ABP scherpt haar beleggingsbeleid aan. Aanleiding: rapporten over de klimaatcrisis die aantonen dat het sneller moet, en een achterban die vraagt daarop te handelen. Diane Griffioen, hoofd beleggingen, legt de complexe zoektocht naar maatschappelijk rendement uit in een gesprek met Fondsnieuws.
Op de ochtend van het gesprek komt op Twitter een foto voorbij, waarin activisten met een meterslang oranje spandoek voor het gebouw staan van ABP en zijn in-house belegger APG. ‘De laatste waarschuwing: ABP stop nu met fossiel’, is op het doek te lezen. Het is van Actiegroep Fossielvrij, die samen met deelnemers het pensioenfonds voor de rechter wil dagen.
Het zwartste scenario: -6°C
Diane Griffioen (foto), hoofd beleggingsbeleid van ABP – dat voor drie miljoen deelnemers ruim een half triljoen aan pensioenvermogen beheert en daarover continu in gesprek is met APG – neemt de noodkreet van deze groep alsook de betrokken fondsdeelnemers serieus.
Ze verwijst naar hetzelfde rapport van het gezaghebbende IPCC-panel als Actiegroep Fossielvrij en anderen dat doen: ging men op de VN-Klimaattop van Parijs van 2015 nog uit van een temperatuurstijging op aarde van maximaal 4°C, IPCC spreekt in zijn rapport van augustus in het zwartste scenario van een mogelijke stijging tot bijna 6°C, eind deze eeuw.
Griffioen: ‘Dat rapport laat ons zien dat de urgentie veel groter is geworden op het terrein van klimaat. Het onderstreept dat wij ons beleggingsbeleid móeten en ook zullen aanscherpen, zoals we in 2020 al hadden aangekondigd dat te zullen gaan doen.’
ABP voert sinds 2008 een duurzaam beleggingsbeleid en wordt door de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) beschouwd als het meest duurzame pensioenfonds van Nederland. ‘Aanvankelijk begonnen we met een uitsluitingsbeleid, gevolgd door een beleid van insluiting. Daaruit kwamen verschillende thema’s voort waarop we ons zijn gaan focussen. In 2020 hebben we een volgende stap gezet. We hanteren de visie dat wij CO2-neutraal willen zijn in 2050 en scherpen “on journey” ons beleid aan met concrete doelen die we op specifieke momenten in de tijd willen hebben bereikt.’
Griffioen vertelt dat ABP tot begin 2022 de tijd neemt het beleid aan te scherpen, mede door het rapport van IPCC. Maar zij kan – hangende de discussie die intern met APG en met deelnemers wordt gevoerd, en extern met stakeholders als overheid, bedrijven en kennispartners – nog niet zeggen hoe dat eruitziet. Sinds 2020 streeft ABP in zijn beleggingen naar een maximale temperatuurstijging in de wereld van 2°C, en liever nog 1,5°C.
Focus op de volgende SDG’s
Op dit moment heeft het fonds vier beleidsaccenten geformuleerd: klimaatverandering en energietransitie; behoud van natuurlijke grondstoffen; digitalisering van de samenleving en mensenrechten. Daaraan zijn ook de SDG’s van de Verenigde Naties gekoppeld, die ABP met het beleggingsbeleid ook dichterbij wil brengen. Het gaat om 17 doelen waaronder geen armoede (SDG 1), goed onderwijs (2), betaalbare en schone energie (7), fatsoenlijk werk en economische groei (8), verantwoorde consumptie en productie (12), gender gelijkheid (5), schoon water en sanitair (6), en vermindering van ongelijkheid (10).
Op de vraag of niet ‘alle pijlen’ op bestrijding van de klimaatcrisis moeten worden gericht nu er sprake is van een existentiële dreiging voor het leven op aarde, erkent Griffioen dat de urgentie rond klimaat inderdaad een discussiepunt is die men binnen ABP en met zijn stakeholders voert.
Belangrijk bij deze discussie is het ‘valse dilemma’ rond de verhouding risico/rendement, wat voor beleggers de sine qua non van hun portefeuilleconstructie en assetallocatie is. Om een beter beeld te krijgen van de impact van verduurzaming op het risico/rendementsprofiel van zijn beleggingen liet ABP in 2020 onderzoek doen door Kees Koedijk van de Universiteit van Tilburg. De bestudering van meer dan duizend rapporten en onderzoeken gaf de bevestiging dat je duurzaam en verantwoord kunt beleggen tegen minimaal hetzelfde rendement. Er is zelfs een casus te maken dat je met duurzaam beleggen op termijn zowel het klimaat en biodiversiteit verbetert alsook het rendement, vertelt Griffioen.
