
Het klinkt zo mooi en eenvoudig: een belasting op grote vermogens die alleen de allerrijksten raakt en miljarden oplevert voor de staatskas. Een magische oplossing voor alle financiële problemen van de overheid. Maar waarom heeft nog geen land ter wereld succesvol zo’n belasting ingevoerd?
Het antwoord is even simpel als pijnlijk: omdat de economische schade veel groter is dan de opbrengsten.
De populistische verleiding
Vermogensbelasting is het schoolvoorbeeld van belastingpopulisme. Links presenteert het als de ultieme oplossing: alleen mensen met een vermogen van meer dan 10 miljoen euro zouden worden geraakt, terwijl de opbrengst tientallen miljarden zou bedragen. Het klinkt als een win-win-scenario, waarbij niemand pijn hoeft te lijden, behalve een handjevol superrijken.
Dit populistische verhaal negeert echter de harde economische realiteit. Geloofwaardige studies naar vergelijkbare voorstellen in Duitsland en de Verenigde Staten tonen aan dat een vermogensbelasting op lange termijn het bruto binnenlands product met 2 tot 5 procent kan doen krimpen. De schade aan investeringen, werkgelegenheid en economische groei overstijgt ruimschoots de belastingopbrengsten.
Waarom vermogensbelasting niet werkt
Het fundamentele probleem is dat vermogen mobiel is. Rijke mensen en hun kapitaal kunnen relatief gemakkelijk verhuizen naar landen zonder vermogensbelasting. Het resultaat? Een exodus van kapitaal en ondernemerschap, precies degenen die banen creëren en de economie laten groeien.
Bovendien raakt vermogensbelasting vaak niet alleen ‘luie rijken’ die op hun geld zitten. Het treft ook ondernemers die hun vermogen hebben geïnvesteerd in bedrijven, innovatie en werkgelegenheid. Juist deze productieve investeringen worden ontmoedigd door een belasting die geen onderscheid maakt tussen productief en onproductief kapitaal. Wat dat betreft zou de heffing op sparen hoger moeten zijn dan de heffing op investeren en beleggen.
De fiscale vlucht en de terugkeer van kapitaal
Nederland kampt al jaren met een exodus van vermogenden naar het buitenland. Landen als Zwitserland, Italië, de Emiraten en Monaco profiteren van deze fiscaal vluchtelingen – ondernemers en investeerders die hun belastingdomicilie hebben verplaatst vanwege de Nederlandse vermogensrendementsheffing en hoge belastingdruk.
De fiscale vluchtelingen nemen niet alleen hun vermogen mee, maar ook hun consumptie, investeringen en vaak hun bedrijven. Een ondernemer die naar Zwitserland verhuist, betaalt daar inkomstenbelasting, btw, loonbelasting voor zijn werknemers, en draagt bij aan de lokale economie. Het land van herkomst mist al deze inkomsten.
Het ironische is dat (in Nederland) veel van deze ‘rijken’ al een aanzienlijk deel van de belastingopbrengsten voor hun rekening namen. De top 1 procent van de inkomens betaalt ongeveer 25 procent van alle inkomstenbelasting in Nederland. Door hen weg te pesten, verkleint de overheid de eigen belastingbasis en wordt de druk op de middenklasse alleen maar groter.
Eerst de koek vergroten
Als Nederland werkelijk wil investeren in onderwijs, zorg, infrastructuur en andere politieke prioriteiten, dan is de slimste strategie om eerst de economische koek zo groot mogelijk te maken. Dat betekent kapitaal aantrekken in plaats van wegpesten.
De afschaffing van de vermogensrendementsheffing zou waarschijnlijk leiden tot een aanzienlijke terugkeer van kapitaal uit het buitenland. Deze ‘reverse brain drain’ zou nieuwe investeringen, bedrijven en banen naar Nederland brengen. Het extra belastinggeld dat deze terugkerende ondernemers en investeerders oplevert – via inkomstenbelasting, btw, loonbelasting en vennootschapsbelasting – zou op termijn veel meer opbrengen dan de huidige vermogensbelasting.
Bovendien zou het land zich kunnen positioneren als een aantrekkelijke vestigingsplaats voor internationale investeerders en ondernemers. In een wereld waar kapitaal steeds mobieler wordt, concurreren landen om de meest productieve bedrijven en individuen. Nederland heeft veel troeven – goede infrastructuur, een hoogopgeleide beroepsbevolking, stabiele rechtsstaat – maar die worden ondermijnd door een fiscaal onvriendelijk klimaat.
Conclusie
Landen zouden er goed aan doen om af te stappen van vermogensbelasting-retoriek en te focussen op belastinghervormingen die wel werken. Dat betekent het omarmen van complexiteit in plaats van het najagen van populistische slogans.
Door kapitaal te verwelkomen in plaats van weg te jagen, kan de belastingbasis verbreed worden en kunnen meer middelen gegenereerd worden voor alle politieke ambities. Een grotere koek betekent meer voor iedereen – een kleinere koek betekent vechten om de kruimels.
De vraag is of politici de moed hebben om dit inzicht te omarmen, of dat ze blijven dromen van magische geldboompjes die er simpelweg niet zijn. Want uiteindelijk betalen we allemaal de prijs voor slecht belastingbeleid – in lagere groei, minder banen en een minder welvarende samenleving.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.