Van de in Nederland gevestigde actief beheerde aandelenfondsen is 8 procent hoogstwaarschijnlijk een indexhugger. Het voortbestaan van deze fondsen loopt mogelijk gevaar.
Dat stelt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) na onderzoek hiernaar.
Een beleggingsfonds is een indexhugger (indexknuffelaar) als het te dicht bij de benchmark blijft. De potentie om op lange termijn toegevoegde waarde te bieden is dan te klein om de hogere kosten van een actief beheerd fonds ten opzichte van een indexfonds of ETF te verantwoorden.
Klantbelang niet centraal
De AFM vindt daarom dat fondsen die zich kwalificeren als indexhugger het klantbelang onvoldoende centraal stellen.
Eerder dit jaar riep de European Securities and Markets Authority (ESMA) nationale toezichthouders op om stappen te ondernemen tegen indexhuggers.
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat 7 van de 85 onderzochte Nederlandse fondsen ‘potentiele’ indexhuggers zijn. Deze fondsen hadden in 2014 bijna een half miljard euro vermogen onder beheer dat afkomstig was van particuliere beleggers. Dit is 2 procent van het totaal beheerde retailvermogen van de onderzochte fondsen.
De lopende kosten van deze fondsen variëren grofweg van 0,5 tot 1 procent. Het betreft met name fondsen die in een geografische deelmarkt of bepaalde sector beleggen. Ook gaat het om zowel large cap-fondsen als fondsen die beleggen in een mix van large, mid en small caps.
Verreweg de meeste fondsen die in Nederland aan beleggers worden aangeboden, zijn echter fondsen die buiten Nederland zijn gevestigd. ‘De AFM acht het daarom aannemelijk dat het aantal potentiële indexhuggers waarin Nederlandse retailbeleggers beleggen aanzienlijk groter is.’
Geen bestaansrecht
De AFM wil dat indexhuggers de ‘informatieverstrekking en kosten laten aansluiten bij de mate van actief beheer dan wel actiever gaan beleggen’.
De slotsom, zo vermeldt het rapport, kan ook zijn dat het fonds geen bestaansrecht meer heeft. De toezichthouder heeft de beheerders van de betreffende fondsen hierop aangesproken. Het uiteindelijke doel is dat er voor Nederlandse beleggers geen indexhuggers meer beschikbaar zijn.
De toezichthouder maakte bij het identificeren gebruik van de maatstaven ‘active share’, ‘tracking error’ en ‘R-squared’ (R²). Wanneer alleen naar de active share wordt gekeken, dan ligt het percentage indexhuggers substantieel hoger.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
- Morningstar: Indexhugger blijft achter bij ETF
- Morningstar klaar met SNS NL Aandelenfonds
- Esma: Niet meer dan 15 procent is ‘indexhugger’
- Ook Threadneedle meldt ‘active share’ fondsen