Beleggers kunnen nog altijd turbo’s met hoge hefbomen kopen, ondanks het verzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan banken om deze risicovolle beleggingsproducten uit het schap te halen. Dat blijkt uit een inventarisatie van deze krant.
Banken beloofden anderhalf jaar geleden onder druk van de toezichthouder om te gaan snijden in het aanbod van turbo’s, populaire beleggingsproducten die ook worden verkocht onder de naam speeders of sprinters. Met de producten kunnen beleggers voor een relatief klein bedrag inspelen op de koersstijging van een aandeel, grondstof, index of valuta, zonder dat ze het onderliggende instrument hoeven te kopen.
De populariteit van turbo’s schuilt in de mogelijkheid in korte tijd een flinke klapper te maken. De keerzijde van dit verhaal is dat de turbobelegger zijn volledige inleg kwijt is wanneer de koers een stukje daalt. Dat is de rekening die hij betaalt voor het geleende geld van de bank.
Te risicovol voor consumenten
De AFM vindt turbo’s met een grote hefboom dan ook te risicovol voor de meeste consumenten. De kans op winst bedraagt bij een hefboom van 20 vaak minder dan 50 procent, zo berekende de toezichthouder in 2013. Naarmate de hefboom toeneemt, daalt de kans op winst verder. Bij een hefboom van 70 is de kans dat een belegger zijn gehele inleg kwijtraakt bijna 80 procent, bij een nog grotere hefboom van 190 is die kans zelfs 93 procent.
Banken beloofden de toezichthouder daarom in 2013 geen turbo’s meer uit te geven met een hefboom groter dan 50. Hoewel de aanbieders dat naar eigen zeggen ook niet hebben gedaan, kunnen consumenten nog wel volop beleggen met forse hefbomen.
Commerzbank bood beleggers deze week een BEST turbo aan op de S&P 500, met een hefboom die was opgelopen tot 958. ING verkocht een EUR-USD Springer BEST Long met een hefboom van 285. Bij Binck konden beleggers kiezen voor een AEX turboXL short met een hefboom van 270.
Hoge hefboom
De hoge hefboom ontstaat door de koersbeweging van de onderliggende waarde van het product. Turbo’s kennen een stop-loss, een vooraf afgesproken niveau waarbij het product automatisch wordt beëindigd. Komt de turbo vlakbij bij het stop loss-niveau, dan wordt de hefboom automatisch groter.
Neem een turbo long, met als onderliggende waarde aandeel B van 25 euro. De turbo kent een stop-loss en een financieringsniveau van 20 euro. De koers van de turbo is dan 5 euro (25 - 20). De hefboom bedraagt 5 (25 gedeeld door 5). Daalt de koers van aandeel B echter naar 20,10 euro, dan zakt de koers van de turbo naar 10 cent (20,10 - 20,00). De hefboom loopt dan flink op, naar 201 (20,10 gedeeld door 0,10).
VEB
De VEB is kritisch over de gang van zaken. ‘Misschien wordt er wel naar de letter van de afspraak met de AFM geleefd, maar niet naar de geest’, zegt Patrick Beijersbergen, hoofdeconoom bij de beleggersvereniging.
‘Wij pleiten ervoor dat dit soort producten worden gesloten voor nieuwe toetreders als de hefboom heel hoog wordt. Uit onderzoek blijkt dat beleggers juist geneigd zijn om producten met de hoogste hefboom te zoeken. We horen regelmatig van beleggers dat ze geld verliezen. Turbo’s zijn risicovol, vooral in een beweeglijke markt. Even een korte, verkeerde beweging en je bent je geld kwijt.’
Ook toezichthouder AFM ziet een probleem. ‘We onderkennen de problematiek dat het product haar eigen leven gaat leiden na uitgifte’, zo stelt een woordvoerder, ‘maar zien anderzijds natuurlijk liever geen hefboomproducten in het aanbod met hefbomen tussen 100 en 600, in lijn met het AFM rapport uit 2013.’
Aanbieders, die in overleg zeggen te zijn met de AFM, zijn echter afhoudend. ‘We kunnen niet zomaar een turbo uit het schap halen. Beleggers die de turbo al hebben gekocht moeten gewoon de koers kunnen zien’, zegt Jean-Paul van Oudheusden, bij Binck verantwoordelijk voor productontwikkeling. ‘Overigens worden onze turbo’s voornamelijk gekocht door klanten die hebben aangegeven dat ze de risico’s kennen en dat ze zeer speculatief willen beleggen.’
In Nederland bieden zes banken eigen hefboomproducten aan: ING, ABN Amro, BNP Paribas, Commerzbank, Citibank en sinds vorig jaar ook Binck. De omzet van deze producten bedroeg in 2012 9 miljard euro, in 2013 naar 8,1 miljard euro en vorig jaar een slordige 10 miljard euro.
De banken beloofden de AFM in 2013 consumenten op een gezamenlijke website te informeren over de werking van hefboomproducten en zich te verenigen in een koepelorganisatie, Nedsipa. Deze koepelorganisatie houdt inmiddels een website over turbo’s in de lucht, maar de aangeboden informatie is summier, erkent de toezichthouder. ‘De AFM juicht de oprichting van deze website toe, maar ziet tegelijkertijd voldoende ruimte voor uitbreiding van de informatieverstrekking omtrent de risico’s van de producten’, zegt een woordvoerder.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 12 maart 2015.