Han de Jong
Han de Jong

Wat je ook van Donald Trump vindt, hij probeert (onder andere) het verdienvermogen van de Amerikaanse economie te versterken. Of hij dat op een effectieve manier aanpakt, is een ander verhaal.

Tot dusver geven de cijfers met betrekking tot de Amerikaanse economie hem weinig reden tot juichen over zijn aanpak. Als econoom weet ik dat de eerste, intuïtieve reactie bij ongunstige cijfers is om de juistheid van de cijfers in twijfel te trekken. ‘Die kunnen niet kloppen’, is een gedachte die vaak bij mij is opgekomen wanneer cijfers niet deden wat ik had voorspeld. Als je president van de VS bent, kun je in dat geval de eindverantwoordelijke voor de statistische gegevens ontslaan.

Een van de speerpunten van de president is het versterken van de industriële basis van de VS en het vergroten van de industriële werkgelegenheid. Ik begrijp dat wel. De arbeidsproductiviteit in de industrie is relatief hoog. Voor de algehele welvaart in een land is het van belang dat er veel banen zijn met een hoge arbeidsproductiviteit. In 2000 waren er in de VS ruim 17 miljoen industriële banen, ofwel zo’n 13 procent van de totale werkgelegenheid. Nu zijn er nog geen 13 miljoen industriële banen, dus minder dan 8 procent van het totaal.

Trump: verder banenverlies in industrie

De ironie wil dat het momenteel met de Europese industrie, vergeleken met de VS, eerder wat beter lijkt te gaan dan slechter. De groei van de productie in Europa is wat hoger dan in de VS, terwijl de inkoopmanagersindex voor de Europese industrie al acht maanden op rij is verbeterd en in augustus voor het eerst sinds 2022 boven de ‘boom-bust-waarde’ van 50 is gekomen. De inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse industrie noteert daar nog altijd onder zonder opwaartse trend. Sinds het aantreden van Trump zijn er in de VS 33.000 banen verloren gegaan in de industrie.

Met alle plezier vier ik elk economisch succesje mee. Ik ben bovendien een groot voorstander van economische groei. Maar toch plaats ik hier de kanttekening bij dat de ene groei de andere niet is.

Veel moeilijker dan het aanzwengelen van de bedrijvigheid door hogere bestedingen is het vasthouden van de economische groei. Dan komt het erop aan dat er een dynamische productiesector is, de aanbodkant dus. Hoe zit het met de concurrentiekracht en het verdienvermogen van een economie?

Hoewel je in theorie makkelijk onderscheid kunt maken tussen beide vormen van economische groei, is het in de praktijk minder helder. Benadrukt dient te worden dat alleen economische groei die wordt gedragen door voldoende verdienvermogen op wat langere termijn, houdbaar is en kan bijdragen aan een verhoging van de levensstandaard.

Ik ben een beetje bang dat we in Europa profiteren van enkele tijdelijke factoren. Denk aan de positieve kanten van de handelsverschuivingen die er momenteel gaande zijn in de wereld, veroorzaakt door de importheffingen van Trump. En denk aan hogere overheidsuitgaven, bijvoorbeeld in Duitsland.

Wakker blijven

We moeten ons echter ook, of beter nog voorál, bekommeren om het verdienvermogen van onze economie op de wat langere termijn. Daar maak ik me grote zorgen over. Het Draghi-rapport is nu ruim een jaar uit. Hoeveel daarvan is er al uitgevoerd?

Misschien komt het omdat ik ouder word, maar in mijn optiek is er een gat tussen enerzijds hoe Europa zichzelf en haar rol in de wereld ziet en anderzijds de realiteit. Ook zie ik een aanzienlijk verschil tussen de ambities en de daadkracht van Europa.

We moeten ons niet in slaap laten sussen doordat onze industrie het momenteel wat beter doet dat de Amerikaanse. En van mij mogen we die domme Trump ook best even uitlachen. Maar laten we alert blijven zodat het gezegde ‘wie het laatst lacht, lacht het best’ niet bewaarheid wordt.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No