De Kamercommissie Economie, Consumentenbescherming en Digitale agenda heeft het wetsvoorstel met betrekking tot bescherming van de zelfstandige agenten bij eenzijdige wijziging van kosten door de principaal goedgekeurd. Na goedkeuring door de plenaire vergadering van het parlement zal de wetswijziging tien dagen na publicatie in werking treden.
Dit was een van de desiderata van beroepsvereniging BZB-Fedafin.
De wetgeving op de handelsagentuur voorziet een bescherming van de agent tegen eenzijdige wijziging van commissies. ‘Iedere eenzijdige wijziging van het oorspronkelijk overeengekomen bedrag of de oorspronkelijk overeengekomen bedragen tijdens de uitvoering van de handelsagentuurovereenkomst is een handeling die gelijkstaat met verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.’
Uitzondering hierop zijn de beslissingen genomen door een paritair overlegorgaan. Indien het paritair overlegorgaan een wijziging goedkeurt dan bindt dit alle agenten en kan geen verbreking van de overeenkomst worden ingeroepen.
De afgelopen jaren hebben principalen in de financiële sector vaak gebruikgemaakt van de mogelijkheid om eenzijdig de kosten te verhogen om zo de bescherming tegen commissiewijzigingen te omzeilen. Zelfstandige bank- en verzekeringsagenten staan daar volgens BZB-Fedafin machteloos tegenover en kunnen niet anders dan de verhoging van kosten te ondergaan, aangezien ze exclusief werken en quasi altijd onderworpen zijn aan een niet- concurrentiebeding in het contract. Indien de handelsagent toch beslist de overeenkomst op te zeggen, verliest deze niet enkel het recht op een vergoeding, maar kan hij ook de eerste zes maanden niet aan de slag gaan voor een andere principaal.
Open Vld-volksvertegenwoordiger, Kathleen Verhelst, had oor naar de bezorgdheden van de agenten en diende een wetsvoorstel in om de bescherming van de handelsagent te verruimen, zodat een eenzijdige verhoging of oplegging van de kosten door de principaal evenzeer leidt tot de verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.
Zo’n verbreking staat gelijk aan een opzeg door de bank en betekent dat de agent recht heeft op een eindemandaatsvergoeding en de mogelijkheid heeft om meteen, zonder onderworpen te zijn aan een niet-concurrentiebeding, aan de slag te gaan voor één van de concurrenten. Een wetsvoorstel met hetzelfde doel, ingediend door de NVA, werd gekoppeld aan haar wetsvoorstel.
Wetsvoorstel
Deze nakende wetswijziging houdt in dat voortaan iedere eenzijdige verhoging of oplegging van de kosten door de principaal een handeling is die gelijkstaat met de verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.
Net zoals voor de commissiewijzigingen werd hier ook het paritair overlegorgaan bevoegd gemaakt. Dit betekent dat het paritair overlegorgaan een wijziging van kosten kan goedkeuren die dan alle agenten bindt zonder dat verbreking van de overeenkomst kan worden ingeroepen.
BZB-Fedafin directrice Carine Vansteenbrugge (foto) toont zich tevreden en gaf Investment Officer de volgende reactie: ‘We zijn blij dat deze lacune in de wetgeving wordt rechtgezet. Het was een van onze prioriteiten in ons politiek memorandum. We zijn de parlementsleden van alle partijen die zich hier hebben achter gezet, dankbaar.’