De uitstroom van vermogen onder beheer van de private banking divisie van ABN Amro is in het eerste kwartaal versneld. De winst van het onderdeel over de eerste drie maanden kwam 50 procent lager uit dan een jaar eerder.
Private banking droeg 43 miljoen euro bij aan de onderliggende winst, tegen 87 miljoen euro in de vergelijkbare periode vorig jaar. De bank, waarvan het grootste deel nog in handen van de Nederlandse staat is, rapporteerde als geheel een 13 procent lagere onderliggende nettowinst van 475 miljoen euro.
Wettelijke heffingen
Chief executive Gerrit Zalm wijdt de daling van de winstgevendheid van het concern aan lagere operationele baten als gevolg van de marktvolatiliteit, in combinatie met een stijging van de operationele lasten in verband met wettelijke heffingen. Daarentegen daalden de kredietvoorzieningen.
Het vermogen onder beheer van de private bank daalde op vergelijkbare basis van 199,2 miljard euro naar 193,7 miljard euro. De marktomstandigheden sloegen hier 4,5 miljard euro van af. Daarnaast was er sprake van 1,1 miljard euro uitstroom.
De daling van het resultaat weet de bank hier aan lagere inkomsten, hogere kosten en - in tegenstelling tot de bank als geheel - hogere toevoegingen aan voorzieningen.
Kosten en baten
Ook voor de private bank lopen de kosten in verband met wettelijke verplichtingen op. De zogenaamde efficiency ratio van kosten ten opzichte van baten liep op tot 81,6 procent. Zonder de heffingen zou dit 81,4 procent zijn geweest.
Dit getal steekt ongunstig af bij de 66,9 procent ratio voor het bankconcern als geheel. En zelfs dat is volgens Zalm niet laag genoeg. ‘Dit is hoger dan onze doelstelling van 56-60 procent die wij nog steeds in 2017 willen behalen.’