Jeroen Blokland
Blokland.png

Moody’s heeft, als laatste kredietbeoordelaar in de rij, de Verenigde Staten gestript van zijn triple-A-status. Oud nieuws dus? Dat zou ik niet willen zeggen, gezien de timing van het besluit. Hoewel er aan de voorkant wellicht niet meteen heel veel gebeurt, draaien beleidsbepalers, centrale banken en politici achter de schermen overuren.

Er zijn in de wereld nog maar negen landen die van alle drie de grote kredietbeoordelaars de hoogste rating, triple-A, krijgen: Australië, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Singapore, Zweden en Zwitserland.

De Verenigde Staten horen dus al een tijdje niet meer bij dat illustere rijtje. Sterker nog, het is alweer bijna vijftien jaar geleden dat S&P als eerste besloot de rating van de Verenigde Staten te verlagen. Vanuit dit oogpunt is dus het enige nieuws dat de Verenigde Staten nu door geen van ‘de drie grote’ nog als triple-A wordt gezien.

Grafiek 2205

Buffers

De kans is klein dat met deze laatste downgrade Amerikaanse obligaties niet meer tot het ‘beste’ groepje van High-Quality Liquid Assets (HQLA) worden gerekend. Naast centrale bankreserves zijn Amerikaanse staatsobligaties de meest gebruikte vorm van HQLA, die zonder ‘haircut’ als buffer voor banken mogen worden gebruikt. Ook voor de HQLA-indeling een declassificatie doorvoeren, wat misschien wel zou moeten, zou een enorme dreun voor de bankenbuffers betekenen. Daar heeft de BIS vermoedelijk weinig trek in.

Nieuwswaarde

Toch zou ik de downgrade van Moody’s zeker niet willen wegzetten als een ‘non-event’, zoals heel wat economen en marktvolgers doen. De timing van Moody’s is namelijk interessant. Waar de Amerikaanse overheid met behulp van het Department of Government Efficiency (Doge) probeert de gigantische begrotingstekorten in te perken, wat overigens nog maar mondjesmaat lukt, en Trump andere landen wil dwingen om meer Amerikaanse goederen en diensten te kopen, vond Moody’s het nu dan toch tijd om de kredietwaardigheid te verlagen.

Hoewel Moody’s uiteraard de inmiddels bekende redenen, zoals hoge schulden, structurele begrotingstekorten en oplopende interestlasten aanvoert, moeten de ontwikkelingen van de afgelopen maanden ook een rol hebben gespeeld.

Gokje?

Trump neemt met zijn volatiele beleid een gok. Hij wil de wereldhandel herbalanceren, ten gunste van de Verenigde Staten uiteraard, de dollar (tijdelijk) verzwakken, en tegelijkertijd de hegemonie van de dollar waarborgen.

Kort gezegd spaart de rest van de wereld te veel en geven de Verenigde Staten te veel uit. Die onbalans, gekenmerkt door veel exporten naar en veel importen vanuit de Verenigde Staten, zorgt voor een continue uitstroom aan dollars. Maar omdat de rest van de wereld te veel spaart, vindt een groot deel van die dollars zijn weg terug naar de Verenigde Staten, met name in de vorm van beleggingen in Amerikaanse staatsobligaties, gezien als veilige haven en dus geschikt voor het aanleggen van buffers.

Stroomstoring

Als je het patroon van de internationale handel doorbreekt en landen dwingt meer Amerikaanse producten te kopen en zelf minder te exporteren, middels importtarieven waardoor goederen elders dus duurder worden, dan doorbreek je ook de natuurlijke stroom van dollars.

Er is simpelweg minder geld buiten de Verenigde Staten dat zijn weg terug kan vinden richting Amerikaanse staatsobligaties. Tel daarbij op dat sommige landen sowieso al af willen van de dollar, zelfs wanneer ze de komende maanden handelsovereenkomsten sluiten, dan komt de exceptionele status van Amerikaanse staatsobligaties en de dollar ter discussie te staan. Dat is niet wat Trump wil. Die wil een betere balans zonder dat het ook maar een beetje ten koste gaat van de positie van Amerikaans staatspapier en de dollar.

Trump heeft wellicht ongewild allerlei radertjes aan het werk gezet, waardoor de oorspronkelijke opdracht, de wereldwijde handel meer in evenwicht brengen, wordt begeleid door allerlei nevenverschijnselen die ook weer moeten worden gemanaged. Dít is waarom Moody’s besloten heeft om bijna vijftien jaar na S&P de kredietwaardigheid van de VS te verlagen. Waarschijnlijk zochten ze al die jaren een stok om de hond mee te slaan, dat de VS nog een triple-A-rating kreeg, was redelijk lachwekkend, en Trump heeft ze die stok gegeven.

Wat is risicovrij?

Tot slot mag je ervan uitgaan dat deze downgrade, hoe marginaal op papier ook, de discussie over wat nu een risicovrije asset en belegging is, stevig zal doen oplaaien. Bij beleggen is alles relatief. De ene beleggingscategorie is minder risicovol dan de andere, maar dat betekent niet dat er geen risico is, en ook niet dat die verhouding nooit verandert. Op dat punt zijn we nu aangekomen. De BIS, centrale banken en beleidsmakers moeten het risico op Amerikaanse staatsobligaties actiever mee gaan nemen.

En dat betekent heel simpel dat er opnieuw moet worden gekeken met welke categorieën een (bank)balans moet worden opgebouwd om het risico te beperken en bestand te zijn tegen stress-scenario’s. Spreiden is daarbij het advies.

En anders kan de Verenigde Staten altijd nog proberen zijn triple-A status te heroveren door Groenland (Denemarken, triple-A) in te lijven en Canada (triple-A) als 51e staat te ‘verwelkomen’.

Jeroen Blokland analyseert in zijn nieuwsbrief The Market Routine in het oog springende, actuele grafieken over de financiële markten en macro-economie. Daarnaast is hij beheerder van het Blokland Smart Multi-Asset Fund, een fonds dat belegt in aandelen, goud en bitcoin.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No