FB036A3F-CC44-4BC8-A9E2-CC90B947B24A_0.png

In de afgelopen twaalf maanden is Nvidia met meer dan 200 procent gestegen. En dus schreeuwen de zelfbenoemde goeroes weer dat we in een “bubbel” zitten. Maar wat is een bubbel eigenlijk? Wat bedoelen die goeroes met het woord bubbel? Dat vertellen ze er nooit bij. 

Sowieso kan een bubbel wat mij betreft nooit slechts één of een handvol aandelen betreffen, ook al zijn die Magnificent Seven wel echt heel erg groot geworden. Gelukkig zijn er mensen die wel willen definiëren wat een bubbel dan precies inhoudt. 

Een belangrijk voorbeeld is William Goetzmann (2016), Faculteitsdirecteur aan de Yale School of Management en Onderzoeksmedewerker bij het National Bureau of Economic Research (NBER). Ik heb het werk van Goetzmann al eens eerder aangehaald, maar om een beetje tegenwicht te bieden aan de bubblespotters daarbuiten, breng ik het nogmaals onder de aandacht.

A graph of a growing trend</p>
<p>Description automatically generated with medium confidencehttps://lh7-us.googleusercontent.com/-q0tksLsQ3CRRLJMwfLXl8LVcgBxQWNt1X…” width=”602” />

Goetzmann definieert een bubbel als een spectaculaire stijging, een “boom”, gevolgd door een dramatische daling, een crash. In numerieke termen: een boom is een reële(!) prijsstijging van 100 procent binnen een jaar, gevolgd door een crash van 50 procent of meer in het daaropvolgende jaar. Met andere woorden, in het daaropvolgende jaar worden alle winsten van de boom tenietgedaan. De focus ligt daarbij op landenindices, en niet op individuele of specifieke groepen aandelen.

Bubbels zijn extreem zeldzaam

In totaal bestudeert Goetzmann meer dan 3.000 jaarlijkse aandelenrendementen. Zijn eerste belangrijke bevinding is dat bubbels extreem zeldzaam zijn. Op basis van de definitie van Goetzmann komen bubbels in slechts 0.3 procent van de jaarrendementen voor. Je moet dus erg zeker van je “bubbelzaak” zijn om het ook daadwerkelijk goed te hebben. 

Dan zijn tweede belangrijke bevinding. Wanneer een aandelenmarkt binnen twaalf maanden met meer dan 100 procent stijgt, is er maar 4 procent kans dat er in de twaalf maanden daarna een daling van 50 procent of meer volgt. Bubbels barsten dus maar in één van de 25 gevallen.

A screenshot of a report</p>
<p>Description automatically generatedhttps://lh7-us.googleusercontent.com/STmfOPqGRnr1tndXOAvvQuQ7MCFfutvvP_…” width=”602” />

Maar er is meer! Om zijn bevindingen dat de aanwezigheid van bubbels zwaar wordt overschat kracht bij te zetten, becijfert hij ook de kans dat een aandelenmarkt na een 100+ procent stijging in de voorbije twaalf maanden, in de twaalf maanden erna nog eens verdubbeld. Wat denk je? Die kans is 8 procent! De kans dat een beurs nog eens verdubbelt na een verdubbeling is twee keer zo groot als de kans dat een beurs halveert na een verdubbeling.

Het wordt nog erger

Wat mij stoort is dat ras-pessimisten vrijwel altijd, maar vooral ook jarenlang, een podium krijgen om hun onheilspellende verwachtingen te etaleren. Zelden wordt een “bubblegoeroe” “gecancelled” omdat hij/zij er weer jaren naast zat. Terwijl ook hier de statistieken in het nadeel van die “bubblegoeroes” spreken. 

Goetzmann kijkt ook naar de kansen over een periode van vijf jaar na een boom. Uiteraard is het geen verrassing dat als je de tijdspanne waarover je meet maar ver genoeg oprekt, de kansen op bubbels toenemen. Maar zelfs nu blijven de kansen op bubbels klein. 

In 15 procent van de gevallen waarin de markt binnen een jaar met 100 procent stijgt, halveren de prijzen in de daaropvolgende vijf jaar. Echter, daar staat tegenover dat de kans 26 procent is dat er nog een 100 procent rally achteraan komt. Als je binnen twaalf maanden 100 procent of meer omhoog gaat, is er een kans van één op vier dat je in de vijf jaar daarna nog eens 100+ procent rendement maakt.

Conclusie

Op basis van deze bevindingen is terughoudendheid op zijn plaats bij het benoemen van bubbels. Bubbels komen slechts sporadisch voor en hoewel de media smullen van permabears die het einde van alles voorspellen, hebben die het heel vaak fout. 

Uiteraard maken echte bubbels een grote indruk. Wanneer de markten met 50 procent of meer dalen, blijft lang een nare nasmaak hangen. Iets waarop de bubblespotters jarenlang kunnen teren. Maar juist dan is het goed om deze statistieken op het netvlies te houden. En vandaag de dag? We zitten, zelfs met de Magnificent Seven, niet eens in de buurt van een boom.

Bron: Goetzmann, William N., Bubble Investing: Learning from History (January 11, 2016). Available at SSRN.

Jeroen Blokland is oprichter en manager van het Blokland Smart Multi-Asset Fund en oprichter van True Insights, een platform dat onafhankelijke multi-asset beleggingsresearch levert. Blokland was daarvoor hoofd multi-assets bij Robeco. Zijn grafiek van de week verschijnt elke donderdag op Investment Officer.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No