Het omvallen van de Silicon Valley Bank is een direct gevolg van het Amerikaanse monetaire beleid. Eerst pompt de Federal Reserve samen met de Amerikaanse overheid tijdens de pandemie een belachelijke hoeveelheid geld in het systeem, waarvan een deel werd geparkeerd op rekening bij de Silicon Valley Bank.
Daarna vertrouwde het management van de bank de belofte van de Federal Reserve dat de rente nog veel langer laag zou blijven. Nog niet zo lang geleden was inflatie immers transitoir, van voorbijgaande aard. Nu wil Biden diegenen er voor gezorgd hebben dat de bank omviel, volledig verantwoordelijk houden. Reken er maar niet op dat dit Powell en Yellen zullen zijn. Directies van regionale banken zouden toch beter moeten weten dan te vertrouwen op centrale bankiers en politici.
Het meest opmerkelijke aan het omvallen van Silicon Valley Bank is dat de toezichthouders vrijwel direct garant gingen staan voor elke depositohouder. Zoiets was zelfs in de Grote Financiële Crisis ondenkbaar. Hier worden uitsluitend rekeningen gegarandeerd (door de andere banken) tot 100.000 euro. In de Verenigde Staten is dat 250.000 dollar, maar het overgrote deel van de klanten van Silicon Valley Bank had veel meer op de rekening staan.
De Fed, de FDIC en het Amerikaanse ministerie van financiën garanderen nu dat iedereen die geld heeft gestald bij welke Amerikaanse bank dan ook, toegang heeft tot dat geld. Dat is feitelijk dus een open einde-regeling voor de Amerikaanse overheid. Iets wat de overheid alleen kan waarmaken door veel geld bij te drukken. Net als de Britse centrale bank vorig jaar lijkt nu ook het Amerikaanse monetaire beleid te draaien als een blad aan een boom. Kwantitatieve verkrapping nadert in snel tempo het einde. Het is zelfs de vraag of de Fed volgende week nog de rente gaat verhogen.
Op het moment dat iedereen altijd zijn geld terug krijgt, is er geen prikkel meer om voorzichtig te zijn. Dit is het moral hazard-probleem waar de Amerikaanse overheid in het verleden nogal op hamerde. In de Grote Financiële Crisis werd eerst Bear Stearns gedwongen overgenomen door JP Morgan en toen er in de zomer van 2008 werd gesproken over andere zwakke broeders stelde Bernanke dat de overheid nu eenmaal niet garant kan staan voor elke bank die omvalt. Marktpartijen moesten zelf ook rekening houden met bepaalde risico’s.
Met het laten vallen van Lehman en het tegelijkertijd redden van Merrill Lynch, probeerde de overheid moral hazard te introduceren. Dat is hopeloos mislukt. Dat lukt in Azië beter. Die landen hebben wel geleerd van de Aziëcrisis. Nog steeds is daardoor Azië financieel veel veiliger dan daarvoor. Zelfs de Chinezen lieten met Evergrande één van de grootste projectontwikkelaars vallen en hadden er een diepe vastgoedcrisis voor over om meer moral hazard te introduceren. Maar wat kennelijk wel kan in China, Maleisië, Thailand en Indonesië, kan niet in Silicon Valley, San Francisco en zelfs de staat Californië.
De boodschap die Amerikaanse (en de Britse) toezichthouders nu aan de markt afgeven, is dat het niet meer uitmaakt hoeveel risico je neemt. Aangezien hebzucht een sterkere emotie is dan angst, zullen steeds meer partijen maximaal risico nemen met de kans op steeds hogere rendementen, terwijl als het tegenzit de staat ervoor opdraait.
Het ironische is ook dat centrale banken dit risico fors verhogen door de rentecurve invers te laten. Wie in de Verenigde Staten twee procent accepteert op een spaarrekening is niet goed wijs. In de markt is eenvoudig het dubbele te halen. Maar banken die vier of vijf procent betalen op een spaarrekening, kunnen daarna vrijwel nergens meer naartoe vanwege de lage lange rente. Mogelijk dat de zeer uitgebreide garantie van de overheid er ook is vanwege al die andere banken die volop staatsobligaties hebben gekocht, een bank run is immers niet rationeel.
Dat terwijl de Amerikanen toch hadden kunnen leren van de eurocrisis. Die werd zo groot omdat commerciële banken hier zich begraven hadden onder staatsobligaties. Er zat namelijk een fout in de Bazel 3-wetgeving. Banken hoefden voor staatsobligaties geen eigen vermogen aan te houden, voor geen enkele staatsobligatie uit de Europese Economische Ruimte.
Zo kon het ontstaan dat Franse, Spaanse en Italiaanse banken grote posities hadden in staatsobligaties van hun eigen overheid, maar ook in die van Griekenland. Gelukkig is er één groep banken die tegenwoordig veruit de grootste positie heeft in staatsleningen en dat zijn de centrale banken. De verliezen daar zijn een veelvoud van die bij Silicon Valley Bank. Maar goed dat een centrale bank niet kan omvallen, al wordt hierdoor wel aan de poten van het financiële systeem gezaagd.
Han Dieperink is chief investment strategist bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Zijn bijdragen op Investment Officer verschijnen op dinsdag.