Luchtvaartmaatschappijen heeft de bank nooit interessant gevonden, bank-aandelen mijdt het al een paar jaar wegens de lage rente en de oliesector lag al links wegens de onrust in die sector. De strategie van Bank ten Cate & Cie om volledig in individuele aandelen en obligaties te beleggen en de positionering van de bank, loont dit jaar. De aandelenportefeuilles staan slechts enkele procenten in de min.
‘Ik wil niet opscheppen, maar dat ga ik toch doen’, steekt directeur Dennis Raithel van wal in een interview met Fondsnieuws.
‘Vorig jaar hebben onze aandelenportefeuilles een rendement behaald van ruim 36 procent. De eerste drie maanden van dit jaar ging daar 12 procent vanaf, maar inmiddels staan onze aandelenportefeuilles nog maar op een min van 4 á 5 procent. In die zin hebben we het eigenlijk gewoon heel goed gedaan.’
Portie geluk
Waar half februari veel beleggers van schrik aan de knoppen draaiden, konden de beleggers van Ten Cate rustig op hun handen blijven zitten. De bank is namelijk al heel lang níet belegd in de sectoren waar de hardste klappen zijn gevallen: luchtvaart, de reisbranche, banken, olie- en energiebedrijven.
Raithel: ‘Intussen zaten we overwogen in ICT, healthcare en consumentengoederen.’ Op de vraag of de bank een portie geluk heeft gehad met die positionering - aangezien niemand een pandemie en de gevolgen daarvan kon zien aankomen - antwoordt de directeur dat ‘sommige keuzes inderdaad nu extra goed hebben uitgepakt’.
Als voorbeeld geeft hij de bankensector, die al jaren tegen een slecht verdienmodel opbokst met de lage rente. Opsommend: ‘En de oliesector is al heel lang onrustig. Luchtvaart, dat hebben we eigenlijk nooit interessant gevonden omdat die sector heel afhankelijk is van conjunctuur en olieprijs - niet de bedrijven die je rendement gaan opleveren.’
In de obligatieportefeuilles heeft Ten Cate evenmin aanpassingen gedaan, al heeft de bank in de gemengde portefeuilles niet ingegrepen toen de licht overwogen positie in aandelen door de dalende aandelenkoersen in het eerste kwartaal, terugliep naar neutraal. ‘Die hebben we gehandhaafd. We vinden het nu ook te onrustig om te draaien van obligaties te draaien naar aandelen. Daar is eigenlijk ook geen noodzaak toe, de rendementen zijn best behoorlijk. Bovendien: met de beurzen die nog altijd grote uitslagen halen op dagbasis, kun je beter stil blijven zitten.’
‘We zijn eigenlijk maar een saai bedrijf. Of nou ja, noem het liever degelijk’, peinst Raithel.
Voorkeur voor individuele aandelen
Het beleggingsbeleid van Ten Cate is inderdaad al dertig jaar hetzelfde. Waar een bank als ING het beleid onlangs omgooide en de positie van beleggingsfondsen drastisch verminderde en Rabobank sinds oktober via mandaten belegt voor haar beheerportefeuilles, heeft de familiebank al jaren de voorkeur voor individuele aandelen. Sterker nog, waar Raithel twee jaar terug vertelde nog een enkel fonds te hebben, zoals het Carmignac Patrimoine, is de bank nu 100 procent individueel belegd.
Is het niet lastig om met alle veranderingen in de sector, niet verleid te worden om toch óók eens te kijken wat beter of anders kan? Raithel vindt van niet. ‘Wij zijn een gezond bedrijf, de winstgevendheid is goed. Bovendien is het grote verschil tussen ons en de grootbanken dat wij een volledig familiebedrijf zijn. Daar wordt meer gestuurd op winstmaximalisatie, terwijl wij de nadruk leggen op continuïteit.’
Dan: ‘Kijk, waarom die banken zijn afgestapt van het fondsbeleggen, is omdat de kosten inzichtelijk zijn geworden sinds Mifid II. Je moet je eigen kosten laten zien, maar ook de kosten die door jou aangestelde fondshuizen maken. Dan schrik je wel! Je betaalt zo 0,8 tot 1,5 procent voor een beleggingsfonds. Tel daar je eigen beheerkosten bij op, en een eenvoudige rekensom leert dat een rendement van 3 procent op een obligatiefonds - wat in deze tijd heel goed is - weinig oplevert.’
Laatste fondsen van de hand
Het was het gebrek aan transparantie dat Ten Cate ooit sterkte in de keuze om voor individuele beleggingen te gaan. Dat die transparantie er nu wel is dankzij Mifid II, heeft daar geen verandering in gebracht. Sterker nog: de bank heeft de laatste fondsen die de bank eerder wél in de portefeuilles had - twee obligatiefondsen - van de hand gedaan.
Raithel: ‘Het kan best zo zijn dat er in de toekomst weer eens een fonds in de portefeuilles komt, bijvoorbeeld om te beleggen in een bepaalde regio of sector. Maar, dan moeten we hogere kosten rapporteren en we hekelen nog altijd het gebrek aan transparantie in fondsen, en wel rondom hun beleggingen. Veel fondsen laten hun top-10 holdings zien, maar welke andere dertig, veertig fondsen in portefeuille zitten? Dat weet je niet.’
Tenslotte hebben veel klanten een inkomensdoelstelling, besluit Raithel, waardoor ze bij individuele beleggingen kunnen rekenen op regelmatige dividend- of couponuitbetalingen. Bij beleggingsfondsen wordt dat vaak herbelegd.
In gesprek met vermogensbeheerders
95 procent van de klanten van Ten Cate zit overigens in vermogensbeheer, waarmee het aantal klanten in advies steeds verder slinkt - tot momenteel ongeveer dertig. De argumenten voor de verschuiving zijn de bekende: de toegenomen zorgplicht-eisen en arbeidsintensiviteit voor adviesklanten wegens Mifid II.
Raithel kent ze ook, de vermogensbeheerders die om die reden juist wél advies blijven aanbieden om open te staan voor klanten die in advies willen blijven.
Van diezelfde vermogensbeheerders hebben zeven stuks de afgelopen twee jaar aangeklopt bij Ten Cate. Raithel: ‘Met vier ervan zijn we in gesprek gegaan, maar dat liep op niets uit. Vaak omdat ze te klein waren, met een stuk kleinere klantportefeuilles dan die van ons - onze instapdrempel is 500.000 euro. In andere gevallen omdat hun beleid te veel van afweek van dat van ons of omdat ze hun eigen fondsen hadden en wij dat niet willen.’
‘Kijk, onze 32 private bankers hebben ieder ongeveer 100 miljoen euro aan vermogen onder beheer. Bij een kleine vermogensbeheerder is datzelfde vermogen soms verdeeld over drie tot vier man. Dan groeien we liever autonoom. En dat doen we ook, vorig jaar hebben we nog twee nieuwe private bankers aangenomen. Dat lukt makkelijk zonder onszelf te veranderen.’