Iedereen weet het, de arbeidsmarkt is ongekend krap. Er zijn momenteel ruim 400.000 vacatures en circa 375.000 werklozen. Hoe komt dat? Wat betekent het voor de toekomst? En wat moeten we doen?
Deze week de eerste column over dit thema in een reeks.
McKinsey schreef eerder dit jaar een rapport over onze krappe arbeidsmarkt. Daarin wordt berekend dat het aantal vacatures per 100 werklozen bij ongewijzigde trends in 2030 op 390 uit zal komen, tegen iets boven de 100 nu. Het getal 390 is puur het resultaat van een cijfermatige oefening, het is geen voorspelling. Je kunt je moeilijk voorstellen hoe een economie – en de samenleving als geheel – kan functioneren bij zo’n tekort aan arbeidskrachten.
Bron: Macrobond
McKinsey gaat er kennelijk vanuit dat de krapte op de arbeidsmarkt structureel is. Dat zou kunnen, maar het kan ook geheel of gedeeltelijk een cyclisch of incidenteel verschijnsel zijn. Tussen 2003 en 2019 schommelde het aantal vacatures per 100 werklozen tussen de 20 en 65, waarbij een cyclisch karakter herkenbaar is.
De onvoorstelbare toename van de arbeidsschaarste in de laatste jaren wijkt sterk af van het eerdere patroon. Het kan niet anders dan dat de pandemie daarbij een belangrijke rol speelde. Het aantal faillissementen van bedrijven is tijdens de coronatijd onverwacht gedaald.
Bedrijven die zonder corona failliet zouden zijn gegaan, konden door de steunmaatregelen overeind blijven. Zij hielden zodoende ook hun personeel in dienst, dat dus niet gedwongen werd banen te zoeken bij meer levensvatbare bedrijven.
Inmiddels is er sprake van enige normalisering. Medio 2022 was de schaarste het grootst, met ongeveer 135 vacatures per 100 werklozen. Je zou kunnen zeggen dat de situatie sindsdien geleidelijk aan het normaliseren is.
In de Verenigde Staten is die normalisering verder voortgeschreden dan bij ons. Het aantal vacatures per 100 werklozen is daar inmiddels gedaald tot onder het niveau van 2019. De baas van de Amerikaanse Federal Reserve, Jerome Powell, zegt de laatste tijd regelmatig dat de arbeidsmarkt inmiddels minder gespannen is dan vlak voor de pandemie.
Wij gaan waarschijnlijk ook die kant op. Het lijkt mij daarom dat de huidige krapte op de arbeidsmarkt voor een niet onbelangrijk deel incidenteel is. Aangezien de enorme verstoringen die zijn opgetreden door de coronacrisis en de beleidsmaatregelen van die tijd geleidelijk verdwijnen, zal de krapte op de arbeidsmarkt de komende tijd ongetwijfeld verminderen.
Dan is wel de vraag of we van de huidige ruim 100 vacatures per 100 werklozen terug zullen keren naar de marge van 2003-2019. Aangezien we van een piek van circa 135 al zijn gedaald tot circa 108, lijkt een verdere daling tot ruim onder de 100 niet onmogelijk. Dat wil niet zeggen dat er dan geen sprake meer zal zijn van arbeidskrapte.
Wanneer er over de krappe arbeidsmarkt wordt gesproken, worden direct suggesties gedaan over beleidsinitiatieven om die krapte aan te pakken, en maatregelen genoemd die bedrijven kunnen nemen om personeel te behouden. Wat mij verbaast, is waarom we denken dat het probleem zich niet voor een belangrijk deel vanzelf zal oplossen.
Ik ben een econoom met groot vertrouwen in het marktmechanisme als ordeningsbeginsel. Het prijsmechanisme is niet zaligmakend en kan zeker niet alles naar behoren regelen, maar wel heel veel, en ingrijpen in marktwerking levert doorgaans geen betere resultaten op.
Als er een tekort aan arbeid is, zullen de lonen stijgen. Bedrijven die dat niet kunnen dragen en hun prijzen onvoldoende kunnen verhogen, zullen worden gedwongen maatregelen te nemen waardoor de productiviteit van hun werknemers stijgt, zodat ze de lonen wel kunnen betalen. Anders zijn ze gewoon niet levensvatbaar en vallen ze om. De arbeidskrachten die dan vrijkomen, zijn elders beschikbaar, en zo lost ten minste een deel van de krapte zich op.
Natuurlijk is het een pijnlijk proces, maar zo gaat het nu eenmaal in een markteconomie. Uiteraard moet er met beleid voor worden gezorgd dat er voldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn voor publieke dienstverlening, zoals in de zorg, het onderwijs en het openbaar bestuur.
Mijn conclusie vandaag is dat de arbeidskrapte van nu veel minder structureel is dan rapporten zoals dat van McKinsey suggereren, en dat het prijsmechanisme dit probleem voor een deel gaat oplossen. Volgende week meer hierover.
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.