Schaken
chess-playing-hand.jpeg

Het was een turbulent eerste kwartaal voor kapitaalmarkten wereldwijd. Beleggers moesten anticiperen op stijgende inflatie, hoge volatiliteit en een op hol geslagen grondstoffenmarkt. Ondanks de hoge verwachtingen bleef Europa achter bij Amerika, raakten “veilige havens” opnieuw in zwang, en deed de traditionele energiesector het na jaren weer uitstekend.

De kwartaaldata van ETF-aanbieder State Street tonen duidelijke trends in het afgelopen kwartaal. Om te beginnen zijn beleggers, in tegenstelling tot het einde van vorig jaar, positiever over Amerikaanse aandelen dan Europese aandelen.

Volgens Philippe Roset, die verantwoordelijk is voor Noord Europa bij State Street SPDR ETF’s, is de verklaring daarvoor vrij eenvoudig.

‘Veel beleggers dachten in december en januari dat de inflatie op ieder moment kon pieken. In voorbereiding daarop zijn veel beleggers eind vorig jaar opnieuw meer gaan alloceren naar aandelen en hebben zij opnieuw Europa overwogen.

Hier zou de groei plaatsvinden, was het argument. Nu weten we dat zowel de inflatieverwachtingen als het groeiperspectief van Europa achterhaald zijn. Veel beleggers kiezen dus ervoor om de portefeuille weer te overwegen naar de VS.’ Van de 33,8 miljard dollar YTD aan inflow in aandelen (per 25 maart) stroomde maarliefst 13 miljard dollar richting de VS en 14,6 miljard dollar richting wereldwijd, waarin de VS ook een zware weging heeft.

Europa was tot maart nog lucratief

Desalniettemin stelt Simon Wiersma, investment manager bij ING, dat de overweging van ING naar Europese aandelen gedurende de eerste helft van het kwartaal, de bank geen windeieren heeft gelegd.

‘Onze overweging naar Europa heeft de eerste helft van afgelopen kwartaal voor een beter rendement gezorgd dan de benchmark. Ook zaten we overwogen in de energiesector en in waardeaandelen, wat een goede keuze is gebleken.’ Per 29 maart stond de MSCI ACWI index op -1,6 procent en de aandelenportefeuille van ING op +0,3 procent.

Desondanks was de dag dat Rusland haar buurland Oekraïne binnenviel een dure dag wat betreft relatieve performance ten opzichte van de index, vertelt Wiersma. ‘Het is heel lastig om te anticiperen op dergelijke staartrisico’s. Begin maart hebben we onze overweging naar Europa dichtgezet en zijn we weer neutraal gaan zitten. Dat betekent 16 procent blootstelling naar Europa en 60 procent naar de VS.’

Energiesector back in business

De sector die er het afgelopen kwartaal het meeste uitsprong is de energiesector. Jarenlang delfden energiebedrijven het onderspit door de toenemende druk op investeerders om zich te committeren aan de klimaatdoelen. Het eerste kwartaal van dit jaar bracht daar verandering in. Dit eerste kwartaal was de energiesector verantwoordelijk voor 28 procent van de inflows in sector ETF’s.

Door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen enorm gestegen, hetgeen energiebedrijven uiteraard ten goede komt. ‘Maar energiebedrijven zijn ook vaak een goede inflatiehedge, en dat was vóórdat de oorlog in Oekraïne begon al een belangrijk thema’, vertelt Roset.

Roset vindt het opmerkelijk deze sector nu zo floreert, terwijl veel beleggers op de lange termijn bezig zijn om de emissie-intensiteit van hun portefeuilles omlaag te brengen. ‘Dit is waarschijnlijk een tactische beweging, geen strategische’, vertelt Roset.

Fixed income

Veel obligaties renderen, ondanks dat de rentes oplopen, nog steeds negatief. Maar, in deze volatiele periode voor aandelen zijn institutionele beleggers bereid om de storm uit te zitten en hun geld zolang te parkeren in onder andere staatsobligaties. Dat blijk uit de data van State Street SPDR.

Beleggers prefereerden binnen het bedrijfsobligatiedomein duidelijk investment grade bedrijfsobligaties (412 miljoen dollar inflow YTD) boven high-yield (2,3 miljard dollar outflow YTD). Gek genoeg bleef de vraag naar linkers - obligaties die tegen inflatie beschermd zijn - een beetje liggen, terwijl de inflatie alleen maar is doorgestegen. De inflatie in de eurozone liep in maart op naar 7,5 procent.

Wiersma (ING) vulde het vastrentende gedeelte van de portefeuille het afgelopen kwartaal in met een onderwogen positie in staatsobligaties. Verder prefereerde de bank korte duraties, en hield het een overwogen positie aan in investment-grade bedrijfsobligaties.

Die laatste allocatie was grotendeels ingevuld met asset backed securities, financiële beleggingen die worden gedekt door een onderliggende pool van activa. Het vastrentende gedeelte van de portefeuille zag een verlies van 4,7 procent YTD, terwijl de samengestelde obligatie benchmark YTD 6 procent verloor.

Inflatie het grote thema

Het gezamenlijk BeNeLux investment committee van ING, dat over het tactische assetallocatie beleid beslist, meent dat inflatie ook het komende kwartaal het belangrijkste thema zal blijven. De onderwogen positie in staatsobligaties zal om die reden gehandhaafd blijven, vertelt Wiersma.

‘Aan de andere kant hebben we In februari high-yield overwogen. De spreads liepen uit en de risicopremie werden interessanter. De looptijd van high-yield is ook relatief kort en daar voelen we ons zoals gezegd senang bij.’

Een deel van de vastrentende portefeuille van ING wordt door inflation-linked obligaties ingevuld. Wiersma: ‘als je kijkt naar de ingeprijsde inflatieverwachting zou je kunnen denken dat dat dure producten zijn. Aan de andere kant acht ik het niet onwaarschijnlijk dat de inflatie hoog zal blijven, en zelfs hoger dan verwacht.’   

ING blijft overwogen in aandelen omdat dat volgens de bank de beste inflatiehedge is. Het argument is dat veel bedrijven nog steeds in staat zijn om hogere prijzen door te berekenen.

‘We zien ook nog geen signaal van een aankomende recessie vanuit de rentecurves. De spread op de 3/10 jaars rentes van Amerikaanse staatsobligaties is nog altijd 180 basispunten en dat is een betrouwbare recessie-indicator’, besluit Wiersma.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

 

 

Author(s)
Categories
Companies
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No