Groene indices verlagen de CO2-voetafdruk van beleggingsportefeuilles, maar de toegevoegde waarde in termen van het managen van de financiële risico’s van klimaatverandering is momenteel gering. Alleen bij een wanordelijke klimaattransitie is er sprake van enige aantoonbare outperformance.
Dat zegt Willemijn Verdegaal, co-head Climate & ESG solutions bij Ortec Finance, in een gesprek met Fondsnieuws. Volgens haar zijn de rendementsverwachtingen in de huidige ALM-modellen van pensioenfondsen te optimistisch. ‘De modellen zijn veelal gebaseerd op gegevens uit het verleden, zodat klimaatrisico’s buiten beschouwing blijven. Klimaatverandering heeft echter grote invloed op de economie en financiële markten.’
Ortec Finance houdt in zijn scenario-analyses wel rekening met de risico’s van klimaatverandering. Het adviesbureau heeft daarbij onlangs ook groene benchmarks tegen het licht gehouden, want veel pensioenfondsen overwegen het gebruik van dergelijke CO2-arme indices om hun klimaatdoelen te halen. Er zijn drie klimaatscenario’s onderzocht: een ordentelijke transitie naar het halen van de Parijs klimaatdoelstellingen, een wanordelijke transitie en geen transitie.
Wanordelijke scenario
‘Bij een vertraagde wanordelijke transitie nemen we te laat maatregelen om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden Celsius’, legt Verdegaal uit. ‘Dit zal de financiële markten verrassen, met mogelijk heftige schokken als gevolg. Zo zullen beleggers CO2-intensieve bedrijven snel afwaarderen. Ook de reële economie kan dan hard worden geraakt, bijvoorbeeld door het wegvallen van de olie- en gassector of delen van de transportsector. Vanwege de brede economische impact zullen ook ‘groene’ sectoren hieronder lijden.’
Alleen in dit scenario presteren groene benchmarks duidelijk beter dan traditionele indices. ‘In de wanordelijke fase zal de outperformance circa 1 procentpunt per jaar zijn. Nadat de transitie naar een duurzame economie is afgerond, neemt het verschil snel af’, zegt Verdegaal. Belangrijkste reden voor de outperformance is dat groene indices in mindere mate zijn blootgesteld aan stranded assets. ‘Volledig gevrijwaard van de hoge volatiliteit tijdens de chaotische fase zijn ze echter niet. Bovendien bieden ze geen bescherming tegen fysieke klimaatrisico’s, zoals extreem weer.’
In een ordelijk scenario is er volgens haar nauwelijks verschil in de prestaties tussen groene en grijze indices. ‘Door de geleidelijke transitie zal ook de samenstelling van traditionele benchmarks langzaam veranderen.’
In absolute zin zullen alle benchmarks op lange termijn achterblijven bij een traditioneel ‘climate uninformed’ model, waarin klimaatrisico’s niet worden meegenomen. Verdegaal: ‘Het financiële rendement komt in elk klimaatscenario lager uit dan waarmee wordt rekening gehouden in de huidige ALM-modellen. Fysieke klimaatrisico’s zijn onvermijdelijk en zullen de rendementen van zowel groene als grijze indices op lange termijn drukken.’
Conclusie
Volgens Verdegaal zijn groene benchmarks vooral geschikt om de CO2-voetafdruk van een beleggingsportefeuille te verlagen. ‘In financiële zin hebben ze geen meerwaarde in het geval van een ordelijke transitie of wanneer er geen transitie plaatsvindt en de aarde verder opwarmt. In een wanordelijke transitie is er sprake van enige toegevoegde waarde en presteren ze beter dan grijze indices’, concludeert Verdegaal.
‘Omdat klimaatverandering sowieso fysieke risico’s met zich meebrengt, komen de rendementen lager uit dan de huidige verwachtingen van de meeste beleggers. Maar voor de grijze benchmarks wacht uiteraard ook een teleurstellend rendement.’