‘Het is onze missie om iedereen een geïndexeerd pensioen te kunnen geven. We komen steeds dichter bij dat doel’, zegt Frans Dooren, uitvoerend bestuurder en CIO van Stichting Nedlloyd Pensioenfonds.
Sinds januari 2020 is Nedlloyd Pensioenfonds een gesloten fonds. Dat betekent dat er geen pensioenopbouw meer plaatsvindt, behalve de premievrije opbouw voor een beperkt aantal arbeidsongeschikten. Het pensioenfonds met ruim 9.000 deelnemers en een pensioenvermogen van ruim 1,3 miljard euro heeft nog vijf actieve deelnemers over, de overige deelnemers zijn gepensioneerden en slapers.
Het pensioenfonds dat ooit werd opgericht voor werknemers van het grote Nederlandse scheepvaartbedrijf Nedlloyd heeft ondanks de overname in 2005 door het Deense Maersk nog altijd een warme band met die achtergrond. ‘Toen ik in 2009 bij het fonds kwam en vroeg waarom we de naam niet veranderden naar het Maersk Pensioenfonds, zei men: ‘Dat nooit!’’, vertelt Frans Dooren. ‘Onze gepensioneerden zijn onderdeel van de Nedlloyd-familie. Ze voelen zich zeer verbonden aan de bedrijfsnaam. Opvallend is dat het laatste ook geldt voor diegenen die er vanuit Maersk bij zijn gekomen.’
In 2018 besloot het bestuur een eigen koers te varen en de overeenkomst met Maersk op te zeggen. De individuele potjes zijn via een collectieve waardeoverdracht overgeheveld naar ASR pensioenen. Sinds januari 2020 is het fonds gesloten.
Herijking van het beleid
Dat zorgde voor een herijking van het beleggingsbeleid. ‘We hebben gekozen voor een dynamische balansbeheer’, zegt Dooren. Afhankelijk van de dekkingsgraad neemt het pensioenfonds meer of minder risico. ‘We noemen het ook wel de Tafelberg: over het grote, platte gedeelte van de berg voer je hetzelfde beleggingsbeleid uit. Maar als aan de uiteinden de dekkingsgraad veel lager of hoger uitvalt, dan ga je bepaalde risico’s afdekken.’
Ondanks de pandemie staat het fonds er op dit moment goed voor. ‘We zitten nu op een beleidsdekkingsgraad van 123,3 procent. Dat geeft ons waarschijnlijk de mogelijkheid om komend jaar volledig te indexeren, zegt Dooren tevreden.
Volledige indexatie is het belangrijkste doel voor het bestuur van het pensioenfonds. Om dat te bereiken, zijn de deelnemers bereid om redelijk wat risico te nemen. ‘Uit ons risicobereidheidsonderzoek van 2018 blijkt dat deelnemers daar positief in staan. Ook als het rendement iets minder zou zijn, staan ze er alsnog achter.’
20 procent private equity
Binnen de returnportefeuille, 35 procent van de totale beleggingsportefeuille, heeft het pensioenfonds een verdeling van 40 procent aandelen, 40 procent vastgoed en 20 procent private equity. Vooral aandelen en vastgoed doen het op dit moment goed. Beleggingen in vastgoed leverden dit jaar al 6,9 procent rendement op. ‘We hebben alleen vastgoed in Europa. We beleggen in vier categorieën: woningen, logistiek, winkels en kantoren’, zegt Dooren.
In 2020 heeft private equity een negatief rendement opgeleverd. Toch ziet Dooren voorlopig geen reden om het aandeel te verkleinen; het wordt door het hoge rendement dit jaar ruimschoots gecompenseerd. Met behulp van private equity adviseur en belegger Wilshire Associates is het gelukt om te investeren in bedrijven die in high demand zijn bij institutionele beleggers, zoals het Italiaanse private-equitybedrijf Ambienta dat zich richt op duurzaamheid.
‘Ondanks dat we slechts kleine tickets kopen van zo’n 5 miljoen euro, zijn we in Milaan op het hoofdkantoor ontvangen om onze due dilligence te doen. Zonder de samenwerking met Wilshire was het ons als kleine speler niet gelukt om daar binnen te komen.’
Op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen kiest het fonds een andere weg dan ABP, dat onlangs besloot volledig uit fossiele brandstoffen te stappen. ‘We werken samen met managers die duurzaam beleid geïntegreerd hebben in hun beleggingsproces’, zegt Dooren. Hij kiest engagement boven uitsluiting. ‘Olie- en gasbedrijven hebben we ook in de transitie nog steeds nodig. Als wij afscheid nemen van zo’n beleggingscategorie, komen er andere beleggers die minder duurzaam zijn. Daar schiet je niet veel mee op.’
Zeedagen
De toekomst van het fonds wordt regelmatig besproken tijdens de ‘zeedagen’, een verwijzing naar het scheepvaartverleden van de deelnemers. ‘We letten op een aantal triggers’, zegt Dooren. ‘Als de pensioenuitvoeringskosten meer dan 500 euro per deelnemer zijn, moeten we kijken of we nog op de juiste weg zitten. Ten tweede is het belangrijk dat we nog steeds een goed bestuur kunnen vormen. En als het vermogen onder de 800 miljoen euro zakt, moeten we ook kijken wat we verder willen doen met het pensioenfonds’, legt hij uit.
Het bekijken van de toekomstmogelijkheden leidt niet direct tot stappen, benadrukt Dooren. ‘We onderzoeken wat op termijn het beste is voor onze deelnemers. Dat kan het inkopen van een volledig geïndexeerd pensioen bij een verzekeraar zijn, of eerst een stap maken naar een algemeen pensioenfonds (APF).’ Voorlopig blijft het fonds dezelfde koers varen.