15.2.jpg

Het CBS heeft een nieuwe methode om de inflatie te meten. Het verschil met de oude methode is groot. Vorig jaar piekte de inflatie op 14,5 procent. Volgens de nieuwe methode is dat 7,8 procent, maar het CBS past de oude cijfers niet aan. 

De oude berekening klopt weliswaar niet, maar het is te veel gedoe voor het CBS om het aan te passen. Door deze fout heeft het CBS waarschijnlijk zelf bijgedragen aan de oplopende inflatie.  Het is het cijfer waar de FNV de looneis van 14,3 procent op heeft gebaseerd voor dit jaar. Volgens DNB krijgen we een loon-prijsspiraal als de vakbonden hun zin krijgen en de lonen met meer dan 10 procent stijgen. En dat allemaal vanwege de fout van het CBS.

Inflatiecijfers lijken absolute cijfers, maar dat zijn ze niet. Meestal is het mandje van boodschappen gebaseerd op de gemiddelde bestedingen van iemand met een modaal inkomen. Hogere inkomens werden in de afgelopen decennia geconfronteerd met een veel hogere inflatie. Het maandblad Forbes houdt al enkele decennia de zogenaamde CLEWI-index bij. Dit staat voor de de Cost of Living Extremely Well. In het Forbes-mandje zitten dan ook vooral luxe goederen. Nu zijn luxe goederen per definitie schaars en daarbovenop komt ook nog het vreemde fenomeen dat stijgende prijzen zorgen voor een grotere vraag. Om als producten van luxe tassen succes te hebben, zijn in de afgelopen jaren veel prijzen verhoogd tot het niveau van Chanel of Hermes. Het is de manier om de reputatie te verbeteren. De CLEWI-index lag de afgelopen decennia gemiddeld op 5 procent, meer dan het dubbele van de modale inflatie. 

Ook het modale inflatiecijfer klopt niet. Zo is bijvoorbeeld de zorgpremie geen onderdeel van het inflatiemandje. Toch is dat nu juist iets wat iedereen moet betalen. Bovendien stijgt de zorgpremie zo mogelijk nog sterker dan de CLEWI-index. Ook de kosten voor het onderwijs zijn nauwelijks terug te vinden in het inflatiemandje en wie wil sparen voor een huis heeft niets aan het inflatiecijfer als richtsnoer. 

Europese geharmoniseerde inflatiecijfer

Het bijzondere is dat de overheid juist op deze onderdelen een grote invloed heeft op de prijsontwikkeling, maar dat diezelfde overheid er kennelijk alles aan doet om die stijgende prijzen uit de inflatiedefinitie te houden. Zo is het ook gebruikelijk dat we het Europese geharmoniseerde inflatiecijfer gebruiken, exclusief tabak. Iemand met een modaal inkomen geeft bij een pakje per dag al snel 8 procent van het inkomen uit aan tabak. 

In de jaren tachtig wijzigde de Amerikaanse overheid de manier waarop inflatie werd berekend. In het oude systeem werden de daadwerkelijke kosten van de aankoop van een huis gemeten. Naast de prijs van het huis was dit ook de hypotheekrente, de onroerende zaak belastingen etc. In het nieuwe systeem berekende de VS vanaf 1983 de Owners Equivalent Rent (OER). Voortaan werd geschat hoeveel een huiseigenaar zou moeten betalen wanneer die huis niet zou kopen, maar zou huren. 

Nu hebben Amerikanen gemiddeld genomen niet zo veel vertrouwen in hun overheid en met de aanpassing kwamen ook de protesten. Het belangrijkste bezwaar was dat de overheid door de definitie aan te passen het inflatiecijfer had gedrukt. Dat is niet het geval, maar de aanpassing haalde wel de volatiliteit uit het inflatiecijfer. Bovendien zou de sterke stijging van de huizenprijzen voorafgaand aan de Grote Financiële Crisis hebben geleid tot een veel hoger inflatiecijfer. Daarmee zou ook de kans groot zijn geweest dat de Federal Reserve al in een eerder stadium had moeten ingrijpen en dat er daardoor wellicht nooit een Grote Financiële Crisis zou zijn ontstaan.

Inflatie is als tandpasta

In dat licht is het commentaar van het CBS dat een correctie van de cijfers te veel gedoe zou zijn wel erg kort door de bocht. Ze moeten daar toch ook wel eens van Karl Otto Pöhl hebben gehoord. Deze centrale bankier stelde dat ‘inflatie is als tandpasta. Eenmaal eruit, krijg je het er niet meer terug in. Dus kun je maar beter niet te hard op de tube duwen.’ Juist omdat zo veel afspraken waaronder lonen, cao’s en huurtarieven zijn gebaseerd op het inflatiecijfer van het CBS is het van belang dat het een goed beeld geeft. Op elk moment, dus niet gemiddeld over vele jaren in de toekomst. 

Inflatie zorgt voor hogere belastinginkomsten. Bovendien stijgen veel uitgaven ook met de inflatie. Politici zijn goed in het uitgeven van geld en hebben daardoor dus een belang bij een wat hoger inflatieniveau. Wat dat betreft is er dus een perverse prikkel om inflatiecijfers wat hoger te laten uitkomen. Alleen zorgt die hogere inflatie vaak ook voor een hogere rente op staatsschulden, vaak met een groter begrotingstekort als gevolg. Maar uiteindelijk is ook dat statistiek.

Han Dieperink is chief investment strategist bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Zijn bijdragen op Investment Officer verschijnen op dinsdag.

Author(s)
Categories
Tags
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No