In aanloop naar de Japanse verkiezingen later deze maand heeft premier Fumio Kishida beloofd te willen stoppen met “Abenomics”. Het economische programma heeft volgens hem niet geleid tot bredere groei. ‘Maar dit is verkiezingsretoriek voor de bühne, Abenomics zal niet zomaar bij het huisvuil worden gezet.’
Dat zegt Lodewijk van der Kroft, managing director bij Comgest, in gesprek met Fondsnieuws. Volgens hem hoeven investeerders zich niet druk te maken om dit soort uitspraken van premier Fumio Kishida.
Het economische hervormingsbeleid - vernoemd naar voormalig minister-president Shinzo Abe die van 2012 tot 2020 het land leidde - is gebaseerd op drie pijlers: monetaire versoepeling door de centrale bank van Japan, fiscale stimulering door middel van overheidsuitgaven, en structurele hervormingen. Deze vorm van Neoliberalisme heeft volgens Fumio Kishida, de huidige premier van het Aziatische land, niet geleid tot brede economische groei en dus moet volgens hem het roer om. ‘De sleutel tot een nieuwe vorm van kapitalisme is het zo breed mogelijk verhogen van inkomens’, aldus Kishida.
Daarmee zegt de premier het land weg te willen sturen van Abenomics, maar volgens Lodewijk van der Kroft is het een holle frase. ‘Japan blijft een aantrekkelijk land om te beleggen’, stelt hij. ‘Het statement dat er grote ongelijkheid zou bestaan in Japan is aantoonbaar niet waar. Het land heeft de derde hoogste score ter wereld op de Gini-index, een statistische maatstaf om inkomensongelijkheid aan te geven. Japan hoort bij de meest egalitaire samenlevingen ter wereld. De regeringspartij (LDP) wil simpelweg, in aanloop naar de verkiezingen later deze maand, de wind uit de zeilen halen van de belangrijkste tegenstander: de Democratische Partij.’
Eerder dit jaar meldde Kishida de vermogenswinstbelasting - die nu 20 procent bedraagt – te willen verhogen. ‘Meteen na die uitspraak zakte de beurs in en heeft hij deze teruggedraaid. Ook Abenomics zal niet zomaar bij het huisvuil worden gezet, de hervormingsagenda zal niet snel veranderen. Het is niet zo dat één persoon bepaalt wat er gebeurt in Japan.’
‘Japan behoeft een bottom-up benadering’
Sanae Takaichi, de policy chief van de LPD en tevens belangrijkste tegenkandidaat van Kishida zal een belangrijke functie in zijn kabinet gaan vervullen als hij wordt verkozen. Zij heeft het voor beleggers aantrekkelijke idee opgevat om hogere belastingen gaan heffen over kas-tegoeden.
Dat is volgens Van der Kroft een prettige politieke ontwikkeling. Volgens hem is het realiseren van winst in Japan altijd te zwaar belast. De huidige vennootschapsbelasting bedraagt om en nabij de 30 procent maar was voorheen maar liefst 50 procent.
‘Japanse bedrijven hebben enorme liquiditeitsoverschotten. 50 procent van de bedrijven in Nikkei index heeft een netto cash positie. Bedrijven hebben altijd meer geld op de bank gehad dan dat ze schulden hadden. Als aandeelhouder vinden we een dergelijke ontwikkeling uiteraard prettig, omdat dit overtollige geld aan het werk moet worden gezet of teruggegeven aan de aandeelhouders.’Hoe dan ook doet een Japanbelegger er volgens Van der Kroft slim aan om die markt van de “bottom-up” te benaderen. ‘Macro-economische factoren hebben überhaupt weinig invloed op de aandelenselectie van onze geconcentreerde portefeuilles die doorgaans 30 tot 40 individuele titels bevatten.’
Drie kansrijke ontwikkelingen
Van der Kroft vervolgt: In Japan doen zich drie fundamentele kansen voor: de demografie verandert in hoog tempo, het is een handige springplank om in China te beleggen en Japan is “underresearched”. ‘In Japan slaat de vergrijzing toe, vooral op het platteland. Ook is een groot gedeelte van het arbeidspotentieel decennialang onbenut gebleven: de vrouwen. Ook die situatie verandert snel.’
‘Er zijn zeer interessante bedrijven die inspelen op deze demografische ontwikkelingen. Zo beleggen wij in Nihon M&A, een beursgenoteerde corporate finance boetiek met een fijnmazig netwerk van accountants. Kleine familiebedrijven op het Japanse platteland die te maken krijgen met de uitstroom van jongeren, worden ondergebracht in een groter geheel. Daarmee wordt de opvolgingsproblematiek voor deze bedrijven in goede banen geleid en wordt de toekomst verzekerd.’
‘Japan loopt door die demografische veranderingen ook voor op efficiëntie en robotisering, want dat is tweede oplossing voor het gebrek aan arbeid. Ook een bedrijf als Oriental Land Company, de beursgenoteerde uitbater van Disneyland Tokyo, is een voorbeeld van een bedrijf dat inspeelt op deze veranderingen. Meer vrije tijd voor de Japanner, betekent voor hen meer inkomsten.’
Van der Kroft ziet Japan tevens als een plezierige springplank naar China. ‘Hoewel we ook rechtstreeks in China beleggen, kunnen wij ook via Japan de Chinese ontwikkelingen bespelen. Dat doen we bijvoorbeeld via een cosmetica-merk zoals Kosei dat zeer populair is in China, maar ook babyflesjes producent Pigeon is marktleider aldaar. Let wel, dat zijn producten die niet in scope zijn van de Chinese regering om nieuwe regulering door te voeren.’
Er zijn daarnaast maar heel weinig partijen die Japan volgen, vertelt van der Kroft. ‘Een veel gehoorde uitspraak onder beleggers was dat je alleen maar naar Japan ging om geld te verliezen. Ook nu is de Japanse beurs weer een van de weinige beurzen die niet op een all-time high staat. Daar waar Amerikaanse bedrijven gemiddeld door veertig analisten worden gevolgd, zijn dat er voor Japanse bedrijven maar zeven. Wij geloven dat beleggers met een actief beleid alpha kunnen toevoegen in die regio, we beleggen niet in de “BV Japan” omdat de economische vooruitzichten daar zo fantastisch zijn.’