han_de_jong.jpg

In de rol die ik lang binnen ABN Amro vervulde, had ik met veel collega’s uit allerlei geledingen binnen de bank contact. Dat schept een band en die is niet zomaar verbroken als je zo’n organisatie verlaat. Doordat ik op het vakgebied actief ben gebleven zijn veel van die contacten ook gebleven. 

Zo had ik afgelopen vrijdag een mailwisseling met een oud-collega. In een van zijn mails schreef hij: “Ik wil graag de observatie delen van een paar andere trouwe volgers van jouw commentaren op schrift en op BNR. Men meent dat jij jouw van nature positieve bias wat lijkt te hebben verloren.” 

Dat mijn oud-collega’s denken dat ik mijn ‘van nature positieve bias’ lijk te hebben verloren, kwam wel even binnen! Het zet aan tot zelfreflectie.

Hoe ik een niche-speler werd

Macro-economen zoals ik zijn doorgaans niet de meest optimistische types. We blinken uit in het beargumenteren waarom van de status quo niet veel deugt en bedenken graag wat er verder nog allemaal mis kan gaan. Zo was ik lang geleden ook.

Maar het jarenlang analyseren van ontwikkelingen in de economie en die op financiële markten en vooral het lezen van “Triumph of the Optimists” van Dimson, Marsh en Staunton in 2002 brachten mij tot het inzicht dat, zoals ik het later in een boek van Ben Bernanke tegenkwam, de meeste dingen in het leven op de een of andere manier op hun pootjes terechtkomen. Vol overgave werd ik optimist. In plaats van altijd benadrukken van wat mis kon gaan, ging ik op zoek naar kansen. 

Mijn nieuwe rol als ‘radioman’

Toch blijft kennelijk de vraag of ik de laatste tijd minder optimistisch ben geworden en zo ja, hoe dat komt. Zou ik mij, wellicht onbewust, in mijn nieuwe rol als huiseconoom bij BNR laten leiden door de gedachte dat je meer kranten verkoopt met alarmerende koppen dan met de mededeling dat alles best wel goed gaat? Dat zou ik niet willen. 

Maar ben ik ook echt minder optimistisch? Niet over de economische groei, dunkt me. Daarover heb ik al tijden geroepen dat die zou gaan meevallen. Groeivoorspellingen zijn in de eerste helft van het jaar inderdaad breed en fors opwaarts herzien. I rest my case. 

Waarover ik zeker wel minder optimistisch ben dan veel anderen is de vraag of de recente stijging van de inflatie volledig tijdelijk zal zijn of niet. De economische ontwikkelingen van de laatste anderhalf jaar, inclusief de beleidsreactie van centrale banken en overheden zijn ongekend. We hebben nog nooit zoiets meegemaakt. Ik begrijp de zelfverzekerdheid van de optimisten wat de inflatie betreft niet goed.

Een zeurend gevoel

Je kunt wel optimist zijn, maar je moet toch steeds kritisch nadenken over de logica en de risico’s. Er blijft bij mij een zeurend gevoel hangen. De aandelenbeurs moet altijd een reflectie zijn van de economische realiteit. De S&P500 staat momenteel ruim 30% hoger dan voor de pandemie en de AEX zo’n 20 procent. Inclusief dividend betekent dat een veel hoger beleggingsrendement dan het historisch gemiddelde over deze periode.

Deels kan dat wellicht worden gerechtvaardigd door de kapitaalmarktrente die sinds begin 2020 iets, maar eigenlijk helemaal niet zo veel, is gedaald of doordat centrale banken nog altijd veel liquiditeit in het financiële systeem brengen. Maar is dat het hele verhaal? Zijn die per saldo hoger dan historisch te verwachten rendementen sinds de uitbraak van de pandemie niet alleen te rechtvaardigen als de economie er nu beter voor zou staan dan zonder pandemie het geval zou zijn geweest?

Dit is een mooie cliff hanger voor volgende week.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro en momenteel ondermeer huiseconoom bij BNR. Hij schrijft wekelijks voor Fondsnieuws over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics. 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No