Afgelopen week had ik het behoorlijk aan de stok met een goede vriend. Hij had de column van Jaap van Duijn in de Telegraaf van 21 november gelezen, was het roerend met hem eens en vroeg mijn mening. Ik heb veel respect voor Jaap, maar met de bewuste column ben ik het zeer oneens en dat liet ik mijn vriend in wellicht iets te harde bewoordingen weten.
De column beschrijft ons land als ‘een rijk land waar de meeste mensen alles al hebben en omkomen in de spullen’. Het gaat niet meer ‘om economische groei, maar om welzijn, om de verdeling van de welvaart, om gezondheid, om fatsoenlijk met elkaar omgaan, om gemeenschapszin’.
Ik weet zeker dat velen het hier gevoelsmatig mee eens zullen zijn, en dat vaak gedacht wordt dat economische groei eerder slecht is dan goed. Dat is echter een ernstige vergissing. Hier worden materialisme en inhaligheid verward met vooruitgang en ontplooiingskansen. We moeten wel naar economische groei streven!
De aanbodzijde
Kijk eerst eens naar de aanbodzijde van de economie. Wat we collectief produceren is het resultaat van het aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met de productiviteit per uur. We proberen altijd slimmer en efficiënter te werken. Geholpen door technische vooruitgang slagen we er zo in onze productiviteit voortdurend te laten toenemen, al is het tempo daarvan laatste decennia teruggevallen. Het lijkt me niet dat iemand ervoor wil pleiten dat we minder efficiënt of minder slim gaan produceren.
Wie tegen economische groei is, is kennelijk een voorstander van een daling van de gewerkte uren. Dat is een keuze die een gepensioneerde wetenschapper eenvoudiger kan maken dan een modale eenverdiener met hoge vaste lasten.
Dan de vraagzijde: hebben we al die ‘spullen’ echt nodig? Ik had 25 jaar geleden niet het idee dat ik iets tekort kwam, maar ik ben toch blij met mijn iPad, het grote aantal Apps waarvan ik gebruikmaak, mijn smart phone, de ‘adaptive cruise control’ in mijn auto, de navigatie en ga zo maar door. Economische groei brengt niet alleen ‘spullen’ voort, maar ook diensten. En we weten nu echt nog niet waaraan we in de toekomst plezier zullen beleven.
De voormalig hoogleraar betoogt verder dat negatieve zaken als klimaatverandering en vermindering van biodiversiteit het rechtstreekse gevolg zijn van economische groei. Hier draait hij de zaken om. Als de wereldbevolking fors toeneemt, is dat uiteraard een belasting voor de planeet. Het interessante is echter dat mensen zich meer om hun omgeving bekommeren naarmate ze het zelf financieel beter hebben.
De aandacht gaat altijd uit naar zaken die verslechteren, maar de wereld gaat er op veel fronten juist op vooruit naarmate we rijker worden. Zo is bijvoorbeeld de kwaliteit van de lucht in ons land en die van het water in de rivieren gedurende de laatste 40 sterk verbeterd.
Groei biedt ontplooiingskansen
En hoe zit het met ‘fatsoenlijk met elkaar omgaan en gemeenschapszin’ waarover Jaap van Duijn spreekt? Ik ben het roerend met hem eens dat we daar gebrek aan hebben. Saillant is evenwel dat we daar meer van lijken te hebben gehad toen onze economie harder groeide. De polarisatie in de samenleving en de boosheid die op allerlei plaatsen en manieren naar boven komt, hebben mijns inziens eerder te maken met te weinig economische groei dan met te veel.
Het moet toch evident zijn dat het verdelen van veel groei makkelijker is dan het verdelen van weinig groei. En als we helemaal niet meer groeien, kunnen mensen die nog vooruit willen dat alleen realiseren als een ander achteruitgaat. Het ligt voor de hand dat conflicten zich juist dan voordoen. Economische groei biedt mensen kansen om zich te ontplooien, vooral voor jongeren essentieel. Gebrek aan groei ontneemt vooral jongeren ontplooiingskansen en leidt tot conflicten. We hebben niet minder economische groei nodig, maar juist meer, liefst veel meer.
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Fondsnieuws over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.