wpstewart_phelps_mark_1.jpg

Het naderende schuldenravijn, ofwel de fiscal cliff, in de Verenigde Staten zorgt op de korte termijn voor de nodige beren op de weg. Voor de iets langere termijn is W.P. Stewart echter optimistisch over de Amerikaanse aandelenmarkt.



Dat zegt Mark Phelps, Chief Executive Officer en managing director global investments van de Amerikaanse asset manager W.P. Stewart in gesprek met Fondsnieuws.

Hoewel hij liever ziet dat de Democraten en Republikeinen vóór het verstrijken van de deadline op 31 december dit jaar tot een akkoord komen over nieuwe bezuinigingen en belastingaanpassingen, zou het volgens Phelps kunnen dat de VS wél door het zogenoemde schuldenplafond gaan. Gebeurt dit, dan is dit volgens hem zeker niet het einde van de wereld.

Lastig in te schatten

‘We hebben te maken met een nieuw Congres. Dat officieel niet voor 21 januari bij elkaar komt. Er zijn een aantal nieuwe senatoren gekozen. Het is heel lastig in te schatten wat zij zullen doen.’

‘Van de zomer waren we dichtbij een akkoord, maar toen zaten we te dicht tegen de verkiezingen aan. Obama wilde herkozen worden. Die druk is nu weg.’ 

Als de VS door het schuldenplafond breekt, treden er automatisch allerlei bezuinigingen en belastingverhogingen in werking waardoor het bbp van de Verenigde Staten wel eens met 4 procent zou kunnen krimpen.


 


‘Niemand wil dat’, aldus Phelps, ‘gebeurt het toch, dan worden partijen dus gedwongen een akkoord te sluiten. Sommigen zou het nog goed uitkomen ook’, zegt hij. 

‘Zijn de belastingen automatisch verhoogd en worden ze weer iets verlaagd dan kunnen de Republikeinen claimen dat ze de belastingen verlaagd hebben. Democraten kunnen zeggen dat ze de belastingen verhoogd hebben.’

Valt Amerika in het schuldenravijn dan kan de beurs zomaar 5 tot 10 procent dalen, schat Phelps. Iets wat hij overigens als een goed koopmoment ziet. ‘Maar ik denk dat we de ellende die dit met zich meebrengt binnen een jaar weer achter ons zullen kunnen laten,’ zegt hij.

‘En erna staan de Verenigde Staten er beter voor dan nu; de belastingen zullen iets hoger zijn en bijvoorbeeld de sociale voorzieningen iets lager, waardoor de overheidsuitgaven meer in balans zijn met de inkomsten. We moeten als het ware een stap terug doen om een stap naar voren te kunnen maken.’

Beter dan de EU



Volgens Phelps staan de Verenigde Staten er veel beter voor dan de Europese Unie. ‘Wij hebben geen problemen met de munt en hebben geen 27 ministers van Financiën die eerst op een lijn moeten zitten, voor er iets besloten wordt.’ 

Ook staat de Amerikaanse bankensector er veel beter voor, dan de Europese, zegt Phelps.

‘Zelfs AIG is al aan het terug betalen. De Amerikaanse overheid heeft na de crisis strenger in het financiële systeem ingegrepen. We hebben bijvoorbeeld de Dodd-Frank Act die de regelgeving in de sector heeft aangescherpt.’

Hij gaat verder: ‘De werkloosheid daalt, de huizenprijzen blijven zich verbeteren, de industriële productie keert terug naar de VS en de energieafhankelijkheid wordt door de olie- en gasvondsten aanzienlijk minder.’

Voordat de economie echt weer kan gaan groeien, moet het consumentenvertrouwen echter verder omhoog, zegt hij. ‘Gebeurt dat, dan gaan ook bedrijven weer investeren - en zij hebben grote bedragen om te investeren.’

Phelps: ‘Ik wil graag geloven dat dit voor het eind van volgend jaar gebeurt, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker.’

