Financieel adviseurs die zich vooral bekommeren om de klant, hebben van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) niets te vrezen.
Dat heeft bestuursvoorzitter Merel van Vroonhoven van de AFM gezegd tijdens de Verzekeringsbranchedag van AM Signalen.
Volgens haar is de dienstverlening door adviseurs uniek, vanwege de bijzondere band met klanten.
Van Vroonhoven riep adviseurs op om hun ervaringen met de AFM te delen, zodat ook de werkwijze van de toezichthouder indien nodig kritisch tegen het licht kan worden gehouden. Die hand in eigen boezem is niet onterecht; in de financiële sector is de kritiek op de invulling van de toezichthoudende taak door de AFM niet van de lucht.
Wft-examens
Zo ging Van Vroonhoven in op de kritiek die onder adviseurs bestaat over de nieuwe Wft-examens. De AFM wil er met seminars en webinars voor zorgen dat bekend is wat er leeft in de praktijk en dat examens en opleidingen daarop blijven aansluiten.
‘Ik moedig u aan om vooral actief uw ervaringen te blijven delen. Uw kritiek heeft al geleid tot aanpassingen bij de examens.’ Maar de eisen moeten hoog zijn, omdat het adviesvak grote verantwoordelijkheden kent. “En dus is het terecht dat de lat hoog ligt. Die gaat niet omlaag’, zei ze volgens AM Signalen.
‘Ons imago niet geweldig’
De toezichthouder wil meedenken, maar is ook bereid om de eigen werkwijze aan te passen. ‘Ik geloof dat ons imago bij u niet altijd even geweldig is geweest. Daar willen we verandering in brengen. We willen van u, van de professionals, horen wat er gaande is in de praktijk van alle dag.’
Ook nodigde ze haar gehoor uit ervaringen met de toezichthouder te delen: ‘Misschien klink ik soms nogal streng, maar u hoeft de AFM niet te vrezen. De medewerkers van de AFM willen u echt met u meedenken als u met nieuwe ideeën komt. Als het maar ideeën zijn waarbij het belang van de klant voorop staat.’
In zowel de beleggingsadvies- en verzekeringswereld als in de pensioen(fondsen)sector is vaak te horen dat de AFM onderzoeken doet en vragen stelt waarvan de onder toezicht gestelden de portée niet begrijpen. Ook wordt de toezichthouder in de markt verweten dat zij vaak onvoldoende kennis heeft van de praktijk en vooral vanuit een theoretisch raamwerk werkt.