Han Dieperink
Han_Dieperink_blue.png

De Amerikaanse inflatiecijfers worden morgen gepubliceerd. De markt gaat er van uit dat de inflatie in maart met 5,2 procent is gestegen ten opzichte van een jaar geleden, tegenover 6,0 procent in februari. Alleen de kerninflatie zal naar verwachting stijgen van 5,5 procent naar 5,6 procent, de belangrijkste bijdrage komt nog altijd van de huizenmarkt.

De grote vraag is wat er voor kan zorgen dat de inflatie nog gaat stijgen. Het is toch moeilijk voorstelbaar dat de huizenmarkt nog veel verder gaat stijgen. Het aantal Amerikanen dat zich bij de huidige rente een huis kan veroorloven is tot een nieuw dieptepunt gedaald. De huizenmarkt is, meer dan elke andere sector, bijzonder gevoelig voor renteontwikkelingen.

Ook de lonen stijgen onvoldoende in de Verenigde Staten om de inflatie nog veel langer hoog te houden. Ook de inflatieverwachtingen kunnen onmogelijk zorgen voor een hoger inflatieniveau. Het monetaire beleid is krap genoeg om een bankencrisis te veroorzaken, dat zou toch ook voldoende moeten zijn om de inflatie de kop in te drukken. Verder zijn er tal van eenmalige effecten als gevolg van de coronapandemie. Lange tijd waren hotels en restaurants vol bezet vanwege het post-pandemische inhaaleffect, maar dat begint nu ook weg te ebben.

Bedrijven zijn de boosdoener 

Er duikt een wat onverwachte kandidaat op als de grote veroorzaker van inflatie, namelijk de bedrijven zelf. Bedrijven verhogen nu de prijzen omdat het kan. Nu zijn er meer impliciete monopolies en oligopolies dan voorheen, maar het lijkt niet uit te maken welke marktvorm, prijzen stijgen over een breed front. Als negen van de tien producten elk met 10 procent in prijs stijgen, waarom zou het tiende product dan achterblijven. Door de hogere prijzen van bedrijven zijn de winstmarges van bedrijven gestegen naar recordniveaus.

Dat is ook niet zo vreemd want naast de inkoppers (geef simpelweg corona of de oorlog in Oekraïne de schuld) om de prijzen te verhogen, zijn veel bedrijven zich aan het voorbereiden op de meest voorspelde recessie ooit. En dat betekent kosten besparen, bijvoorbeeld door middel van massaontslagen. Als die recessie dan niet komt, gaan marges al snel omhoog.

Consument heeft ook schuld 

De consument heeft dit laten gebeuren. Dankzij alle steun tijdens de coronapandemie was er minder noodzaak om op de kleintjes te letten. Ondanks de hogere prijzen, blijven consumenten gewoon doorkopen. Verder is dit natuurlijk een ideale omgeving om op alle externe factoren te wijzen die bijdragen aan de inflatie. Neem een gewoon brood.

Allereerst is het graan natuurlijk schaars, want iedereen weet dat de Zwarte Zee vol ligt met mijnen waarlangs graan nauwelijks de Oekraïne kan verlaten. Of anders heeft het extreme weer wel gezorgd voor een misoogst. Dan hebben ook de bakkers het tijdens de coronapandemie moeilijk gehad, ook online werd brood beter verkocht. Door de sterk gestegen aardgasprijzen waren er zelfs bakkers gedwongen om de tent te sluiten.

En tot slot is het nog altijd lastig om als bakker aan personeel te komen. Er is weinig fantasie voor nodig om te denken dat de kosten om een brood te bakken en te verkopen al snel met 20 procent zijn gestegen, terwijl dat in werkelijkheid maar 15 procent is. Elke ondernemer gaat in zo’n situatie natuurlijk voor de volle 20 procent en maakt daarmee wat extra marge.

De vraag is wel waarom ondernemers nu eenvoudiger de prijzen kunnen verhogen dan in het verleden. Daarin spelen sociale media een grote rol, die zijn goed in het versterken van de boodschap. Daarin worden zaken als Oekraïne, de gestegen aardgasprijzen, de bakkers die op de fles gaan en het gebrek aan personeel sterk uitvergroot. Neem bijvoorbeeld de prijzen voor hotels, die kunnen zonder omhaal de prijs voor een kamer snel verhogen en kunnen waarschijnlijk nog meer argumenten daarvoor aandragen. Toch is het wel degelijk zo dat bij elke terugval in de vraag, de prijzen net zo snel weer kunnen dalen. Dat is zichtbaar in bijvoorbeeld de elektronica. Toen de vraag post-corona inzakte, konden prijzen snel omlaag.

De Fed aan zet 

De Fed heeft toch gelijk, de coronapandemie heeft een transitoir effect op de inflatie. Nu moeten ze het alleen nog zelf geloven. De rol van sociale media wordt regelmatig onderschat, maar het viraal laten gaan van een bepaald narratief heeft een sterk sturende werking. Verder blijft het opvallend hoeveel schermtijd er wordt doorgebracht op sociale media, dat kan niet anders dan het ideale medium zijn voor marketeers. De eerste onderzoeken hebben al aangetoond dat sociale media zorgen voor depressies, angstaanvallen en stress.

Als dat lukt, dan is inflatie een peulenschil? Waar sociale media in ieder geval goed in zijn, is mensen overhalen iets te kopen (liefst zonder dat ze het nodig hebben). Ondanks recordinflatieniveaus blijven sociale media mensen aanmoedigen om te kopen. Uit de verkoopstatistiek blijkt dat dit lukt. Sociale media slagen er ook in om die ene markt op te knippen in tal van deelmarkten, elk met een eigen prijsdynamiek, maar per saldo wel met hogere gemiddelde prijzen. Als de Federal Reserve dus wat aan de inflatie wil doen, moet ze actief worden op sociale media. Dat zal nog wel even duren.

Han Dieperink is chief investment strategist bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Zijn bijdragen op Investment Officer verschijnen op dinsdag.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No