Consument

‘De consument bepaalt in de VS voor 2/3 de economische groei. Gaan we over de cliff dan kost dit Amerikanen 1.200 dollar per persoon. Zo kom je aan die -4 procent bbp.’

‘Toch denk ik dat dit best eens een stabiel herstel zou kunnen worden. Het zal moeilijk worden. Maar het kan niet anders dan dat de overheid haar bestedingen terugschroeft en de belastingen wat omhoog gaan. De schuldenratio van de gezinnen is aan het verbeteren, maar bedrijven zullen en kunnen het verschil moeten maken.’

Als de duidelijkheid daar is, kunnen we weer kijken naar de fundamentals. Phelps: ‘Iedereen kijkt alleen maar naar de fiscal cliff, maar als je iets verder kijkt, dan gaat het best goed en zijn aandelen best aantrekkelijk, helemaal als je ze afzet tegen obligaties en cash.’

Hij vervolgt: ‘De waarderingen zijn momenteel goed. In 2009 waren aandelen extreem goedkoop, dat is nu niet meer zo. Ze handelen nu voor 13,5 keer de voorziene winst voor  volgend jaar.’

Dit is geen reden voor W.P. Stewart om extra te kopen momenteel. ‘Nee, we zijn altijd volledig belegd.’

Het W.P. Stewart Holdings-fonds belegt in Amerikaanse bedrijven met een consistente winstgroei van gemiddeld zo’n 15 procent per jaar.

‘Voor bedrijven met dit soort vooruitzichten, betaal je wel iets’, zegt Phelps. Onze portefeuille handelt momenteel voor 15,5 keer de voorziene winst voor volgend jaar. Maar de winstgroei van de aandelen in onze portefeuille is voor de komende jaren circa 14 procent per jaar, tegen 6 of 7 procent winstgroei van de markt.’

Snijden of verkopen

Hij licht toe: ‘Er zijn twee manieren om meer winst te maken: je kunt in je kosten snijden of meer producten verkopen. De winst van de bedrijven waarin wij beleggen is ook de afgelopen jaren blijven groeien omdat er meer producten werden verkocht.’



W.P. Stewart Holdings heeft momenteel 16 bedrijven in portefeuille, waaronder Apple,  ADP , Accenture, Mastercard en Yum Brands, het bedrijf achter Kentucky Fried Chicken, Pizza Hut en Taco Bell. ‘Dit bedrijf groeit heel sterk in China. Natuurlijk zijn er zorgen over de groei in China. Maar je moet niet vergeten dat een groei van 6 a 7 procent voor een land van die omvang nog steeds heel veel is.’

Eerder belegde Phelps ook in Google, maar daar is het fonds uit gestapt. ‘We vinden het bedrijf nog altijd aantrekkelijk, maar maken ons zorgen over de corporate governance van het bedrijf. Daarnaast is het lastig direct toegang te hebben tot het senior management van de internetgigant.’

Het fonds stapte uit PepsiCo omdat de lange termijn groei van het bedrijf niet meer voldeed aan de verwachtingen. 

Geconcentreerde portefeuille

Met zijn 16 posities is de portefeuille van W.P. Stewart volgens Phelps niet klein, maar ‘geconcentreerd’. 

Het risico van het fonds is hierdoor volgens hem ook niet groter, maar kleiner dan de markt.

‘De firma bestaat nu 37 jaar. In de 30 jaar hiervan dat de S&P 500 positief was, hebben wij een positief rendement behaald dat gemiddeld 250 tot 300 basispunten beter was.’

‘In 7 jaar dat de S&P 500 negatief was, deden we het echter gemiddeld 1000 basispunten beter. Het fonds kent een vaste beheervergoeding van 0,35 procent en daarnaast een performance fee van 10 procent van de upside boven een high watermark.

Het fonds heeft tot en met eind oktober een ytd van 18,9 procent. De S&P 500 deed in dezelfde periode 14,5 procent.

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No