Eind vorig jaar rekenden zo veel mensen op een recessie in 2023 dat de komende recessie met recht de meest verwachte recessie ooit mag worden genoemd. Maar er komt dit jaar helemaal geen recessie.
De recessie wordt namelijk voorkomen door de inverse rentecurve, de Amerikaanse bankencrisis en de desinflatie. Financiële stabiliteit gaat immers altijd boven monetaire stabiliteit, anders is er geen systeem meer om te stabiliseren.
Het is voor economen altijd al bijzonder lastig geweest om een recessie te voorspellen. Dat komt omdat de menselijke psyche een belangrijke rol speelt in een recessie. In een typische recessie valt de economie als het ware van een klif af en zoiets wordt meestal veroorzaakt door een negatieve externe schok, zoals bijvoorbeeld een verdubbeling van de olieprijs. Nu zijn er ook recessies die worden veroorzaakt door centrale bankiers die te lang doorgaan met het verhogen van de rente, maar daarvoor moet er dan wel sprake zijn van een positief reëel renteniveau.
Dit keer is de rente weliswaar snel verhoogd, maar wel vanaf het nulpunt. Absoluut gezien staat de beleidsrente niet zo hoog. Bovendien wordt het beleid voor een belangrijk deel tenietgedaan door de inverse rentecurve. Nog altijd staat daardoor de rente op de kapitaalmarkten beneden het huidige inflatieniveau. Dit zou de eerste keer dat er sprake zou zijn van een recessie terwijl de reële rentes nog negatief zijn.
Het belangrijkste argument voor een recessie is de inverse rentecurve. Alle recessies vanaf 1970 zijn immers voorafgegaan door hetzelfde fenomeen. Alleen was de curve wel vaker invers dan er recessies waren. De vraag is verder of er wel zoveel waarde gehecht moet worden aan het voorspellende karakter van een rentecurve die sinds 2008 volop gemanipuleerd wordt door de centrale banken. Kwantitatieve verkrapping zorgt voor extra vraag naar obligaties aan de lange kant. Daardoor daalt de rente, iets dat nog verder wordt aangezet door de wens van institutionele beleggers (pensioenfondsen) om lange termijn ALM-verplichtingen af te dekken.
De arbeidsmarkt is ook nog veel te sterk voor een recessie. Normaal gesproken loopt de werkloosheid pas op nadat de recessie is begonnen, maar gelet op de banencreatie op dit moment, gaat dat dit jaar niet meer lukken. De arbeidsmarkt is daarvoor simpelweg te krachtig en er zijn nog te veel vacatures. Zo lang mensen aan het werk blijven, stijgt het totale besteedbaar inkomen en de dalende inflatie in combinatie met de stijgende lonen betekent zelfs dat er sprake is van een reële inkomensstijging. De totale inkomensontwikkeling heeft in de afgelopen jaren toch al sterk geprofiteerd van de sterk gedaalde werkloosheid. Daardoor was het mogelijk dat het totale inkomen van consumenten steeg, terwijl het gemiddelde reële inkomen van de consument daalde.
Door de sterke arbeidsmarkt is er sprake van een hoge mate van baanzekerheid. Dat is goed nieuws voor de consumentenbestedingen. Ook is er in de afgelopen jaren veel gespaard en nog altijd is een groot deel daarvan nog niet uitgegeven. Wellicht dat een groot deel van die besparingen terecht zijn gekomen bij de rijken, maar er is voldoende spaargeld over om de consumptie overeind te houden wanneer de inkomens zouden stagneren of zelfs dalen.
Een bijzondere rol is weggelegd voor de huizenmarkt, zoals bekend het transmissiemechanisme van het monetaire beleid. Normaal gesproken, worden er voorafgaande aan een recessie te veel huizen gebouwd. Nu is dat zowel in de VS als in Europa het omgekeerde. In de VS zijn er onvoldoende huizen en ook in Europa is er niet bepaald excessief gebouwd. In beide gevallen is dit een gevolg van de Grote Financiële Crisis.
Dat betekent dat er geen excessen weggewerkt hoeven te worden. Door het tekort aan huizen gaan consumenten op zoek naar meer mogelijkheden om een huis te kopen. In het verleden was het totale inkomen van het gezin een betrouwbare indicator in hoeverre potentiële kopers zich een huis kunnen veroorloven. Nu gaan kopers een stap verder. Naast het inkomen is nu ook de vermogenspositie van de familie relevant. De jubelton mag dan zijn afgeschaft, het is zowel hier als in de Verenigde Staten steeds normaler dat de ouders een deel van het huis van de kinderen betalen. We beginnen wat dat betreft meer op Azië te lijken. Ouderen beschikken ook over veel overwaarde in hun eigen huis of over voldoende besparingen (pensioenen). Verder is de hypotheekrente in de VS voor veel huiseigenaren gefixeerd beneden de 3 procent, waardoor het besteedbaar inkomen zich feitelijk veel positiever ontwikkeld dan volgens de statistiek wordt aangenomen.
De laatste reden dat er geen recessie komt is dat beleggers ook veel te optimistisch zijn over wat er volgt na zo’n recessie. Vrijwel iedereen gelooft dat een recessie ertoe zal leiden dat centrale banken in snel tempo de rente zullen verlagen, met als resultaat dat de inflatie onder controle komt en de groei zal herstellen. Dit is een zeer optimistisch scenario, op zich al een reden om er van uit te gaan dat er door deze overdaad aan optimisme dit geen recessie komt.
Han Dieperink is chief investment strategist bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Zijn bijdragen op Investment Officer verschijnen op dinsdag.