De spanning in de wereld neemt toe met steeds meer onzekerheid en polarisatie. De zomer is voorbij, terwijl het voor veel pensioenfondsen juist steeds zonniger wordt met oplopende markten en dekkingsgraden.
Met de start van de ‘onheilspellende’ oktobermaand nadert ook voor een aantal Nederlandse pensioenfondsen het moment van de waarheid: het invaarmoment. ‘Fors hogere pensioenen na invaren’ hebben de krantenkoppen inmiddels bereikt. De wens om dat droomscenario waar te maken wordt daarmee alleen maar groter.
De afgelopen jaren hebben pensioenfondsen zich in hun beleggingsportefeuilles al voorbereid met dekkingsgraadbeschermingsconstructies, veelal gericht op het verhogen van de rentehedge. Die is gemiddeld opgelopen van zo’n 40 procent naar inmiddels 77 procent van de nominale verplichtingen. Nu de aandelenmarkten verder zijn opgelopen, wordt ook gekeken naar manieren om het aandelenrisico te beperken.
Het terugbrengen van renterisico door aanschaf van meer renteswaps is relatief eenvoudig. Zolang de benodigde liquiditeit in de portefeuille voldoende is, sluit je simpelweg meer van dezelfde swapcontracten af. Het risico wordt beperkt zonder dat er veel opwaarts potentieel verloren gaat.
Aan de aandelenkant ligt dat anders. Ook al lijken aandelenmarkten overgewaardeerd, iedereen weet dat trends vaak langer standhouden dan verwacht. Bovendien zullen de beleggingsportefeuilles na het invaren doorgaans een hoger risicoprofiel krijgen. Verkopen van risicovolle beleggingen gaat dan ten koste van de toekomstige rendementskansen, terwijl die juist nodig zijn in het nieuwe pensioenstelsel.
Daarom kijken steeds meer fondsen naar het gebruik van aandelenputopties om de dekkingsgraad verder te beschermen. Wat is immers mooier dan de overgang naar het nieuwe pensioencontract te vieren met een mooie pensioenverhoging? Aandelenputopties zijn echter minder gebruikelijk bij pensioenfondsen en de waarde van zo’n constructie hangt af van iets ongrijpbaars als volatiliteit.
Hoeveel bescherming heb je nodig? Op welke aandelenindex neem je de putoptie? Wat is het uitoefenniveau en hoelang moet de optie doorlopen? Vragen die niet eenduidig te beantwoorden zijn, al bestaan er wel enkele vuistregels. Kies een liquide index met ongeveer hetzelfde risicoprofiel als de aandelenportefeuille. Selecteer een uitoefendatum die net voorbij het invaarmoment ligt. De kans dat de aandelenmarkten instorten is altijd aanwezig, maar kleiner dan de kans dat ze blijven liggen of rustig doorstijgen. Met verkoop op het invaarmoment krijg je bovendien een deel van de verzekeringspremie van de optie terug.
We zien dat er nu meer aandacht komt voor deze kortetermijnstrategie ter bescherming van aandelenposities. Toch blijft het belangrijk om verder vooruit te kijken. Denk na over wat in de wereld van het nieuwe pensioencontract echt belangrijk is – niet alleen over wat vandaag urgent lijkt. Daarbij moeten veel vragen opnieuw gesteld en beantwoord worden. Hoeveel liquiditeit is straks nodig? Welke beleggingen passen nog in het nieuwe pensioencontract, en welke niet meer?
Wij pleiten voor een meer holistische benadering, die verder gaat dan alleen het risico-/rendementsdenken. Denken in meerdere dimensies met diversificatie over verschillende soorten risicopremies noemen we total portfolio management. Na het invaren en het opruimen van de korte termijn beschermingsconstructies, komt er tijd om de gedachten te verzetten van de korte naar de lange termijn.
Sandor Steverink, CFA, is senior investment consultant van Willis Towers Watson (WTW), lid van het Expertpanel van Investment Officer.