Lieke Helleman, AFM
i-zrDDqSJ-XL.jpg

De vrees van toezichthouder AFM is waarheid geworden: Veel partijen voldoen nog niet aan Mifid II.

Dat zei senior toezichthouder Lieke Helleman van de AFM woensdagmiddag tijdens een Morningstar-debat over de nieuwe Europese regelgeving die sinds een half jaar geldt.

Sinds de ingangsdatum van 3 januari van Mifid II heeft de AFM de bevoegdheden om daadwerkelijk toezicht te houden. In het eerste kwartaal heeft de toezichthouder nog gewacht met ‘volop onderzoek doen’, maar in het tweede kwartaal is datzelfde onderzoek wél gestart, aldus Helleman.

‘We komen zelfs partijen tegen die nog niet eens klaar zijn voor Mifid I. We kijken nu serieus naar deze en andere gevallen: Hoe erg vinden we het, hoe materieel is het, en wat is een logische vervolgstap?’

De AFM kan besluiten verdere stappen tegen specifieke beleggingsondernemingen te nemen, maar kan eveneens concluderen dat over bepaalde passages uit de regelgeving meer informatie nodig is, zo legde Helleman uit.

Waar de toezichthouder zich vóór de ingangsdatum heeft gericht op de implementatie van de regelgeving, en het voorbereiden van de markt op de Europese richtlijnen, vormde 3 januari ook voor AFM zelf een kantelpunt.

Vakbekwaamheid

De toezichthouder merkt bijvoorbeeld dat bij verschillende partijen een worsteling is geweest vanwege het gebrek aan aanbod in opleidingen rondom de vakbekwaamheid. Helleman: ‘Al waren er ook partijen die dat wel prima vonden. We vinden het goed dat er nu examens komen, voor zover die er nog niet waren. Je moet vakbekwaamheid kunnen borgen.’

Advocaat financial services Emanuel van Praag van HVG Law, merkt in zijn rol als lid van de accreditatiecommissie van DSI dat vooral de partijen die vakbekwaam zijn, al examen hebben gedaan, en bemerkt dat personen die minder kennis hebben ‘ineens niet meer met klanten spreken’.

Dat geschetste beeld valt in slechte aarde bij professor Tom Loonen, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en InsingerGilissen. ‘Een broodje-aap-verhaal! Ik zie veel instanties ontzettend worstelen met de vraag wie van de werknemers nu wel of geen examen moet doen. Ik wil het beeld dat instanties terugtrekkende bewegingen maken, met klem ontkrachten.’

Waar andere kopstukken uit de beleggingssector zich wél over beklagen, is de enorme hoeveelheid werk die met de implementatie van Mifid II gepaard is gegaan en nogal altijd gaat. Dufas-directielid Iris van Looij zei zich om die reden zorgen te maken over de positie van de kleinere spelers in de fondsindustrie.

‘Ik was onlangs bij een grote asset manager op bezoek. Zeven personen hadden zich daar twee maanden fulltime bezig gehouden met het inregelen van de Mifid II methodiek. Zeven personen! Twéé máánden. Hoe kun je dat als kleinere partij voor elkaar krijgen? Veel dingen lijken klein, maar opgeteld kost het partijen veel tijd. Nog steeds.’

Research

Als voorbeeld wijst Van Looij op research. ‘Je moet eerst alle research beoordelen en je actief afmelden voor niet-relevante research. Krijg je alsnog die research in je mailbox, moet je aantonen dat je er niks mee hebt gedaan. En neem het berekenen van de transactiekosten, ook dat kost veel meer tijd. Extra frustrerend wordt het als de uitkomst via de nieuwe rekenmethodiek niet helemaal blijkt te kloppen’, aldus Van Looij, verwijzend naar het eerder aangekaarte probleem dat deze methodologie vaak verwarrende uitkomsten geeft. 

Loonen is van mening dat de regeldruk en werkdruk ‘écht niet in het belang van de klant’ is. ‘Het begrijpen van de richtlijnen is één, het goed interpreteren is twee, en dan komt het implementeren nog. Op een aantal onderdelen raken wij in Nederland overgereguleerd. Dit vak is eigenlijk simpel, maar wordt ongelooflijk complex gemaakt.’

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No