Nederlandse pensioenfondsen zijn druk in de weer met het nieuwe pensioencontract; de eerste fondsen maken zich klaar om aan het eind van dit jaar over te gaan. Dit heeft consequenties voor de beleggingsportefeuille. Wat doe je eerst, hoe ga je om met de overgang van het FTK-regime naar het WTP-regime en wat leg je uit aan wie?
De meeste pensioenfondsen hebben op hoofdlijnen goed door wat er gaat veranderen en hebben al een aantal keuzes gemaakt. Vooruitlopen op die veranderingen door nu al de beleggingsportefeuille aan te passen is nog een gevoelig punt. Mede door de opgelopen rente en dekkingsgraad is de renteafdekking verhoogd, maar een beetje extra zekerheid op het invaarmoment kan geen kwaad.
Maar mag en kan je de beleggingsportefeuille in het huidige regime al aanpassen richting het nieuwe? Uit de Q2-uitvraag van DNB blijkt dat meer dan de helft (76 van de 138) van de fondsen en kringen overweegt om tijdelijk af te wijken van het strategisch beleggingsbeleid om de dekkingsgraad te beschermen (de-risken).
Bron: DNB Terugkoppeling sector- en risicobeelden Wtp-uitvraag Q2-2024
Aanpassingen die passen binnen het huidige beleid zijn - mits onderbouwd - toegestaan. Kom je buiten de kaders, dan zijn er wat extra hoepels, toetsen en testen om doorheen te springen. De meest voorkomende zijn dekkingsgraad beschermingsconstructies, die zich focussen op een hogere renteafdekking en een bescherming van de aandelenportefeuille, zodat de dekkingsgraad voldoende is om de overgang naar het nieuwe contract naar wens en vooraf uitgedokterd beleid te laten verlopen. De reservepotjes kunnen worden gevuld en de compensaties voor de overgang uitgedeeld op basis van het meest gebruikte overgangscodewoord “evenwichtigheid”.
Marktimpact
Los van de te volgen procedures brengt de keuze voor invaren pensioenfondsen in een spagaat door de omzetting op één tijdstip. Tot het invaarmoment ligt de focus op risicoreductie, om daarna het risico weer op te schalen richting de per saldo meer risicovolle lifecycles onder het Wtp. Dit zal tot marktvolatiliteit leiden rond het invaarmoment. Nog niet zozeer dit jaar vanwege het beperkte aantal en de omvang van de fondsen die aan het eind van dit jaar overgaan. Met name op het gebied van renteafdekking zal de steeds verder opgebouwde renteafdekking naar verwachting snel afgebouwd worden na invaren. Dit effect zal zichtbaar worden in de Euro-swaprentemarkt, waarin Nederlandse pensioenfondsen grote spelers zijn.
De focus ligt vooralsnog op dekkingsgraadbescherming. Belangrijk hierin is of je rente en aandelen beschermt met opties of de meer gebruikelijke lineaire instrumenten zoals futures en renteswaps. Voor opties heb je de zekerheid van een maximaal verlies, de optiepremie, en houd je het opwaarts potentieel in stand om de evenwichtigheid richting de jongeren in balans te houden.
Voorkeursroute
Inmiddels hebben we een voorkeursroute ontworpen, die voor ieder fonds anders kan zijn. Maar in het oerwoud van pensioenfondsen en regelingen hebben we hiervoor wel een leidraad. Begin met de renteafdekking en maak gebruik van renteswaps voor zover de liquiditeit van de beleggingsportefeuille dit toelaat en wijk anders uit naar swaptions (opties op renteswaps). Neem gerust wat meer tijd voor de aandelenbescherming, waarbij daar de voorkeur eerder uitgaat naar goed betaalbare optieconstructies.
Lange termijn
Zoals zo vaak ligt de aandacht op de korte termijn, die urgent is en alle aandacht opslokt. Maar de belangrijkste aanpassingen zijn gericht op de lange termijn en daar is vaak minder tijd voor. Passen de assets onder het oude contract nog wel in het nieuwe? Is die renteafdekking nog wel zo nodig, nu iedereen door eigen ervaring recent wijzer is geworden dat inkomensstijging en koopkracht niet hetzelfde is.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is over de lange termijn meer richtinggevend. Hiervoor hebben ze, nadat de pensioenwet door de Eerste Kamer ging, duidelijk gemaakt hoe pensioenfondsen kunnen voorsorteren op het nieuwe pensioencontract. Voor veel fondsen betekent dit meer risico nemen en meer focus op koopkracht dan op nominale zekerheid, omdat in het nieuwe pensioencontact het lifecycle-denken door meer beleggingsrisico op jonge leeftijd de onderliggende driver is naar een beter pensioen.
Het vormgeven van de beleggingsportefeuille op de lange termijn hierin is cruciaal en vraagt om een andere manier van denken. Meer out-of-the-box. Begin met een leeg papier, alsof het over de inrichting van een nieuw huis gaat, en kijk pas als de tekening bijna af naar wat je kan hergebruiken vanuit het verleden. Behoud het goede en vervang wat nodig is om met de tijd mee te gaan.
Sandor Steverink, CFA, is senior investment consultant van Willis Towers Watson (WTW), een van de kennisexperts van Investment Officer.