De kwaliteit van de cliëntinventarisatie bij banken is de afgelopen jaren verbeterd, maar dossiers bevatten vaak nog te weinig informatie om te kunnen bepalen of een bepaald beleggingsdoel ook gehaald wordt.
Dat blijkt uit het zogenoemde Klantbelang Dasboard Beleggen dat de AFM heeft gepubliceerd.
Het beleggingsadvies dat banken geven krijgt van de AFM een gemiddeld cijfer van 3,6 op een schaal van 5. Dat is beter dan een aantal jaren geleden, toen de toezichthouder concludeerde dat de kwaliteit van de beleggingsdienstverlening in Nederland onder de maat was. Toch is de score is lager dan vorig jaar. Toen de sector een 3,8 kreeg.
In een toelichting schrijft de toezichthouder dat banken in de onderzochte dossiers een verbetering laten zien in de kwaliteit van de cliëntinventarisatie. ‘De nieuwe intake- en revisieprocessen die de banken afgelopen jaren hebben doorgevoerd, leiden ertoe dat bij deze meting op nagenoeg alle dossiers (ruim) voldoende wordt gescoord.
Zo zien we dat alle banken stappen hebben gezet op het inwinnen van de risicobereidheid van de klant. Bijvoorbeeld met behulp van software om de klant meer inzicht te geven in wat de mogelijke gevolgen zijn van zijn keuzes. Daarnaast zien we dat banken doorlopend (online) inzicht geven in de haalbaarheid van het gestelde doel en daarbij soms zelf concrete tips geven om de haalbaarheid te vergroten.’
De AFM heeft haar onderzicht dit jaar concreet gericht op klanten met een concreet opbouwdoel, zoals onttrekking van gelden ter aanvulling van het maandelijks inkomen na pensionering. ‘We zien diverse klanten die over (ruim) voldoende vermogen beschikken om deze aanvulling op het inkomen te kunnen financieren. Het is in die situatie aannemelijk dat zij aan het einde van hun beleggingshorizon een bepaald bedrag overhouden. Wij verwachten van banken dat zij het gesprek aangaan over het doel dat de klant daarmee voor ogen heeft. Nu zien we dat de cliëntinventarisatie op dat punt vaak tekort schiet.’
Over het algemeen ziet de toezichthouder in alle onderzochte dossiers (ruim) voldoende informatie over de financiële positie van de klant. Maar: ‘We zien ook dat de banken één aspect van de financiële positie niet goed inwinnen. De dossiers bevatten vaak niet de informatie die nodig is om een concrete inschatting te maken van de pensioensituatie van de klant.
Zonder die informatie is het bijvoorbeeld niet goed mogelijk om de klant te helpen bepalen welke aanvulling op zijn inkomen hij nodig heeft vanaf zijn pensioendatum. Het is daarnaast mogelijk dat een pensioengat het bereiken van een ander doel, zoals de aflossing van een hypotheekschuld, in de weg staat.’
Het onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van een self-assessment. De banken hebben ieder 10 klantdossiers beoordeeld van klanten met een belegd vermogen van 75.000 tot 250.000 euro op basis van een vragenlijst van de AFM met gesloten vragen. De AFM heeft daarop een steekproef van 4 dossiers per bank gehouden en constateerde interpretatieverschillen van de vragenlijst. Vervolgens heeft de AFM daarom alle 10 de klantdossiers van de banken onderzocht.