet daarnaast voldoende tijd kunnen maken voor het vervullen van haar rol maar zij moet ook de moed hebben om beslissingen te nemen (of het bestuur te adviseren) en daarvoor de verantwoordelijkheid te durven dragen. Als een team onvoldoende kennis heeft moet zij dat ook durven erkennen en weten wanneer er externe ondersteuning nodig is.
Het TAI heeft ook onderzocht wat de optimale omvang van een beleggingscommissie is. TAI adviseert een team bestaande uit vijf tot zeven leden. Een kleinere beleggingscommissie komt specialistische kennis te kort en is daarnaast kwetsbaar voor turnover. Een grote beleggingscommissie kan voldoende specialisten aantrekken maar loopt het gevaar dat discussies te uitgebreid worden waardoor zij aan slagvaardigheid inboet.
Een grote beleggingscommissie loopt daarnaast het gevaar dat er subcommissies ontstaan en niet iedereen zich betrokken zal voelen bij alle besluitvorming. Een team van vijf tot zeven leden biedt voldoende toegang tot brede expertise en cognitieve diversiteit met behoudt van handelingssnelheid en betrokkenheid van alle leden bij besluitvorming.
Denken
De juiste opzet, focus en kwaliteit van een beleggingscommissie levert nog niet automatisch een goed resultaat op. Een goede beleggingscommissie heeft een voorzitter nodig die de lijnen uitzet, het team aanstuurt, coacht en het beste uit de leden haalt. Deze rol is vaak onderbelicht maar is in de ogen van TAI een kritische succesfactor. Een succesvol team bestaat daarnaast uit leden met diverse achtergronden. De complexiteit van de huidige beleggingsomgeving en nieuwe vraagstukken als duurzaamheid vraagt om een brede mix aan ervaringen, perspectieven en kennis. Uiteindelijk is het wel noodzakelijk dat het team tot breed gedragen besluiten komt en hierin is de rol van de voorzitter ook weer cruciaal.
Bij het vervullen van hun taak is het belangrijk dat de leden kunnen terugvallen op goed geaarde uitgangspunten en beleggingsovertuigingen. Dit maakt discussies efficiënter en vergroot de transparantie en voorspelbaarheid van beleggingsbeslissingen.
Effectiviteit
Pensioenfondsen hebben de beschikking over een grote hoeveelheid interne kennis maar kunnen daarnaast ook putten uit de uitgebreide kennis en ondersteuning door externe partijen. Een goed doordacht in- en outsourcingsbeleid maakt optimaal gebruik van de beschikbare kwaliteiten en toegevoegde waarde van betrokkenen. Wordt optimaal gebruik gemaakt van de samenwerking met externe partijen?
Een beleggingscommissie draait voor een belangrijk deel om samenwerking. Met elkaar, met het bestuur, met de uitvoerders en alle andere stakeholders. Hier speelt de factor cultuur een belangrijke rol. Een goede cultuur zorgt ervoor dat de het beste uit de organisatie wordt gehaald. Het is niet voor niets dat het TAI dit punt tot één van haar belangrijkste onderzoeksgebieden heeft gemaakt.
Rob Kamphuis is director en senior investment consultant bij Willis Towers Watson (WTW). Hij is voorzitter en lid van verschillende beleggingscommissies. Daarnaast adviseert hij pensioenfondsen over de volle breedte op het gebied van beleggingen. WTW is één van de kennispartners van Fondsnieuws en schrijft maandelijks een bijdrage voor Fondsnieuws over uiteenlopende thema’s.