Wealth Management Partners, een van Nederlands grootste, onafhankelijke vermogensbeheerders, onderschrijft niet langer het handvest voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties, de UN PRI.
Als reden geeft het aan de zes principes van de UN PRI ‘een stuk vrijblijvender’ te vinden dan de zogeheten UN Global Compact, waar WMP wel ondertekenaar van is gebleven.
De ‘delisting’ van WMP wordt vermeld in het jongste jaarverslag van UN PRI. Het is een opmerkelijk besluit, omdat het handvest de afgelopen jaren massaal werd ondertekend.
Duurzaamheidstraject
‘Begin van dit decennium zijn we enthousiast een duurzaamheidstraject ingeslagen’, vertelt Rico Bosma, partner en ‘gatekeeper’ bij WMP. ‘Op aanraden van onderzoeksbureau Sustainalytics hebben we toen ook de UN PRI en de UN Global Compact ondertekend.’
Als gevolg daarvan voegde de vermogensbeheerder uit Amstelveen een duurzame sectie toe aan de vragenlijst die het fondshuizen laat beantwoorden bij interesse voor een van haar producten. Daarin staan vragen als: zijn ze zelf ondertekenaar van de verdragen en hoe worden deze doorgevoerd in het beleggingsbeleid.
Wat Bosma intrigeerde was dat vrijwel alle fondshuizen de PRI hebben ondertekend, maar dat slechts weinigen de Global Compact onderschrijven. Al snel werd hem duidelijk waarom.
‘De PRI is behoorlijk vrijblijvend. Je hoeft geen stringent beleggingsbeleid door te voeren. Veel fondshuizen zien het - en nu chargeer ik een beetje - als een stempeltje waarmee ze hun fondsen in Noord-Europa kunnen blijven aanbieden, terwijl ze er achterliggend heel weinig mee doen.
Veel fondsmanagers die we spraken, van huizen die ondertekenaar zijn van de PRI, geven ruiterlijk toe dat dit voor hen als manager geen enkele impact heeft op het door hen gevoerde beleggingsbeleid. Zelfs op het vlak van ondernemingen uit de controversiële wapenindustrie zie je maar weinig dat deze uit het beleggingsuniversum van de fondsmanagers zijn verwijderd. Het wordt aan de fondsmanager gelaten of hij dit soort aandelen wel of niet aan zijn portefeuille toevoegt.’
Zwarte lijst
De Global Compact daarentegen dwingt partijen een zwarte lijst in haar beleggingsbeleid op te nemen van bedrijven waarin niet meer mag worden belegd of waarmee een traject moet worden ingegaan waar men verandering probeert af te dwingen door middel van engagement. Een fondsmanager zal zich volgens Bosma wel drie keer bedenken een aandeel van deze lijst op te nemen omdat zowel intern als extern over de voortgang van engagement gerapporteerd moet worden.
En wat betreft engagement: ‘Regelmatig komt bij de screening van fondsportefeuilles bijvoorbeeld de Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart naar boven. Door de dialoog aan te gaan wil het fondshuis bepaalde zaken bij dit bedrijf veranderen, terwijl talloze andere grote institutionele beleggers ze al zonder resultaat zijn voor gegaan, zoals bijvoorbeeld PGGM. Wij zien engagement bij een dergelijk bedrijf dan ook als excuus om er toch in te kunnen beleggen’, aldus Bosma.
Wie bij WMP duurzaam belegt, zit enkel in fondsen die aandelen op basis van een duurzame indices zoals de Dow Jones Sustainability indices en de MSCI ESG/SRI indices uitsluiten. De aandelen die conform de Global Compact niet belegbaar zijn komen niet voor in dit soort indices. Daarnaast worden bepaalde sectoren uitgesloten, zoals bijvoorbeeld kernenergie, alcohol, tabak en bont.
In het jaar tot en met maart 2016 tekenden 156 vermogensbeheerders de UN PRI, waaronder Laaken Asset Management uit Amsterdam.