Vermogensbeheerders moeten ervoor zorgen dat consumenten beleggen in producten die aansluiten bij hun behoeften, en waarvan klip-en-klaar is wat zij mogen verwachten van rendement, risico en kosten. Fondshuizen moeten daarom duidelijke informatie verstrekken over alle relevante aspecten van het product dat zij verkopen.
Volgens voorzitter Merel van Vroonhoven van de Autoriteit Financiële Markten is er op dit vlak nog veel te doen en te verbeteren. Dat zei ze donderdagavond in de Beurs van Berlage voorafgaand aan de uitreiking van de Morningstar Awards voor de beste beleggingsfondsen in verschillende categorieën.
Van Vroonhoven zei dat fondshuizen als het gaat om de duidelijkheid en begrijpelijkheid van brochures en dergelijken een voorbeeld kunnen nemen aan verzekeraars, die op dit punt al een flinke slag hebben gemaakt.
Lage rente
Ze ging ook in op de extreem lage rente van dit moment. ‘We komen uit een tijdperk dat obligaties als het veilige deel van de beleggingsportefeuille werden gezien. Als het deel dat moest zorgen voor behoud van het vermogen. De lage rente heeft obligatiebeleggingen kwetsbaarder gemaakt. In hoeverre leidt de lage rente tot aanpassing van het beleggingsbeleid? Neemt u bijvoorbeeld meer debiteurenrisico - high yield - in ruil voor een wat hoger rendement? Of belegt u een ander type instrument, bijvoorbeeld bail-in instrumenten? Wij hebben deze renteontwikkeling vertaald naar mogelijke risico’s waar we gericht onderzoek naar doen. Zo proberen we proactief nieuwe problemen te voorkomen, of te beperken.’
Ze wees erop dat de toezichthouder heeft vastgesteld dat meerdere obligatiefondsen sinds de kredietcrisis wijzigingen hebben doorgevoerd in hun beleggingsbeleid. ‘Sommige fondsen zijn meer in lijn met hun benchmark gaan beleggen, andere zijn juist over gegaan tot een actiever beleid, bijvoorbeeld door meer te beleggen in obligaties die geen onderdeel zijn van de benchmark. Ook hiervoor geldt dat u uw klanten actief over zo’n wijziging in het beleggingsbeleid moet informeren. Onze indruk is dat dit tot nu toe nog te weinig gebeurt.’
Indexhuggers
Van Vroonhoven ging ook in op zogenoemde indexhuggers: beleggingsfondsen die in de praktijk structureel dichtbij hun benchmark beleggen, terwijl ze worden aangeboden als actief beheerde fondsen en ook een beheervergoeding in rekening brengen die past bij actief beheer. Ze zei dat de AFM binnenkort met een rapport hierover naar buiten komt ‘maar het zal u niet verbazen dat wij vinden dat de lat hier hoger mag. Wij hebben geen bezwaar tegen fondsen waarin passief of relatief passief belegd wordt. Maar wees hier duidelijk over, zodat de consument begrijpt wat hij kan verwachten en breng de vergoeding in lijn met de geleverde diensten.’
De AFM heeft sinds dit jaar een nieuwe afdeling Asset Management opgericht om de risico’s op het gebied van vermogensbeheer beter te kunnen adresseren. Van Vroonhoven legde uit dat de toezichthouder dit gedaan heeft omdat steeds meer Nederlanders beleggen en het dus heel belangrijk is dat dit veilig en op een gezonde manier kan.
Meer beleggers
‘In Nederland beleggen op dit moment ongeveer 1 miljoen huishoudens actief. Nog veel meer consumenten beleggen zonder daar zelf veel invloed op uit te oefenen door opbouw van vermogen in een hypotheek, pensioenregeling of lijfrenteproduct. Wij verwachten dat het aantal beleggers de komende jaren verder zal groeien doordat meer huishoudens zelf vermogen moeten of willen opbouwen voor later.
Dit komt onder meer door de onderdekking bij pensioenfondsen en het groeiend aantal werknemers die zelf verantwoordelijk zijn voor hun pensioenopbouw, bijvoorbeeld zzp’ers. Ook de onzekerheid over de beschikbaarheid van zorg op latere leeftijd zal leiden tot meer individuele vermogensopbouw.’
Last but not least wees ze erop dat de asset managementmarkt sterk in beweging is. Van Vroonhoven: ‘Veranderende verdienmodellen zorgen voor een verschuiving naar zowel execution only platforms als nieuwe vermogensbeheerconcepten. Aan de ene kant zijn er honderdduizenden, veelal kleinere beleggers, voor wie traditioneel individueel vermogensbeheer te duur is en die zelfstandig beleggingskeuzes moeten of willen maken. Aan de andere kant is er een groeiende groep beleggers die de zorg over het beheer van hun vermogen uit handen geven aan een vermogensbeheerder.
We zien bovendien dat de traditionele intermediairfunctie van banken bij de financiering aan bedrijven en particulieren stagneert. En deels wordt vervangen door asset managers die fondsen starten voor het financieren van bedrijfsleven of bijvoorbeeld woninghypotheken.
Die toenemende verschuiving van bankfinanciering naar kapitaalmarktfinanciering zorgt voor nieuwe kansen, maar ook voor nieuwe risico’s. Wij willen hier scherper inzicht in krijgen. Bijvoorbeeld waar dit leidt tot stabiliteitsrisico’s en liquiditeitsrisico’s bij fondsen en hoe groot de omvang van deze risico’s is. Om uiteraard vervolgens waar nodig de juiste interventies te kunnen doen.’