Welke beleggingsthema’s krijgen prioriteit
Dilemma’s waar ABP zich vooral voor gesteld ziet, gaan over welke thema’s in het beleggingsbeleid prioriteit moeten krijgen. Daarover wordt intern en extern een uitgebreide discussie gevoerd. ‘Neem de 1.000 beleggingsprofessionals bij APG; zij moeten goed begrijpen wat wij willen en kansen pakken. We willen én duurzame én financiële doelstellingen realiseren, indachtig onze missie ‘Samen bouwen aan een goed pensioen, in een leefbare wereld’.
Vaak zijn we hiervoor samen met andere beleggers en partijen aan de slag. Ons beleid bestrijkt ook een grotere keten. We vinden het belangrijk om naar de samenhang van het beleid te kijken. Zo zijn er hele mooie klimaatoplossingen die op andere aspecten van het beleid juist weer minder scoren. De wereld is niet ideaal en dat betekent dat je soms concessies moet doen.’
De critici richten zich bij het beleggingsbeleid van ABP vooral op de aandelen in de portefeuille. Van de ruim € 500 mrd AUM heeft ABP (ultimo Q2-2021) zo’n 32,7 procent in aandelen belegd – en tegen de zin van de critici ook nog in beursgenoteerde bedrijven als Shell. Tegelijkertijd is aangekondigd dat beleggingen in bedrijven die meer dan 30 procent van hun omzet uit kolenmijnen of 20 procent uit teerzanden halen, vóór 2025 uit de beleggingsportefeuille gaan.
ABP wil voor 2025 ook de CO2-voetafdruk van aandelen met 40 procent hebben verlaagd ten opzichte van 2015, en 15 miljard euro alloceren naar duurzame en betaalbare energie (SDG 7). De activisten voor de deur van het hoofdkantoor vinden dat het allemaal toch niet snel genoeg gaat.
‘Het gaat niet snel genoeg’
Griffioen reageert: ‘We zijn een wereldwijde belegger en als het gaat om fossiel is onze blik ook op die hele wereld gericht. Dan zien we dat er in bepaalde gebieden geen alternatief voor fossiele brandstoffen als kolen is. We vragen ons vooral af hoe we de druk kunnen opvoeren om wereldwijd de energietransitie te maken; die voltrekt zich niet van de ene op de andere dag. Persoonlijk zie ik de zorg van de deelnemers, die zorg delen wij ook.’
‘Het gaat niet snel genoeg, ook dat delen we; daar laten we ons door inspireren. De meerderheid van onze deelnemers gelooft in de positieve effecten die je met engagement kunt bereiken. Wij vinden ook dat het beter is daadwerkelijk verandering teweeg te brengen dan slechts voor jezelf schone handen te maken. Simpelweg uit olie stappen, is geen oplossing voor het probleem.’
Want, voegt ze eraan toe, ‘fossiele brandstoffen kunnen niet direct morgen de wereld uit, maar het is nog dommer om ervan afhankelijk te blijven. Dus moet je bedrijven prikkelen tot innovatie.’ ABP kiest ervoor om in samenwerking met andere partijen de druk continu op te voeren. Dat gebeurt via het collectief Climate Action 100+, waarin 600 grote institutionele beleggers samen optrekken om de meest vervuilende bedrijven te stimuleren tot verandering.
Tijd voor moedige besluiten aangebroken
Volgens Griffioen worden daardoor sterkere resultaten geboekt. ‘Wij pleiten met APG dat overheden zorgen voor een reële beprijzing van olie: een CO2-heffing. De negatieve effecten zijn nu niet voldoende ingeprijsd.
Als dat wel gebeurt, ontstaat een nieuw marktmechanisme en wordt duurzame energie aantrekkelijker. Dan zal de verhouding tussen vraag en aanbod ook snel veranderen.’ Griffioen hoopt dat de beprijzing van fossiele brandstoffen hoog op de agenda staat van de 30.000 deelnemers aan de Klimaattop CCOP26 in Glascow, begin november. Want het moment voor moedige besluiten is nu aangebroken.
Dit artikel is gepubliceerd in de vijfde editie van FN Institutioneel van dit jaar, welke donderdag 14 oktober 2021 aan geregistreerden is verzonden. U kunt zich hiervoor via deze link aanmelden.