
In het zeer defensieve beleggingsprofiel dat Rabobank vorig jaar weer uit het stof heeft gehaald, zit inmiddels weer 5 procent van het beheerd vermogen van de bank. ‘Zeer defensieve beleggingen zijn passend voor slechts een kleine groep klanten, maar ze voorzien duidelijk in een behoefte.’
Dit stelt vermogensbeheerder Rutger van der Goot van Rabobank in reactie op enkele vragen van Investment Officer, nadat de bank sinds maart vorig jaar weer een zeer defensief profiel heeft.
Circa negen jaar geleden trok Rabobank de stekker uit de zeer defensieve beleggingsportefeuilles. Obligaties leverden volgens de bank te weinig op om een veilige portefeuille te bouwen die na kosten een aantrekkelijk rendement opleverde in vergelijking met sparen.
Klanten die binnen dit profiel pasten, stopten met beleggen of stapten in overleg over naar een hoger risicoprofiel. ABN Amro en ING hielden het profiel in Rabobanks ‘pauze’ wél op het schap.
Dat Rabobank vorig jaar is teruggekomen op het besluit, heeft alles te maken met de hogere rente. Van der Goot: ‘Er is nu weer potentieel voor koerswinsten bij renteverlagingen, hetgeen niet het geval was toen de rentes negatief waren.’
De bank is daarnaast van mening dat obligaties een plek verdienen in een gespreide portefeuille, vooral bij een ‘serieuze recessie’. Dan kunnen rentes snel dalen en zorgen voor koersstijgingen van obligaties, en dus demping bieden in een portefeuille, zo is de redenering.
Lange looptijd is kwetsbaar
Van der Goot wijst wel op de kwetsbaarheid van obligaties met een lange looptijd, op het moment dat rentes stijgen door inflatiedruk, al krijgen aandelen het in een soortgelijk scenario ook lastig. ‘Dit hebben we in 2022 gezien, waarbij zowel aandelen als obligaties negatieve rendementen lieten zien. Het is daarom belangrijk om deze twee risico’s goed af te wegen.’
Om het risico op een soortgelijk scenario te verminderen heeft Rabobank eerder dit jaar de rentegevoeligheid van de obligatieportefeuille verminderd, door meer kortlopende obligaties te kopen in het zeer defensieve en het defensieve profiel, en in mindere mate ook in het neutrale profiel. De offensievere profielen bestaan juist hoofdzakelijk uit obligaties met een langere looptijd, die meer demping kunnen geven als tegenwicht bij koersdalingen van aandelen.
De resultante is een portefeuille met relatief weinig risico en een verwacht rendement van ruim 3,5 procent. Van der Goot: ‘Dat is aantrekkelijk voor klanten die iets meer willen dan sparen en het debiteurenrisico willen spreiden, maar defensief beleggen te veel risico vinden.’
Uiteindelijk is het zeer defensieve profiel, rekening houdend met onder andere de kosten en fiscale effecten, slechts passend voor een beperkte groep klanten, stelt de expert van de bank. Het profiel wordt momenteel alleen aangeboden aan Privatebanking- en wealth-klanten. Toch zit al circa 5 procent van het beheerd vermogen in zeer defensief. ‘Terwijl we het nog niet zo lang aanbieden. Het profiel voorziet dus duidelijk in een behoefte’, aldus Van der Goot.
De zeer defensieve portefeuille bestaat momenteel grofweg voor uit 50 procent uit obligaties met een looptijd tot drie jaar en voor 40 procent uit standaard obligaties met wisselende looptijden. Daarnaast belegt de bank voor circa 10 procent in aandelen voor het profiel.