Het afgelopen jaar is de aandacht van bedrijven, beleggers en spaarders voor duurzaam beleggen onverminderd blijven groeien. De coronacrisis, klimaatbeleid en sociale onrust voeden de overtuiging dat het integreren van ESG factoren in het beleggingsproces leidt tot betere financiële en niet-financiële resultaten.
Institutionele beleggers hebben veelal het grootste deel van de strategische beleggingsmix gealloceerd naar vastrentende waarden. Het is dan ook geen verrassing dat vermogensbeheerders er veel aan gelegen is om het aanbod van duurzame oplossingen voor deze beleggers in deze categorie te vergroten. We zien dan ook dat de markt van duurzame obligaties sterk groeit. Ten opzichte van andere beleggingscategorieën blijven duurzame oplossingen echter nog achter. Voor beheerders van vastrentende waarden biedt dit de mogelijkheid om de komende jaren het verschil te maken.
Voor aandelen is duurzaam beleggen inmiddels gemeengoed. De dialoog aangaan met bedrijven en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen – engagement en (proxy) voting – is bijvoorbeeld als een belangrijk onderdeel van duurzaam beleggen niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk. Eenzelfde raamwerk voor het integreren van duurzaam beleid is voor vastrentende waarden niet zondermeer van toepassing.
Vastrentende waarde complex universum
Het universum van vastrentende waarden is complex, met verschillende soorten kredietnemers (bedrijven, landen, consumenten), soorten instrumenten (obligaties, leningen), kwaliteit (investment grade, high yield), looptijd (korte versus lange duratie) en plaats in de kapitaalstructuur (senior versus junior). Deze complexiteit leidt ertoe dat beleggers en beheerders zoekende zijn naar de juiste manier om duurzaamheid binnen vastrentende waarden te integreren en onderzoeken welke specifieke beleidsaanpassingen er gedaan moeten worden voor de verschillende vastrentende waarden categorieën.
Binnen vastrentende waarden lopen beheerders van bedrijfsobligaties voorop met het integreren van duurzaamheidscriteria. Hiervoor is aantal redenen:
• De uitgevers zijn veelal dezelfde bedrijven als de uitgevers van aandelen, waardoor voor een groot deel gebruik kan worden gemaakt van hetzelfde raamwerk;
• De transparantie is relatief groot, met name voor publieke bedrijven;
• Er is relatief veel ondersteunend bewijs voor een positief verband tussen ESG en de performance van bedrijfsobligaties. In de eerste helft van 2021 was dit verband goed waarneembaar toen als gevolg van de corona crisis bedrijfsobligaties met een meer duurzaam karakter beter presteerden.
Basis: SASB-raamwerk
De meeste beheerders van bedrijfsobligaties maken gebruik van een bedrijfs- en sector benadering. Het Sustainability Accounting Standards Board (SASB) raamwerk is daarvan een goed voorbeeld. In dit raamwerk wordt per sector geïdentificeerd welke van de meer dan 25 duurzaamheidscriteria relevant zijn, wat een goed startpunt is voor de beoordeling van ESG risico’s en het integreren van een duurzaamheidsbeleid.
Om onderscheidend te zijn en beter te presteren dan sectorgenoten is echter meer nodig. Het is niet alleen noodzakelijk om voor elke sector te kunnen voorzien in financieel materiële ESG-informatie, maar de beheerder zal ook in staat moeten zijn om te identificeren welke bedrijven ESG risico’s richting de toekomst beter beheersen. Alhoewel het beheersen van ESG risico’s slechts één factor is in het bouwen van een portefeuille zijn wij ervan overtuigd dat het verschil in performance tussen ESG voorlopers en achterblijvers gaandeweg zichtbaar zal worden.
Ook voor andere categorieën van vastrentende waarden verwachten wij dat het integreren van duurzaamheidscriteria een onderscheidende rol gaat spelen. De benadering met betrekking tot duurzaamheid is echter veelal anders en voor de meeste categorieën ook lastiger. Voor private debt is bijvoorbeeld minder data beschikbaar en is de diversiteit groter waardoor voor elk type een andere specifieke aanpak moet worden toegepast. Private debt met vastgoed en infrastructuur als onderpand lenen zich bijvoorbeeld goed voor impact beleggingen terwijl voor het verstrekken van directe leningen aan bedrijven de beheersing van ESG risico’s belangrijk is.
ESG-doelen koppelen aan leningen
Een nieuwe ontwikkeling binnen private debt is het verstrekken van leningen met als enige doel om ESG practices binnen bedrijven te bevorderen met als achterliggende gedachte dat bedrijven dan ook betere financiële resultaten realiseren. Dit wordt gedaan door ESG doelen (KPI’s) te koppelen aan de kosten van de leningen. Worden KPI’s gehaald dan dalen de kosten, worden KPI’s niet gehaald dan stijgen de kosten. Voorbeelden van KPI’s zijn het verminderen van de CO2 uitstoot of een hoger percentage vrouwen in het management van een bedrijf. Eenmaal vastgesteld kan over de KPI’s worden gerapporteerd en kunnen deze beoordeeld worden door een externe partij.
Vanuit de overtuiging dat het integreren van ESG factoren in het beleggingsproces leidt tot betere financiële en niet-financiële resultaten zien we een niet aflatende stroomversnelling voor duurzaam beleggen in vastrentende waarden. Doordat de markt voor vastrentende waarden veelzijdig en complex is, ontstaan er steeds meer solide benaderingen en initiatieven. Door deze te omarmen ontstaat er voor voortvarende vastrentende waarden beheerders een perfecte voedingsbodem om de komende jaren het verschil te maken.
Sander Gerritsen is strategisch beleggingsadviseur bij Willis Towers Watson (WTW), dat één van de vier kennispartners is van Fondsnieuws en maandelijks bij toerbeurt een bijdrage schrijft.